Spreekwoorden met `het één`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het één`

  1. als het geen broertje is dan is het een zusje. (=het is één of het ander)
  2. als het hemd scheurt dan heeft het een gat (=wees niet vooraf al nodeloos bezorgd)
  3. het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)

9 betekenissen bevatten `het één`

  1. het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
  2. berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
  3. de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
  4. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  5. het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
  6. ik vind het pet (=ik vind het een bijzonder slechte zaak)
  7. mossel noch vis (=noch het een noch het ander - goed noch slecht)
  8. ongegund brood wordt veel gegeten. (=vaak kan men het niet verdragen dat het een ander beter gaat.)
  9. bokkensprongen maken (=van het een op het ander springen - zotte sprongen maken)

50 dialectgezegden bevatten `het één`

  1. ... dat 't e frang is (=... dat het een lieve lust is) (Veurns)
  2. 't is alt deur iet da ne puit geen hoar eet (=Het komt altijd wel door het een of ander) (Bevers)
  3. 't is noch en ei noch en joenk (=het is nog het een en het ander) (Zuid-west-vlaams)
  4. 't Was novenant! (=het één was al zo slecht als het ander!) (Dilbeeks)
  5. a't een (h) oend gewist, je beeët: gezegd als iemand iets niet opmerkt of niet vinden kan wat vlak in zijn nabijheid staat of ligt (=had het een hond geweest, hij beet) (Klemskerks)
  6. aan alle ding'n komt 'n enne (=ergens moet het een keer ophouden) (Westerkwartiers)
  7. aare of joeng (=het een of het ander) (Westels)
  8. as 't hek oop'm stijt, loop'm de schoap'n overaal (=zonder toezicht wordt het een janboel) (Westerkwartiers)
  9. As 't schoppeke blèt, verliest het zennen beet. (=Als het schaap blaat, is het een beet kwijt.) (Mechels (BE))
  10. as de as brékt vilt de kaar (=het een volgt op het ander) (Budels)
  11. da schil ne jas mee giestere (=vandaag is het een stuk minder koud dan gisteren) (Oudenbosch)
  12. das teen en taander (=dat is het een en het ander) (turnhouts)
  13. dat es giëne kak (=dat is het een en het ander, dat is wat waard) (Meers)
  14. de hël begint bau den hiemel ophült (=als je het mooie niet meer ziet in je leven, dan wordt het een hel) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. dèn het een neus veur de kop doar ku'j een vèrke met bére (=iemand met een hele grote neus) (Diems)
  16. die het een tik van de meulen gehad (=niet helemaal goed bij zijn hoofd zijn) (Alblasserdams)
  17. Die't niet Bildts skrive kin, mot 't 'n ander niet lere wille (=Wie niet Bildts kan schrijven, moet het een ânder niet willen leren) (Bildts)
  18. doet ne kier zelve (=doe het een keer zelf) (West-Vlaams)
  19. ë bitsje rëstëgër geet ook nog, ziëker (=mag het een beetje stiller, aub) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. ein kumptj noeëts allein (=van het een komt het ander) (Weerts)
  21. Eiren of joenk (=Het is het een of het ander) (Bornems)
  22. èn de grond èssët ne goeje mins, mér waaj kraajg ich em trèn (=in de grond is het een goed mens, maar hoe krijg ik hem erin) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. erre keirkgank doen (=moeder die met haar kindje naar de kerk gaat als het een tiental dagen oud is) (Meers)
  24. Est een meiske of ne knecht? (=Is het een meisje of een jongen?) (Avelgems)
  25. gaoget 'n bitje (=gaat het een beetje) (Nijlens)
  26. gaot gaon jaot (=lukt het een beetje) (Kortemarks)
  27. Gùt ’t ’n bietje? / Gùggùt 'n bietje? (=Gaat het een beetje?) (Helenaveens)
  28. hae hèt een haaf moeën op zënë kop stoeën (=hij heeft een halve kletskop) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. Het un bietje mee mekaor kenne veine (=Het een beetje met elkaar kunnen vinden) (Valkenswaards)
  30. Het zen are of joeng (=het is het een of het ander) (Zandhovens)
  31. Hij het een flinke stuiter. (=Hij is redelijk bezopen.) (Bolserters)
  32. hij het een gezig as een deurgeschete erwt (=hij ziet er belabberd uit) (Arnhems)
  33. hij het een leven as een luis óp een zeer hoëfd (=hij heeft een goed leven) (Huizers)
  34. hij het een mingelen broek en 'n pijntjies gat (=Iemand met een grote mond) (Huizers)
  35. Hij het een stuk ien de neus (=Hij is dronken) (Nijmeegs)
  36. Hij is dronken. (=Hij het een dikkeniën.) (Bolserters)
  37. Ik heb liever kèè as un aai (=ik heb het een liever dan het ander) (Tilburgs)
  38. Ik heb liever kèès as un aai (=ik heb liever het een dan het ander) (Tilburgs)
  39. Je het een krets op de erm. (=Je hebt een snee in je arm.) (Arnhems)
  40. klèèn kènder slaope derèège grôot èn aaw meense slaope derèège dôod. (=voor kleine kinderen is veel slapen gezond, voor oudere mensen is het een veeg teken.) (Tilburgs)
  41. Les carottes sont bonnes, zei de Fransman en hij at al zijn vlees op (=het één zeggen en het ander doen) (Kortrijks)
  42. Ne Skinilligoar (=het een zeggen en het ander doen) (Kortrijks)
  43. Nen Tootetrekker (=het een zeggen en het ander doen) (Kortrijks)
  44. nog zo mar un bietje aanklote (=het een stuk rustiger aandoen) (Oudenbosch)
  45. o mijn tante wielekes gat, 't was een krimkèrre. (=had mijn tante wieltjes dan was het een kar. (Als ik het geweten had dan …) ) (Gents)
  46. Ouërn of joengern (=het één of het ander) (Teralfens)
  47. Stoppe , anders wordt het een erregie. (=Stop met stoeien, straks wordt het nog echt ruzie !) (Utrechts)
  48. teen en tander (=het een en het ander) (Sint-Niklaas)
  49. tèèn en tanër (=het een en ander) (Millers)
  50. tes tieen of tander (=het is het een of het ander) (Giesbaargs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen