7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het zijn`
- het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
- het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen. (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zijn niet allen koks die lange messen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zijn niet allen monniken die kappen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen (=over goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld)
- het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)
- het zijn vogels van enerlei veren (=ze zijn eender)
4 betekenissen bevatten `het zijn`
- het lot valt altijd op Jonas. (=het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.)
- je zult ze maar de kost moeten geven (=het zijn er veel (mensen))
- zoals het raait en draait (=zoals het zijn gangetje gaat)
- zoals het reilt en zeilt (=zoals het zijn gangetje gaat)
24 dialectgezegden bevatten `het zijn`
- 't Goa a nie an (=het zijn uw zaken niet) (Zelzaats)
- 't zeen schuië (=het zijn rare mensen) (Ouwegems)
- 't Zien schontjes (=het zijn mooie.) (Poperings)
- 't Zijn a tantelafaires nie. (=het zijn uw zaken niet) (Zelzaats)
- 'tzijn eichenrechtsweirts van mekandere (=het zijn neven en nichten van elkaar) (Sint-Laureins)
- de autzonneringe bevestige de regel (=het zijn de dwarsliggers die het spoor rechthouden) (Munsterbilzen - Minsters)
- de fijne zijn de mijne zee de duvel (=er is veel schijn in het zijn (P.C.Hooft ; Granida) ) (Oudenbosch)
- de vaulste vérke willen et sjünste strauw (=het zijn niet altijd de besten die het meest verdienen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wieës alléén mér ieëverrieëje doeër een strontkaar (=het zijn alleen de slechte mensen die kwaad over je spreken) (Munsterbilzen - Minsters)
- et zèn wèl vèèrekes van jong, mar òch, vurèùt! (=het zijn wel een stelletje ondeugden, maar och, vooruit maar!) (Tilburgs)
- ge zoe ze soms an de muur plakkn (=het zijn lastige kinderen) (Kaprijks)
- ge zoet ze soms oan de muur plakke, ge zoe ze sewijle oan den hoak hange (=het zijn stoute kinderen) (Gents)
- het sjüpsel ho zoviël appeteit datter viël te viël sjroep klaende op zen snieë (=het menske had zoveel eetlust dat het zijn boterhammen dik besmeerde met siroop) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ken het zijn dat ik u kan? (=Hebben wij elkaar al eens eerder ontmoet?) (Rotterdams)
- oepen: Let 'n 't mau oepen en toepen (=Laat het zijn gang maar gaan, laat het maar op zijn beloop) (Lebbeeks)
- slands wijs slands eer (=ieder het zijn gewoonte) (Graauws)
- T vergoat ol in babbelen (=het zijn verloren woorden) (Iepers)
- t'es manten en kalle (=het zijn goeie vrienden) (Meers)
- tzen koai koikus (=het zijn geen goede kaantjes) (Tilburgs)
- Wo de kop vergit, moette de been besniete. (=het zijn de knechten die moeten opdraaien voor de fouten van de meester.) (Bilzers)
- ze benn'n rood op 'e groat (=het zijn socialisten) (Westerkwartiers)
- ze schiettn deur tselfste gat (=het zijn beste vrienden) (Kortemarks)
- ze schytn deur tzelfste gat (=het zijn twee goede vrienden) (Lichtervelds)
- zieg mér daste gene dikke nak kraajgs (=het zijn alléén sterke benen die de weelde kunnen dragen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen