Spreekwoorden met `niet op`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet op`

  1. aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
  2. Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
  3. breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
  4. die vlieger gaat niet op (=die gedachte gaat niet lukken)
  5. het ene ongeluk kan niet op het andere wachten. (=ongeluk komt zelden alleen)
  6. het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
  7. het niet op iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
  8. iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
  9. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
  10. je plezier niet opkunnen (=er veel plezier aan beleven)
  11. Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd (=grote projecten kosten tijd (en vergen geduld))
  12. niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)
  13. niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
  14. niet op zijn mondje gevallen zijn (=precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt)
  15. nog niet op eigen benen kunnen staan (=nog niet zichzelf volledig zelfstandig kunnen redden)

24 betekenissen bevatten `niet op`

  1. zijn lesje wel geleerd hebben (=die fout niet opnieuw maken)
  2. er geen oog voor hebben (=er niet op letten)
  3. de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
  4. iets staat op losse schroeven (=het is onzeker, er valt niet op te bouwen)
  5. iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
  6. iets uit zijn mond sparen (=iets niet opeten)
  7. mijn hoofd staat er niet naar (=ik kan me er niet op concentreren)
  8. zo gesloten zijn als een oester (=je mond niet opendoen en een geheim bewaren)
  9. een plaat voor je hoofd hebben (=kortzichtig zijn, niet open staan voor de omgeving)
  10. niet goed bij zijn positieven zijn (=niet op zijn gemak zijn, een beetje ziek zijn)
  11. het er niet bij laten zitten (=niet opgeven)
  12. het veld behouden (=niet opgeven)
  13. geen krimp geven (=niet opgeven, doorgaan zonder te klagen)
  14. voor de mast zitten (=niet opkunnen wat men op zijn bord heeft)
  15. staan te slapen (=niet opletten)
  16. een oogje dichtdrukken/toeknijpen/luiken (=niet optreden tegen iets wat eigenlijk niet mag. Iets gedogen)
  17. in iemands schaduw staan (=niet opvallen omdat iemand anders meer opvalt)
  18. geen handbreed wijken (=niet opzij gaan, nooit bang is)
  19. de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
  20. over het hoofd zien (=vergeten, niet opmerken)
  21. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  22. het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
  23. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
  24. van zijn hart geen moordkuil maken (=zijn gevoelens niet opkroppen / vrijuit zeggen wat je niet bevalt / eerlijk zeggen over hoe er over iets gedacht wordt)

50 dialectgezegden bevatten `niet op`

  1. 'k weete van niet (n) (=ik ben niet op de hoogte) (Waregems)
  2. 't en affeseert hier nie (=het schiet hier niet op) (Waregems)
  3. 't Is niet an 'e gevel te sien, wie't 't huus beweunt (=Je kunt iemand niet op zijn buitenkant beoordelen) (Bildts)
  4. 't oog was groder as de moag (=ze kon haar bord eten niet op) (Westerkwartiers)
  5. 't stàlt d'r nog nie op (=het lijk er nog niet op) (Wells)
  6. 'ten stoopt nie (t) (=het houdt niet op) (Waregems)
  7. ‘t most wa kostn (=er is niet op de kosten bespaard) (Kaprijks)
  8. ' k zou d' r m' n bôôntjes niet op te weke leggen (=ik zou er niet al te zeker van zijn) (Zeeuws)
  9. A'j de koe niet kende, zo'j nie:t wette, woor 't kalf vandaan kump (=kinderen die helemaal niet op hun ouders lijken) (Barghs)
  10. A' j niks zegt, völt' t ok niet op da' j dom bunt. (=Als je niks zegt, valt het ook niet op dat je dom bent) (Achterhoeks)
  11. ae wit van toet'n of bloaz'n / noch bloaz'n (=hij is totaal niet op de hoogte / weet er niets van af) (Wichels)
  12. As ek ni kom moet ek nie keeren (=niet op een verzoek ingaan) (Bevers)
  13. as genoeg nog te weineg ès, ès niks nog goed genoeg (=wees tevreden met wat je hebt en jaag niet op dingen die je niet hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. aut zen doen zin (=niet op zijn gemak zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. Beddeproot euro niet op de straote (=Gezinsperikelen en seksleven verlangen geen openbaarheid) (Giethoorns)
  16. d'r neet nao taale (=er niet op in gaan, of er niet om vragen) (Weerts)
  17. d'r wer met geld smeet'n (=er werd niet op duizend euro gekeken) (Westerkwartiers)
  18. d' er is serieus nen ' oek af (=Hij heeft ze niet op een rijtje) (Melseels)
  19. da geet kneep koste (=zie maar niet op een inspanning) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. da seg mij niets (=ik ben niet op de hoogte) (Waregems)
  21. da staolt d'er nie op (=dat lijkt er niet op) (Boekels)
  22. Da trekt er zoevuil oep gelak mao gat oep de Deigempout (=Dat lijkt er helemaal niet op) (Mechels (BE))
  23. Da za tegen a jelee zèn (=Je moet er niet op rekenen) (Aalsters)
  24. da za teigen à jaket zèn (=ge moet er niet op rekenen) (Aalsters)
  25. Da-je niet òp Màrke gân kêike. (=Ga verkering zoeken (iemand die niet zo knap is)) (Volendams)
  26. Daa meutte aa boojne ni oep te waak legge (=Daar moet je niet op hopen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  27. daddis gin doen (=dat moet niet op die manier) (Oudenbosch)
  28. Daddis van tzeeveste kneupsgat (=Dat is van slecht kwaliteit, dat trekt er niet op) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  29. dao esse mét kwaoj hang aan gekaome (=daar is iemand niet op een eerlijke manier aan gekomen) (Weerts)
  30. das geen avans (=dat trekt er niet op) (Veusseleirs)
  31. das kroemp en sjeef (=dat trekt er niet op !) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. dát stált 'r nag neet óp (=dat lijkt er nog niet op) (Horster)
  33. Dau kindjer gen saal op gaun (=Je kan er niet op vertrouwen) (Liedekerks)
  34. dè affeseerd ier gelijk buenen knuepen (=het werk schiet niet op) (Lokers)
  35. de cent'n groei'n mij niet op 'e rug (=ik kan niet alles zo maar kopen) (Westerkwartiers)
  36. de cent'n groei'n mij niet op 'e rug! (=je kunt van mij niet alles verlangen!) (Westerkwartiers)
  37. de graute aete de kleen (=als kleine zelfstandige kan je niet op tegen de groten) (Bilzers)
  38. de kons nie alles hübbe opte werd (=wees tevreden met wat je hebt en jaag niet op dingen die je niet hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. de kop lopt heur deur (=zij heeft het niet op een rijtje) (Westerkwartiers)
  40. de moes tich nie autdoen vër daste gees sloëpe (=als je nog niet op sterven ligt, moet je nog niet alles wegschenken) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. de moesset nau wir nie op nen aandre gon staeke (=zoek de schuld niet op een ander te steken) (Bilzers)
  42. De pochel vol schelden (=Flink de waarheid zeggen en niet op een vriendelijke manier) (Giethoorns)
  43. de pot verwitte kéttel datter zwat és (=mijn man is mij niet trouw want onze kinderen gelijken niet op hem) (Bilzers)
  44. den hond zën Kl...., ja ! (=reken daar maar niet op !) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. di bin k vet bie (=schiet niet op) (Zeeuws)
  46. dië goa noar korniesj da ligt dicht tege de panne (=iemand die niet op reis gaat) (Antwerps)
  47. die het de rútten niet op 't noorden (=die heeft een zonnig karakter) (Bildts)
  48. die vlieger gijt niet op (=dat kan geen doorgang vinden) (Westerkwartiers)
  49. dieje hit een vijs los (=die heeft ze niet op een rij) (Lummens)
  50. dieje is oonder zich oawet, diej hee balle oan zen lijf (=hij is niet op zijn mondje gevallen) (Geels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen