Spreekwoorden met `kip`

Zoek

17 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kip`

  1. achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
  2. als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
  3. de kip met gouden eieren slachten (=een iets met veel rendement wegdoen)
  4. een blinde kip vindt ook nog wel eens een graankorrel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
  5. een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
  6. er als de kippen bij zijn (=er razendsnel bij zijn)
  7. er was geen hond/kat/kip (=er was niemand)
  8. geen kip meer kunnen zeggen (=zoveel hebben gegeten dat je niets meer kan eten. Volkomen verzadigd)
  9. het ei met de kip krijgen (=een vrouw getrouwd met een kind trouwen)
  10. het ei wil wijzer zijn dan de kip (=kinderen willen wijzer zijn dan de ouders)
  11. het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
  12. kip zonder eieren (=politieman)
  13. kip, ik heb je (=ziezo, dat is gelukt / ik heb je te pakken!)
  14. lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
  15. met de kippen op stok gaan (=vroeg naar bed gaan)
  16. redeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
  17. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)

22 dialectgezegden bevatten `kip`

  1. as un kiep leej, stao-se (=als een kip (eieren) legt, staat ze) (Tilburgs)
  2. broekoarig oen (=broedse kip (of erg dweperige dame) ) (Zeeuws)
  3. Brôsse kieppe (=Broedse kip) (Hierdens)
  4. d'r was giën'n ond (=er was geen kip) (Wichels)
  5. da kiend zet ze kip (=dat kind schreit) (Kortemarks)
  6. da's gezwam ien 'e ruumte (=dat is praten als een kip zonder kop) (Westerkwartiers)
  7. de piek is ien 'e ruu (=de kip is in de rui) (Westerkwartiers)
  8. Die hebben ze met kip gedouwd (=Ze is zwanger) (Lopiks)
  9. Die zit met kip (denigrerend, met leedvermaak) (=Ze is (onbedoeld) zwanger geworden) (Dordts)
  10. een brokke mie tjoekjes\tjoeksies (=een kip met kuikens) (Zeeuws)
  11. een prakkie van een zieke kip (=jeetje wat een kleine portie) (Westfries)
  12. een tikenei (=een ei van een kip) (Sint-Niklaas)
  13. Halven haan be appelspijs (=Halve kip met appelmoes) (Koersels)
  14. inne gróndj sjerre (=als een kip zoekt naar eten op de grond; om een knikkerpotje in de grond te maken) (Heitsers)
  15. Je prate as ien kip zonder kop (=Onzin vertellen) (Westfries)
  16. Kie deur, een kip met peurdeher. (=kijk wat een vreemde / zonderlinge verschijning) (Arnhems)
  17. kieken riek e kik ier (=kip ruik ik hier) (Hams)
  18. Kiep hiet ie, in dn bogerd liep ie, hoar had ie nie mar koal was ie nie, raai raai (=kip heet hij, in de boomgaard liep hij, haar had hij niet maar kaal was hij niet, raden) (Betuws)
  19. Marie zet t'vainster oapen da ze rieken da we kiek éiten (=Wanneer men kip at op t'Vestje) (Dendermonds)
  20. ne kae kunde nie struëpen (=van een kale kip kun je geen veren plukken) (Wichels)
  21. op een zeke keek pikken ze allemoe (=Op een zieke kip pikken ze allemaal) (Hals)
  22. Zeu dom as een inne (=Zo dom als een kip) (Overmeers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen