22 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je van`
- een fluitje van een cent (=een eenvoudige taak)
- een geeltje van de plank nemen (=een oude preek herhalen)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- er een handje van hebben (=hinderlijke gewoonte, als iemand de kans ergens toe ziet die ook nemen, een ander het werk laten doen)
- er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
- er een potje van maken (=er een janboel van maken)
- het hieltje van de ham kluiven (=zijn laatste geld opmaken)
- het katje van de baan (=degene die baas speelt)
- het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
- het neusje van de zalm (=het beste deel)
- het puntje van een scherpe pen is `t felste wapen dat ik ken (=met een kritisch woord kan het meest worden bereikt)
- het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
- je van de domme houden (=doen alsof men van niets weet)
- je van de hals houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je van kant maken (=zelfmoord plegen)
- stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. (=wacht niet, morgen kan te laat zijn)
- van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
- wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
8 betekenissen bevatten `je van`
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- een duit in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren. (Historisch: de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk).)
- de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- een spreekwoord is een waar woord. (=spreekwoorden bevatten vaak waarheden of nuttige lessen waar je van kunt leren)
50 dialectgezegden bevatten `je van`
- A va skipenaus gebaurn (=je van domme laten, doen alsof je het niet begrijpt) (Liedekerks)
- a van pijkes geboarn (=je van niets gebaren) (Kaprijks)
- As ge van Gimmert nor Nuene rijdt, dan komde langs dn brouwer (=Als je van Gemert naar Nuenen rijdt, dan kom je langs Bavaria) (Liessents)
- aste van iemëd huls, zieste zën gebraeke nie (=als je van iemand houdt, zie je veel door de vingers) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau ët hat van vol ès, lëp te mond van iëvër (=het is moeilijk niets te laten blijken als je van iets vervuld zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ben je van de commode gevallen (=Er zit een steekje bij je los) (IJmuidens)
- blifs tich de diëre aofloope (=blijf je van deur tot deur gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da daarde nie gedocht ee (=daar kijk je van op he) (Oudenbosch)
- da vielste on ze watter (=dat weet je van te voren) (Munsterbilzen - Minsters)
- da zie je van ier (=daar moet je niet aan twijfelen) (Kortemarks)
- da zieste van haaj (=ben je gek dat zie je van hier !) (Munsterbilzen - Minsters)
- da's 't neuske van de zalm (=dat is je van het) (Westerkwartiers)
- dan maagst de hand' n stief dichtkniep' n (=dan mag je van geluk spreken) (Westerkwartiers)
- dat hochste gieën (=daar hield je van) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat is dij van harte gund (=gunnen - dat is je van harte gegund) (Westerkwartiers)
- de bok zën K. (=dat zie je van hier !) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bok zen K., (ja) ! (=dat zie je van hier) (Munsterbilzen - Minsters)
- de liefde ès blind, zaag te boer, en hae poende zë vêrkë (=als je van iemand houdt, zie je zijn gebreken niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- deur vroag'n wor je wies (=vraag maar, daar leer je van) (Westerkwartiers)
- deur vroag'n word'n je wies (=vraag maar gerust, daar leer je van) (Westerkwartiers)
- doar wor je kregel van (=daar raak je van in de war) (Westerkwartiers)
- Doë hêrkimpste van (=Daar knap je van op) (Bilzers)
- Doe maor net offie neus bloeit. (=Doe maar net of je van niets weet !) (Utrechts)
- doen of a' je van Lillo komt (=zich van den domme houden) (Hulsters (NL))
- flutla boem (=dat zie je van hier (ga weg) ) (Antwerps)
- ge moe u nie van kromme hoas (h) ouden (=je moet niet doen alsof je van niets weet) (Kortrijks)
- Gebauren va krommen aus (=Doen alsof je van niets weet) (Moorsel)
- God zeegent j'en bewoar' je van duuvels en slicht volk: wens voor een behouden tocht, gezegd wanneer iemand afscheid neemt en zich op weg begeeft. Een variant van deze uitdrukking is: God zeegent j'en bewoar' je van duuvels en Roeseloarnoars (toespeling op de leurders van de Roeselaarse nieuwmarkt, die nogal ongunstig aangeschreven stonden) (=God zegene en beware je van duivels en slecht volk) (Klemskerks)
- Hoalt swien in’t hok (=Onthoud je van sexueel contact (ouderlijke waarschuwing jongens)) (Gronings)
- hoe heet je van achteruh?
Of: Van wie ben jij dr een? (=wat is je achternaam?) (Westlands)
- Kloête Zjeraar! (=Dat zie je van hier!) (Bilzers)
- Klote Jeraar! (=Dat zie je van hier!) (Riemsts)
- Kzao mijne luujep oaln! (=Dat zie je van hier!) (bambrugs)
- loop toch aoên (=ben je gek dat zie je van hier !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Maa ja, jong! (=Dat zie je van hier!) (Bilzers)
- mèn botten zjeraar (=dat zie je van hier) (Meers)
- men uër (=dat zie je van hier, mon oeil) (Meers)
- met oop'm koart speul'n (=openlijk vertellen wat je van plan bent) (Westerkwartiers)
- Net doen of je van Lillo komt (=je van de domme houden) (Zeeuws)
- niks weerd knienen in de wienter, allemaol waoterpenzen (=als je van te voren al weet dat het zal mislukken) (Putters)
- oe laotte gij de kat bukke? (=denk je dat je hem kunt laten doen wat je van hem verwacht?) (Oudenbosch)
- onzenlieveneer ee eigenaorigge kostgangers (=daar kijk je van op) (Oudenbosch)
- prebiért mèr dat djie Nol hèt! (=doe maar alsof je van niets weet!) (Overrepens)
- Tege n'a uirregel! (Tegen je orgel!) (=Dat zie je van hier!) (Herentals)
- tiëge zënën appël (=dat zie je van hier) (Munsterbilzen - Minsters)
- va piekennoas begoaren (=doen alsof je van niets weet) (Iepers)
- van kroemmenoas geboare (=doen alsof je van niets weet) (Antwerps)
- van krommenoas gebaare (=doen alsof je van niks weet) (Vlijtingens)
- Voal`n mot ie van dokter lear`n (=Voelen moet je van een dokter leren.) (Twents)
- Wa motte gij van mijn? (=Wat wil je van me?) (Werkendams)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen