Spreekwoorden met `hij heeft`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hij heeft`

  1. geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
  2. wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)

7 betekenissen bevatten `hij heeft`

  1. er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
  2. buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
  3. buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
  4. het water loopt hem in de mond (=hij heeft er heel veel trek in)
  5. het kwartje is gevallen (=hij heeft het begrepen)
  6. je schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt)
  7. niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)

50 dialectgezegden bevatten `hij heeft`

  1. 'Et droipt toe zen broek en jas oit (=hij heeft geen droge draad meer aan zijn lijf) (zaans)
  2. 'i ee hem overdoan (=hij heeft te veel hooi op zijn vork genomen) (Waregems)
  3. 'i es eprisseerd (=hij heeft haast) (Waregems)
  4. 'Ij èt nag wel 'n achterpleggie (=hij heeft nog wel wat achter de hand) (Enkhuizens)
  5. 'n è geschet'n (=hij heeft het verkorven) (Nieuwpoorts)
  6. 'r zit op ´n gooi wei (=hij heeft er een goed leven) (Neerharens)
  7. 't es link ip 'n aënde ré'nen (=hij heeft er geen gehoor naar) (Waregems)
  8. 't es wel bestèdj (=t is goed zo, hij heeft het verdiend, dat zal hem leren) (Meers)
  9. 't hor groeit deur ze klakke (=hij heeft het erg moeilijk) (Veurns)
  10. 't is 'n geluksvogel (=hij heeft niet te klagen) (Westerkwartiers)
  11. 't is ne strongt wie hee maaj geschete (=hij heeft een groot gedacht van zichzelf) (Turnhouts)
  12. 't is nen iuën (=hij heeft een belangrijke positie) (Kaprijks)
  13. 't is nie van zijn geweunte (=hij heeft het niet opzettelijk gedaan) (Kaprijks)
  14. 't Is pesies belleken een en taand. (=hij heeft bijna geen tanden meer.) (Bevers)
  15. 't zit veej wint achtre (=hij heeft veel pretentie) (Kaprijks)
  16. a ee (=hij heeft) (Meers)
  17. a ee ballekes (=hij heeft ernaast gegrepen, hij heeft niets) (Meers)
  18. a ee bloër'n op zèn leppen van de kèusser'n (=hij heeft blazen op de lippen van de koorts) (Meers)
  19. a ee doer niks te koetten (=hij heeft daar niets te zeggen) (Meers)
  20. a ee gieël wa beziengs (=hij heeft heel wat bekijks, hij krijgt heel veel aandacht) (Meers)
  21. a ee giën kauren, a es predde (=hij heeft geen geld) (Ninoofs)
  22. A ee ma ne poeëter geschiljerd (=hij heeft me wat geflikt!) (Ninoofs)
  23. a ee nog gi struë verleid (=hij heeft nog niets gedaan) (Meers)
  24. a ee sa getès (=hij heeft zijn bekomst) (Ninoofs)
  25. a ee sjau (=hij heeft het zitten) (Meers)
  26. a ee van d'n ouwemaun (=hij heeft rachitis of kalkziekte) (Meers)
  27. a èè van de riem (=hij heeft van de riem hij is bedrogen) (Meers)
  28. a ee veel aftrok (=hij heeft veel succes) (Meers)
  29. a ee veel pietn (=hij heeft veel geld) (Meers)
  30. a ee veel toepee (=hij heeft veel lef, hij snoeft veel) (Meers)
  31. a ee zèn eirten g'at (=hij heeft op zijn donder gekregen) (Meers)
  32. a ee zènne pere gezien (=hij heeft het moeilijk gehad) (Meers)
  33. a ee zjeer voetn (=hij heeft te veel gedronken) (ninoofs)
  34. a ee zjou (=hij heeft geen geluk) (Meers)
  35. a eed in zen roupen gesketen (=hij heeft afgedaan bij hem) (Trejjens)
  36. a eentj (=hij heeft het) (Meers)
  37. a eentj in 't snùtjen (=hij heeft het door) (Meers)
  38. a eentj o zenne rekker (=hij heeft het zitten, hij is de sigaar) (Meers)
  39. a eet 't spek on zènne meuln (=hij heeft het zitten) (Meers)
  40. a eet den afgank (=hij heeft diarree) (Herns (Herne, VL-B))
  41. a eet em een blèis opg'angen (=hij heeft hem iets wijs gemaakt) (Meers)
  42. a èèt er mur drou en nen bezekoek (=hij heeft ze niet allemaal op een rijtje) (Meers)
  43. a eet in mèn raupen gesketen (=hij heeft me beledigd) (Meers)
  44. a eet niks in de pap te brokkel'n (=hij heeft niets te zeggen, hij heeft geen invloed) (Meers)
  45. a eet on zenne rekker (=hij heeft het zitten) (Meers)
  46. a eet'n't lot'n angen (=hij heeft het verwaarloosd) (Ninoofs)
  47. a eet'n't o zanne rekker (=hij heeft het zitten) (Ninoofs)
  48. a eetj (=hij heeft) (Meers)
  49. a eetj zèn jongen opgeten (=hij heeft een ruige baard) (Meers)
  50. A ei en ètteke van pontkoek (=hij heeft een hart van peperkoek) (Mechels (BE))


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen