7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand met`
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- iemand met de nek aankijken (=iemand minachten of negeren.)
- iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
- iemand met een zwarte kool tekenen (=iemand erg ongunstig voorstellen)
- iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
- iemand met schele/scheve ogen aankijken (=iemand afgunstig bekijken)
- je met iemand meten (=met iemand wedijveren)
8 betekenissen bevatten `iemand met`
- een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
- een kind van Laban (=iemand met een blanke huid)
- iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
- kroes haar kroeze zinnen (=iemand met gekruld haar is wispelturig)
- iemand bijspijkeren (=iemand met geld of kennis ondersteunen)
- iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
- iemand iets in de maag splitsen/stoppen (=iemand met iets opzadelen)
- met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
50 dialectgezegden bevatten `iemand met`
- 'ne boeëk offe d'r bagge in hieët zitte (=iemand met een dikke buik) (Weerts)
- 'ne kop wi-j 'n mooshödje (=iemand met een dik hoofd) (Weerts)
- 'pow, wat 'n batteri'je' (=iemand met een brede achterse) (Sallands)
- 't es gelijk e perdemuijle (=iemand met een lelijk uiterlijk) (Oudenhoofs)
- " In ne karreslagn gepist zeker?" (=Vraag aan iemand met een ontstoken oog) (Lokers)
- a ee zèn jongeren opgeetn (=lange baard, iemand met lange baard) (Meers)
- aan de pinjeir raigen (=iemand met een mes steken) (Heist-op-den-Berg)
- alle boatn (h) elpm, zei 't muuzetje, en 't piste in de zeeë (traditionele zei-spreuk, die gezegd wordt als iemand met goede bedoelingen iets doet waarvan men van tevoren weet dat het bitter weinig zal uithalen) (=alle baten helpen, zei 't muisje, en 't piste in de zee) (Klemskerks)
- as eure kop op 'n vêrreke stong, lözje neemus geine huidkieës mieër (=iemand met een lelijk uiterlijk) (Weerts)
- as ziêne kop op 'n kelder deur stóng, kwoom gein kat inne kélder (=iemand met een afzichtelijk gezicht) (Weerts)
- da' s ' n zwienevanger (=dat is iemand met o-benen) (Westerkwartiers)
- daa es veul vollek in de stase (=iemand met dikke borsten) (Wolvertems)
- Daane / dee zat op diejste root as de tann'n hemme uitgediltsj (=iemand met grote tanden) (lenniks)
- dae auch gaete met 'ne rônde leepel (=iemand met een grote mond) (Weerts)
- Dae haet de aerpel oetkòmme (=iemand met gaten in zijn sokken) (Steins)
- Dae haet naas gater wie ein Beljs paerd (=iemand met grote neus gaten) (Swalmens)
- dae haet wat aan de veut (=iemand met veel geld en bezit) (Venloos)
- dae heet aan de krînte gezaete (=iemand met uitslag in het gezicht) (Weerts)
- dae hieët eine kop wi-j 'ne möttert, wi-j 'n mooshötje (=iemand met een dik hoofd) (Weerts)
- dae hieët eine kop wi-j 'nen eimer (=iemand met een kater) (Weerts)
- Dae hieët zien aerpel neet opgaete (=iemand met een gat in zijn sok) (Weerts)
- dae is ouch noeëts örges gewaesj as inne kèrk en oppe mäöle (=dat is iemand met weinig levenservaring) (Heitsers)
- de petaate kome al oit (=Bij iemand met gaten in zijn kousen) (Antwerps)
- den (h) illige Staakestief, patrooën teegn de jukste: wordt ironisch gezegd van iemand met een erg stramme houding (=de heilige Stakestijf, patroon tegen de jeukste) (Klemskerks)
- Den hef ne beste bos hoolt veur de deur (=iemand met een gevulde bh) (Twents)
- dèn het een neus veur de kop doar ku'j een vèrke met bére (=iemand met een hele grote neus) (Diems)
- der kan een virken deure luep' n (=iemand met o-benen) (Lochristis)
- det is eine sjalevaeger (=dat is een sjofel persoon; iemand met een onbetekenende baan) (Heitsers)
- die é woater in zènne kaalder stoan (=iemand met een te korte broek) (Sint-Niklaas)
- die hee achter de zekkaar gelopen (=iemand met een sproetengezicht) (Ransts)
- die het 'n kleur as 'n bellefleur (=van iemand met een gezonde kleur) (Westerkwartiers)
- dië ka gie vèirken tegenougen (=o-benen, wordt gezegd over iemand met O-benen (het varken zou er tussenglippen)) (Meers)
- Die zit oep een dikke zweir (=iemand met veel geld) (Antwerps)
- diej hee het vougelekeutje op zaane kop gat (=iemand met een verwonding in zijn gezicht) (Ransts)
- Dieje ee schitte oan ze'n gat (=Dat is iemand met veel geld) (Brechts)
- diën ei woater in zaaine kelder (=iemand met een te korte broek) (Antwerps)
- doine es uuk een eit gestuute (=iemand met een slordig voorkomen) (leuvens)
- Dor hedde hum wir mee z'n zije sokke. (=iemand met ongeloofwaardige verhalen) (Waalwijks)
- é es geschourd gelijk een koerspulle (=mager iemand met smalle schouders) (Lochristis)
- e koa blad (=iemand met een scherpe tong) (Winksels)
- eeën mi veele wiend in ze broek (=iemand met een hoge eigendunk) (Veurns)
- een bljieëkschede (=iemand met bleke huid) (Kaprijks)
- een stijte bieste (=iemand met een stoute tong) (Lovendegems)
- ei stinkt gelijk de peste (=iemand met een lijfgeur) (Zottegems)
- eine kop wi-j 'n mooshötje (=iemand met een dik hoofd) (Weerts)
- ejei achter den trein geluupe, ije woater in zijne kelder. (=iemand met een te kortebroek) (Gents)
- en olve gedrojden (=iemand met een hoekje af) (Veurns)
- en'net nogoal e bitje pretenche (=van iemand met grootheidswaanzin) (Iepers)
- eu gemïene portret (=iemand met een vals karakter) (Klings)
- Gae hetj 'ne kop of dej-je de hel geblaoze hetj (=iemand met een bezweet hoofd) (Weerts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen