Spreekwoorden met `iets aan`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iets aan`

  1. de fiets aan de haak hangen (=stoppen met wielrennen)
  2. iemand iets aan de hand doen (=iemand een suggestie geven)
  3. iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
  4. iemand iets aansmeren (=iemand iets (weinig waardevols) verkopen)
  5. iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)
  6. iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
  7. iets aan de grote klok hangen (=iets algemeen kenbaar maken)
  8. iets aan de kaak stellen (=bekend maken wat niet in orde is)
  9. iets aan de klokreep hangen (=iets algemeen bekend maken)
  10. iets aan de knikker zijn (=iets niet in orde of aan de hand zijn)
  11. iets aan de man brengen (=iets verkopen)
  12. iets aan het handje hebben (=een beetje verkering hebben)
  13. iets aan het licht brengen (=iets bekend maken wat verborgen is)
  14. iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
  15. tegen iets aanhikken (=met tegenzin doen)

22 betekenissen bevatten `iets aan`

  1. daar geeft de lommerd geen geld op (=daar heb ik niets aan - dat geloof ik niet)
  2. dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
  3. dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets aan de zaak)
  4. de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
  5. aan de bel trekken (=duidelijk maken dat er iets aan de hand is; duidelijk maken dat er iets niet klopt)
  6. ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
  7. de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
  8. er een loodje op leggen (=er iets aan toevoegen)
  9. de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan moet worden)
  10. er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
  11. er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
  12. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  13. het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
  14. elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
  15. er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
  16. in koelen bloede iets doen (=geheel kalm en rustig iets doen, alsof er niets aan de hand is)
  17. een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
  18. een sigaar uit eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
  19. niet aan het juiste adres zijn (=iets aan de verkeerde persoon vragen)
  20. een doodshemd heeft geen zakken. (=je hebt niets aan je geld als je dood bent)
  21. er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
  22. geen wolkje aan de lucht (=niets aan de hand - alles is prima in orde)

24 dialectgezegden bevatten `iets aan`

  1. 'k zoe je kun'n rekkeveln (=ik zou je iets aan kunnen doen) (Veurns)
  2. 'n Peerd en un hond hinkt um de stront (=Wanneer een paard of een hond maar iets aan hun poten hebben, lopen ze mank) (Achterhoeks)
  3. aoën de graute klok hange (=iets aan iedereen vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. As mijne'n ond zó lillek waar, scheerde ik z'n kont kaol en leerde ik 'm achteruit lòòpe! (=Als ik zo lelijk was als u, zou ik er iets aan laten doen!) (Roosendaals)
  5. d'rmee voare (=iets aan den lijve ervaren) (Luyksgestels)
  6. de stroutn afdwoële me iet / leurn (=rondgaan in de straten om iets aan de man te brengen) (Moorsel)
  7. Die is met visbakke uit de pan gespronge (=Daar mankeert iets aan) (Monnickendams)
  8. Doa is nen hoek af (=Er scheelt iets aan zijn / haar bovenkamer) (Beverloos)
  9. Dui de dui dui ,! dui de veudui dui (=het is voor iets aan te passen ` door de deur door `) (Vilvoords)
  10. ge kuntt zien aon z n lope ij loptur naor (=hij heeft iets aan zijn benen) (Oudenbosch)
  11. get autbrieë (=iets aan 't uitdokteren zijn; uitbroeden) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. Hae heet zich beej d'n duûvel gebeergtj (=iets aan iemand vertellen die niet te vertrouwen is) (Weerts)
  13. hij dut ok nog 'n duit ien 't zakje (=hij wil er ook nog iets aan toe voegen) (Westerkwartiers)
  14. ie eet er goed aaf (=er scheelt iets aan hem) (Brakels (gld))
  15. iech höb miech in de boch goeijd (=ik heb mij zelf iets aan geschaft / gekocht) (Mestreechs)
  16. iet oan zijne motuir èn (=iets aan zijn hart hebben) (Brakels)
  17. iets aan de neuze hangen van iemand (=iemands nieuwsgierigheid bevredigen) (Lovendegems)
  18. iets aan zeiñ gat laapm (=laars `iets aan z'n laars lappen`) (oudenaards)
  19. iets opzeë zedn (=iets aan de kant houden) (Kaprijks)
  20. Ik krauwe zo mijn nabel opuh (=Ik doe mezelf iets aan) (Flakkees)
  21. lappen: Ik zal em iet lappen (=Ik zal hem een poets bakken / iets aan doen) (Lebbeeks)
  22. Now gao'k d'r aan, zei de pier tegen de haan. En toen had'e 'm al half opgeaete. (=het is te laat daar nog iets aan te doen.) (Barghs)
  23. vremde oog'n dwing'n (=van een vreemde neemt men eerder iets aan dan van eigen ouders) (Westerkwartiers)
  24. zevere, en op alle sjlekke zout laege. (WT) (=zeuren, en op alles iets aan te merken) (Mechels (NL))


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen