Spreekwoorden met `naar de`

Zoek

40 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `naar de`

  1. als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
  2. bij Neck om naar den Haag (=een onnodige omweg maken)
  3. de bijl naar de steel werpen (=iets geheel opgeven)
  4. de huik naar de wind hangen (=meeheulen - altijd andermans standpunt volgen)
  5. de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
  6. de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
  7. de tering naar de nering zetten (=leven met de middelen die men heeft)
  8. de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
  9. de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
  10. geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
  11. geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
  12. het is naar de maan (=het is kapot)
  13. het water loopt altijd naar de zee (=zij die al het meest hebben, krijgen ook het meeste)
  14. iemand naar de barbiesjes wensen (=iemand verwensen)
  15. iemand naar de keel vliegen (=op iemand erg kwaad worden, aanvallen, ermee vechten)
  16. iemand naar de kroon steken (=z`n best doen anderen te overtreffen)
  17. iemand naar de maan wensen (=iemand verwensen)
  18. iemand naar de Mokerhei wensen (=iemand verwensen)
  19. iemand naar de mond praten (=vleien en vriendelijk zijn om iets gedaan te krijgen)
  20. iemand naar de ogen zien (=proberen iemands` wensen te raden)
  21. iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
  22. je eieren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
  23. je huik naar de wind hangen (=zijn mening aanpassen naargelang de situatie)
  24. je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
  25. loop naar de duivel/maan/pomp (=ga weg!)
  26. met iemands woorden naar de markt gaan (=overal rondvertellen wat men elders horen zeggen heeft)
  27. naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
  28. naar de bekende weg vragen (=vragen naar hetgeen men al weet / Overbodig handelen)
  29. naar de Filistijnen (=reddeloos verloren / kapot)
  30. naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
  31. naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
  32. naar de kabeljauwskelder (=schip wat gezonken is)
  33. naar de kelder gaan (=verongelukken (en met een schip: zinken))
  34. naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
  35. naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
  36. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
  37. naar de pen grijpen (=een brief schrijven)
  38. naar de pomp lopen (=ga weg!)
  39. terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
  40. water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)

17 betekenissen bevatten `naar de`

  1. aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  2. draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
  3. om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
  4. in zijn knollentuin zijn (=het naar de zin hebben)
  5. zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)
  6. het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
  7. er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  8. omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
  9. ga patatten planten (=loop naar de maan)
  10. waar het paard aangebonden is moet het vreten (=men moet zich naar de omstandigheden schikken)
  11. terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
  12. hoge nood hebben (=naar de wc moeten)
  13. de mis aan de muur plakken (=niet naar de mis gaan (verzuimen))
  14. iets door een gekleurde bril zien (=op een bevooroordeelde manier naar de zaak kijken)
  15. van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
  16. van de nood een deugd maken (=zich naar de omstandigheden schikken)
  17. voor de drang der omstandigheden zwichten (=zich naar de omstandigheden schikken)

50 dialectgezegden bevatten `naar de`

  1. ' t is nao de wuppe (=het is naar de vaantjes) (Kortemarks)
  2. 'k moe noar de vespers goan vandoage (=ik moet naar de kerk deze namiddag) (Evergems)
  3. 'n proof bringe (=na de slacht werd vroeger een stuk worst of balkenbrij naar de pastoor gebracht) (Weerts)
  4. 't e na de wuppe (=het is om zeep, naar de knoppen) (Wevelgems)
  5. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  6. 't es nor de vontjes (=onherroepelijk verloren zijn, naar de bliksem, om zeep zijn) (Meers)
  7. 't is ne keirkuil, ne piljeirenbijter (=iemand die veel naar de kerk gaat) (Sint-Niklaas)
  8. ' t zien goe' geeëstn die keeërn: gezegd als welkomstgroet als iemand na enige tijd terugkeert naar de plek van de spreker. (='t Zijn goede geesten die keren) (Klemskerks)
  9. a droetj lek ne noan op de kerktoeren (=naar de mond praten) (Herns (Herne, VL-B))
  10. a es no de meelekes (=hij is naar de kermis) (Ninoofs)
  11. A'j nen döl noar t maark steurt, hebt de koopleu wil (=Als je een sufferd naar de markt stuurt, hebben de kooplui plezier) (Twents)
  12. Aan de gallemieze liggen, naar de gallemieze gaan (=naar de klote gaan) (Amsterdams)
  13. aan de kloten (=naar de vaantjes) (Veurns)
  14. alles noë de kl....helpe (=alles naar de verdoemenis helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. As ge nie goewd nor de mister loistert, dan kriede un draoi um oew orre (=Als je niet goed naar de meester luistert krijg je een draai om je oren) (Liessents)
  16. aske liegt, gouje nor d’élle (=wie liegt gaat naar de hel) (Meers)
  17. ast meurege nie bieeteris gunich ne dendoktoer (=als het morgen niet beter gaat, ga ik naar de huisarts) (Heusdens)
  18. aste mét zen haan én zen hoër zits, béste zau bij zen hiësene (=twijfel is de deur naar de wijsheid) (Bilzers)
  19. aur: 'k Em mé mijn aur gewest (=Ik ben naar de kapper geweest.) (Lebbeeks)
  20. bau de kiëneng te voet hiën geet (=naar de WC) (Bilzers)
  21. Ben wiste pisse... (=Ik ben naar de toilet geweest...) (Eindhovens)
  22. Bèsse van de trap aaf gevalle?? (=opmerking aan iemand die net naar de kapper is geweest (3) ) (Steins)
  23. blaost um mar op (=loop naar de maan) (Tilburgs)
  24. bolletaf (=loop naar de maan) (Vels)
  25. bott'n: Nau de bott'n (=naar de bliksem) (Lebbeeks)
  26. bring de koffie en sjmouwere noa ‘t veld (=breng koffie (en boterhammen) naar de werkers op het veld) (Berg en Terblijts)
  27. das ne kermisvogel (=die gaat graag naar de kermis) (Sint-Niklaas)
  28. dasnen echte hinnepoepper (=hij kijkt wat veel naar de vrouwtjes) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. Dat is jacht (=Een kolfje naar de hand) (Giethoorns)
  30. de bès waol viël sjunnër aste laachs (=lach eens naar de mensen) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. de boel verknojë (=alles naar de knoppen helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. de groeten én de wénd vanaater (=loop naar de bliksem) (Bilzers)
  33. de hëbsët wier noë de botte geholpe (=je hebt het alweer naar de knoppen geholpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. De huus hooj mi kluuten nae de puuten in dn dulve. (=De kinderen gooien met kluiten naar de kikkers in de sloot.) (Zeeuws)
  35. De kefee in scheete (=naar de kroeg gaan) (Weerts)
  36. de kins (kons) mich aoën mënë tram hangë (=loop naar de bliksem !) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. de kins mene rég op (=loop naar de maan) (Bilzers)
  38. de kons mëne règ op (=loop naar de pomp) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. de kons mënë règ op ! (=loop naar de maan) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. de kons mënen tram op (=loop naar de bliksem) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. de kons mich den hoegste boom èn (=loop naar de kl....) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. de kons mich gestoeële wieëne (=loop naar de duivel!) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. de kons mich te pot op (=loop naar de bliksem) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. de kons mich vërrèkkë (=loop naar de pomp !) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. de kons mich wat ! (=loop naar de pomp) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. de kons michte pot op (=Loop naar de pomp) (Bilzers)
  47. dë kons ze mich kisse (=loop naar de maan) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. de kons ze mich.... (=loop naar de maan (pomp)) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. de konsë mich lekkë (=loop naar de bliksem) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. de tering naar de nering zetten . (tering uitgaven komt van verteren) (=Je moet op je uitgaven passen.) (Utrechts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen