2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het is geen`
- het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
- het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
17 dialectgezegden bevatten `het is geen`
- 't es (ooëtj 't) zoogemeel (=het is geen echt goud) (Ninoofs)
- 't is een gedacht gelijk een ander (=het is geen goed idee) (Kaprijks)
- 't sop es de koale nie werd (=het is geen inspanning waard) (Zottegems)
- As't ni woar was souk't nait seg'n. (=Al maak ik een compliment, het is geen vleierij) (Gronings)
- das e zwaur geval (=het is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- dieën ijt hoar oep zen tande; das ne specioal, dië lot ni op zenen kop schijte (zitte ), tes ginne sumpele (=het is geen gemakkelijke persoon) (Diesters)
- ei es nie oan zijn gat gedupt (=het is geen dommerik) (Wetters)
- Het is toch gêun porum !/ Tis gêun gezicht/ Ziet er toch niet uit/ (=het is geen gezicht !) (Utrechts)
- Ij es van gienen hoaze gepoept (=het is geen vlugge werker) (Hansbeeks)
- jes nie in de mis gekipt (=het is geen dommerik) (Ouwegems)
- jis tjei pertang nie contreire (=het is geen moeilijke mens) (Hansbeeks)
- jiszó roend of e biljoartbolle (=het is geen slimme) (Ostêns)
- mieer volk dan mènsen (=het is geen goed publiek) (Lokers)
- T'en is gjeene kantschoof (=het is geen gemakkelijke) (Maldegems)
- T'is gin porum (=het is geen gezicht) (Brakels (gld))
- te graut vür servet, te kleen vür toffellaoke (=het is geen kind meer en ook nog geen volwassene) (Munsterbilzen - Minsters)
- tis ne dokteur van achter de viern (=het is geen goeie dokter) (Lichtervelds)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen