6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `moet het`
- als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
- waar het paard aangebonden is moet het vreten (=men moet zich naar de omstandigheden schikken)
- wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen (=wat het belangrijkste is moet het eerste gebeuren)
- wie een paard uit de wei wil halen, moet het beest niet eerst met het halster tegen de kop slaan. (=je bereikt meer met vriendelijkheid, dan met strengheid)
- wie naar zijn moeder en vader niet hoort moet het kalfsvel volgen (=wie niet naar zijn ouders luistert, moet soldaat worden)
10 betekenissen bevatten `moet het`
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- roeien met de riemen die je hebt (=je moet het doen met de middelen die je hebt.)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- bederf geen struif om een ei (=je moet het geheel niet afkeuren voor één gebrek)
- het kind moet (toch) een naam hebben (=passend of niet, je moet het kunnen noemen)
- als het kind maar een naam heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naam geven))
- wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen (=wat het belangrijkste is moet het eerste gebeuren)
- lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
50 dialectgezegden bevatten `moet het`
- 't moe wew mee a goeste zijn (=je moet het écht wel willen) (Kaprijks)
- 't stikt zo na nie (=zo perfect moet het nu ook wel niet zijn) (Sint-Niklaas)
- ‘k moen’tj gieëlegaus émmen (=ik moet het helemaal hebben) (Meers)
- ' k mo ' t oal è (=ik moet het allemaal hebben) (Zeeuws)
- aan alle ding'n komt 'n enne (=ergens moet het een keer ophouden) (Westerkwartiers)
- Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. (=At 't niet kin soa't 't mot, dan mot 't maar soa't 't kin.) (Bildts)
- als it net kin sa als 't mut, dan mut it maar sa als 't kin (=als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan) (Leewarders)
- als`t nait gait zoas`t mot, mot`t moar zoas`t gait (=als het niet gaat zoals het moet, moet het maar zoals het gaat) (Hogelandsters)
- As `t net kin sa`t it moat, dan moat it mar sa`t it kin. (=Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.) (Fries)
- as het su mut dan mut het maar su (=als het zo moet dan moet het maar zo) (Leewarders)
- as ich ne voeëgel wor dan vloeëg ich wijd van haus....mér ich kan nie vlieëge en doeëmèt voeëgel ich mér taus (=je moet het leven nemen zoals het is) (Munsterbilzen - Minsters)
- As ut n't geet zoas ut mut, mut ut mear zo as ut geet (=Als het niet gaat zo als het moet, moet het maar zoals het gaat.) (Twents)
- As't nait gait zoas't mot, mot't mor zoas't gait (=Als het niet gaat zoals het moet, moet het maar zoals het gaat) (Gronings)
- aste nie wils leistere, moesset mèr besniete (=wie niet wil luisteren, moet het maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- attamottamotta (=als het echt moet dan moet het maar) (Achterhoeks)
- bau daste niks van wieës, konste nauts van haage (=je moet het verleden kennen om de nieuwe tijd te begrijpen) (Munsterbilzen - Minsters)
- chzen geflest en chmot twiede studejoar ble`ve zitte (=ik ben gebuisd en moet het tweede jaar overdoen.) (Heusdens)
- dao vilt mijë raenge naeve dich es op dich (=Je moet het niet zo somber inzien) (Steins)
- de moes zën eër nie ammël èn dezelfste körf lègge (=je moet het risico altijd wat verdelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- den heile onderbendël kan mich gestoeële wieëne (=ik moet het onderliggende ofte het fijne van de zaak niet weten) (Munsterbilzen - Minsters)
- Die't niet Bildts skrive kin, mot 't 'n ander niet lere wille (=Wie niet Bildts kan schrijven, moet het een ânder niet willen leren) (Bildts)
- Ge moe de beulle mee de blutse pakk'n (=Je moet het anvaarden met de voor en de nadelen) (Harelbeeks)
- Ge moet er gen zakbèn van make (=Je moet het niet te gek maken) (Zurriks)
- ge moetj 't nie afstrau'n (=je moet het niet ontkennen) (Meers)
- ge mot ut intèts laote weete (=je moet het tijdig laten weten) (Tilburgs)
- Ge mot ön kat een kat noeme (=Je moet het zeggen zoals het is) (Stals)
- geet et nie, dan bok et mèr (=gaat het niet zaols het moet, dan moet het maar zoals het gaat) (Munsterbilzen - Minsters)
- Gen zetj ie be de Dookes ne he (Dookes: familie die gekend was voor gebrek aan hygiëne) (=Je moet het proper houden) (Liedekerks)
- hae mot de naate zak drage (=hij moet het gelag betalen) (Weerts)
- hoeds mót de hak drage (=de kleinste moet het werk doen (hoeds = het gat waar de steel van de bijl,‘hak’ in steekt)) (Heitsers)
- hwooije as de zon schent (=je moet het nu verdienen) (Zunderts)
- ich bèn alwier ët piëd mètte lange nak (=ik moet het alweer bezuren-ik heb het alweer aan mijn been) (Munsterbilzen - Minsters)
- ie moe 't gemeu (g) n (=hij moet het lijdzaam ondergaan) (Waregems)
- ie moet 't gebokk'n / ie zit mee de gebrook'n pott'n (=hij moet het lijdzaam ondergaan) (Waregems)
- Je mot lije wat d'r bij staat (=Je moet het onvermijdelijke accepteren) (Dordts)
- jiè möt het mich waize (=Je moet het mij voordoen) (Tongers)
- kak of genen kak de pot op (=zin of geen zin je moet het doen) (Sint-Niklaas)
- kak of gièèn kak de pot up (=willen of niet ge moet het doen) (Kortemarks)
- kak of gieèn kak de pot up (=je moet het doen met of tegen je zin) (kortemarks)
- kak of giene kak, de pot oep (=zin of geen zin, Je moet het doen) (Antwerps)
- moarn is neat, hjoed mat it barre (=morgen is niet van belang, vandaag moet het gebeuren) (Fries)
- ne sloëpënde hond moeste nie wakker maoke (=als het rustig is, moet het best ook zo blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- nèmp èt nie op oer oage ze! (=ge moet het niet proberen hoor!) (Tongers)
- paas jij mij die riek is an, ik mot de wurft nog anklauwe! (=Geef de hark eens aan, ik moet het erf nog aanharken) (Westlands)
- potje breekn potje betoaln (=wie schade berokkent, moet het vergoeden) (Izegems)
- potje brik, potje betaoln (=wie iets breekt moet het betalen) (Kortemarks)
- sa sè la vie (=je moet het leven nemen zoals het zich aandient) (Munsterbilzen - Minsters)
- tiëge në bakoëve konste nie gaope (=je moet het nooit opnemen tegen zij die sterker dan je zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- wae kak hét moetseg boekke (=als het moet, moet het maar) (Bilzers)
- wel de schoen paast, trekke 'm aan (=hij die het aangaat moet het zich aantrekken) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen