Spreekwoorden met `iets te`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iets te`

  1. geef mijn fiets terug (=grapje om Duitsers te wijzen op de Tweede Wereldoorlog, toen er veel fietsen geconfisqueerd werden)
  2. iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
  3. iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
  4. iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
  5. iets tegen iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
  6. iets ter tafel brengen (=voorstellen om iets te bespreken)
  7. je boontjes op iets te week leggen (=stellig op iets rekenen)
  8. niets te halen (=niets te stelen of te ontnemen)
  9. niets te verletten hebben (=de tijd hebben)

49 betekenissen bevatten `iets te`

  1. waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
  2. buiten de kerf gaan (=als iets te ver gaat)
  3. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  4. het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
  5. je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
  6. je kan geen kei het vel afstropen (=bij de arme valt niets te rapen)
  7. de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
  8. fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)
  9. een achterdeurtje (=een manier om iets te ontduiken)
  10. een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe manier vinden om iets te krijgen)
  11. iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
  12. ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
  13. het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
  14. je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  15. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  16. er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
  17. stad en land aflopen. (=geen moeite sparen om iets te bereiken)
  18. makkelijker gezegd dan gedaan (=het is eenvoudiger om iets te zeggen dan om het ook daadwerkelijk uit te voeren)
  19. wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
  20. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  21. een lans breken voor iemand (=het voor iemand opnemen, voor iemand de best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen)
  22. iemand op de pijnbank leggen (=iemand het moeilijk maken en daarmee dwingen iets te doen)
  23. iemand de mond snoeren (=iemand verbieden iets te zeggen / tot zwijgen brengen)
  24. iets onder de kurk hebben (=iets te drinken hebben)
  25. gauw is dood en langzaam leeft nog. (=iets te snel doen is niet goed)
  26. haast en spoed is zelden goed (=iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is)
  27. iets op het hart hebben (=iets te vertellen hebben)
  28. iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
  29. wie maaien wil moet zaaien (=je moet er iets voor doen om iets te verkrijgen)
  30. krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)
  31. beter ermee verlegen dan erom verlegen (=liever van iets te veel dan van iets te weinig hebben)
  32. geld ruiken (=merken dat er iets te verdienen is)
  33. er de dood in de pot zijn (=niets te beleven zijn)
  34. een wassen neus zijn (=niets te betekenen hebben)
  35. geen naam mogen hebben (=niets te betekenen zijn)
  36. ledigheid is des duivels oorkussen (=niets te doen hebben leidt tot misdaden)
  37. niets te halen (=niets te stelen of te ontnemen)
  38. niets in de melk te brokken hebben (=niets te zeggen hebben)
  39. iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
  40. om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
  41. er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
  42. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  43. onder de pantoffel zitten (=thuis niets te vertellen hebben)
  44. de handen vrij hebben (=tijd hebben om iets te doen)
  45. iets ter tafel brengen (=voorstellen om iets te bespreken)
  46. de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
  47. de tijd aan zich hebben (=weinig of niets te doen hebben)
  48. er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
  49. alles op alles zetten (=zich tot het uiterste inspannen om iets te bereiken)

50 dialectgezegden bevatten `iets te`

  1. 't ei ut zijn gat vroagn (=iets te weten willen komen) (Knesselaars)
  2. bellen dûr ut kerspoor (=even er naar toe gaan om iets te vragen) (Prinsenbeeks)
  3. betieketakt zyn (=drang om iets te doen wat niet mag) (Veurns)
  4. betole mé wettelskoiven (=geen geld hebben om iets te betalen) (Pamels)
  5. bille bij ouwn (=iemand genegen blijven om iets te verkrijgen) (Waregems)
  6. dad es tooch iets te zegg'n, hé! (=dat is me wat hoor!) (Waregems)
  7. dae hoofs se geine vinger te gaeve (=hij heeft weinig aansporing nodig om iets te doen (bijv. drinken op stap)) (Heitsers)
  8. dao is get oet (=daar is iets te beleven) (Heitsers)
  9. de bieën'n vanonder zè gat luëpen (=de benen van onder zijn gat lopen zich terdege inspannen om iets te bekomen) (Meers)
  10. de kons ë piëd waol noeë de bieëk leeje, mér de kons ët nie doen drinkë (=je kan iemand wel overtuigen iets te doen, maar uiteindelijk beslist hij da zelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. de luuj aafloupe (=van deur tot deur gaan om iets te krijgen) (Steins)
  12. dik over dun luëpen (=dwars door de velden zonder paden te volgen of zonder iets te ontzien recht op zijn doel afgaan) (Meers)
  13. egaal woeë get te doon is (=waar er ook iets te doen is) (Heitsers)
  14. Ei'j löp zich te post en te peerde (=Hij is extreem actief om iets te bewerkstelligen) (Kampers)
  15. elk woarom het zien doarom (=men heeft altijd wel een reden om iets te doen) (Westerkwartiers)
  16. emes de dram aandoon (=iemand dwingen om iets te doen) (Heitsers)
  17. er geen "sjense" meer voor hebben (=het niet meer zien zitten om nog een bepaald iets te doen) (West-Vlaams)
  18. er mee nen riek gestoken zijn (=er altijd zijn als er iets te halen is) (Graauws)
  19. etwie in tgat steekn (=iemand verplichten om iets te doen) (Lichtervelds)
  20. Hea is te voel om te zjweite (=Hij is te lui om iets te doen) (Neerbeeks)
  21. Hee kröp iederene over de rugge (=Hij probeert door iedereen te vleien, iets te bereiken) (Epers)
  22. hij het nog wat op 'e lever (=hij heeft nog iets te vertellen) (Westerkwartiers)
  23. Hij is nog te lui en te liederog om uit ze oaguh te kaikuh (=Hij is te te lui om iets te doen) (Utrechts)
  24. iets te kandeele gaen (=iets met bruut geweld aanpakken) (Waregems)
  25. iets te kandjele gaun (=Iets ruw aanpakken, iets afbreken) (Maldegems)
  26. is d'r nog wat te biksel'n (=is er nog iets te eten) (Westerkwartiers)
  27. is ter ier etwod te kadiezn (=is hier iets te verdienen) (Veurns)
  28. je zoed den duvel tekeëre gon! (=je zou het onmogelijke doen om iets te krijgen) (Veurns)
  29. krieg oet (=uitnodiging om iets te drinken of te eten te nemen) (Heitsers)
  30. laot den aoker nog maar is zakken (=geef ons nog iets te drinken) (Graauws)
  31. maainen broeine kan da ni (nog just) trekke (=als iets te duur is of nog juist betaalbaar) (tervurens)
  32. mè een dubbel vurket schrijven (=iemand iets te veel aanrekenen) (Sint-Niklaas)
  33. me kiete komt uut om (=ik verlang iets te doen) (Poperings)
  34. mee bierschelekes kunde nie betaln (=geen geld hebben om iets te kopen) (Knesselaars)
  35. mee vijgen nao paosen kommen (=met iets te laat komen) (Graauws)
  36. mesjiêne en hollendje paerd, mójje noeëts trouwe (=pas op als iets te snel gaat.....) (Weerts)
  37. mijne zak afklopp'm (=stoppen met iets te doen) (Zeels)
  38. te leeg om e struut te verle' n (=te lui om iets te doen) (Zottegems)
  39. te leeg om te goapen (=te lui om iets te doen) (Iepers)
  40. te mottig vër en paut aut te staeke (=te lui om iets te doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. trukke van de fuër (=slinkse trucjes, manier om met zo weinig mogelijk inspanning iets te kunnen bereiken) (Meers)
  42. uitleggen en pitjes tieëkn'n (=veel beloven / praten zonder iets te doen) (Wichels)
  43. un bitsje te druk (=iets te levendig) (Leewarders)
  44. vaalt er nog wat te bikken (=is er nog iets te eten) (Zeeuws)
  45. voargaon zonder boe of ba (=vertrekken zonder iets te zeggen) (Kortrijks)
  46. wa magge' k uithoaln (=mag ik iets te drinken geven) (Waregems)
  47. zaumèr èn zene sjaut gegojt gekriëge (=verkregen zonder er iets te hebben moeten voor doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. zèn bonen op iets te week leigen (=op iets rekenen) (Sint-Niklaas)
  49. zëne nauwsjierige bestoje (=overal willen bijzijn als er iets te zien / horen is) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. zoalig zij dei nèrges iet van kènne, want dei moete nèrges iet te doen. (=zalig zij die nergens iets van kennen, want ze hoeven nergens iets te doen.) (Genker)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen