11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `heeft een`
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
- denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
- die heeft een graat in z`n keel (=hij is (spreekt) bekakt)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- een handwerk heeft een gouden bodem (=een goed vakman verdient altijd zijn brood)
- een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
- elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
- geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
8 betekenissen bevatten `heeft een`
- alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
- wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
- elk waarom heeft zijn daarom (=elke gebeurtenis heeft een oorzaak)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
- men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
- de koe van de pastoor eet iedere dag mals gras (=wie trouw is aan machtige mensen, heeft een heerlijk leven)
- ruwe bolster, blanke pit (=ziet er sterk uit, maar heeft een goed hart)
- met hoorntjes lopen (=zijn vrouw bedriegt hem, heeft een minnaar)
50 dialectgezegden bevatten `heeft een`
- 't is ne strongt wie hee maaj geschete (=hij heeft een groot gedacht van zichzelf) (Turnhouts)
- 't is nen iuën (=hij heeft een belangrijke positie) (Kaprijks)
- 3 kilo aardappels, gooi maar in m'n petje ! (=hij / zij heeft een groot hoofd) (Utrechts)
- a eetj zèn jongen opgeten (=hij heeft een ruige baard) (Meers)
- A ei en ètteke van pontkoek (=Hij heeft een hart van peperkoek) (Mechels (BE))
- Aa eet een veureut woër dadden zoeg kan op viggeren (=Hij heeft een groot voorhoofd) (Ninoofs)
- Aa es oep nen bek de gaas geloëpe (=hij heeft een blauwtje gelopen) (leuvens)
- Aa hei ne platten tuub (=Hij heeft een lekke band) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa hei ne smoel oem aat oep te kappe (=Hij heeft een onaantrekkelijk gezicht) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa lei mè zaan bieën in de pleuster (=Hij heeft een gipsverband om zijn been) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aa velo stoe plat (=uw fiets heeft een lekke band) (Hals)
- aaj eeget oejg in zennen bol / zen krolle (=hij heeft een groot gedacht van zichzelf) (Turnhouts)
- aë hè ne scheir gedoan (=hij heeft een lief gevonden) (Winksels)
- ai et un lang blad (=hij heeft een grote mond) (Hulsters (NL))
- aiee eu fleurris (=hij heeft een longontsteking) (Turnhouts)
- Aje Der een Brwu Ipsmit,Tè Gesnèèn (=hij heeft een grote neus) (Kortrijks)
- ajeed in zeune vinger gesnijje (=Hij heeft een windje gelaten) (Temses)
- Ajei a stuk in zenne kraag (=Hij heeft een stuk in zijn kraag) (Mechels (BE))
- Alles hef 'n êane, maor 'n wos hef ter tweeë. (=Alles heeft een einde, maar een worst heeft er twee.) (Sallands)
- an enne bergse (=Waar heeft een Siebengewalder een hekel aan..) (Siebengewalds)
- aotend in zne kop eet, eetnd nie in ze gat, tis èèn med aor up zn tandn (=hij heeft een sterk karakter) (Kortemarks)
- assem wils daudsjiete, moeste mekan ne meiter boëve zene kop mikke; doë zit zen pretense (=hij heeft een heel dikke nek (een Hasselaar!) ) (Munsterbilzen - Minsters)
- assen hat verzoerd ès, zal soeker ter nie viël aon helpe (=niet iedereen heeft een peperkoeken hart) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r benn'n gien rooz'n zunner doorns (=alles heeft een keerzijde) (Westerkwartiers)
- da bier is precies schotelwoater (=dat bier heeft een flauwe, slechte smaak) (Sint-Niklaas)
- da plefoeng maug ookés gevérf wiëne (=die kop heeft een opknapbeurt nodig) (Bilzers)
- Da vramens ee veel volk in de stoase (=Die jongedame heeft een stevige boezem) (aalters)
- Daa ie nogal nen balkon (=Die heeft een grote boezem) (leuvens)
- daaj ès goed verzien van aure en paute (=die heeft een zware boezem) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj geeter nogal mette groëve bossel dêr (=zij heeft een strenge aanpak) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt batse tot aon hêr k... (=die heeft een dik achterste) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt ë lank blaod (=die heeft een lange tong) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hèt viël hoër oppër kin (=zij kan veel weerwerk bieden, heeft een grote mond) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hétten lëleke maul (=zij heeft een grote mond) (Bilzers)
- daaj hèttët laevëke vas (=zij heeft een rustig leventje) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj laach mèttër heil gezich (=ze heeft een brede lach op haar gezicht) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj meintet nog (=die heeft een dikke nek) (Bilzers)
- daaj zit mèt ne vrêmden haon op te mèstëf (=dien heeft een vreemde man bij zich genomen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès kot aoëngebonne (=hij heeft een kort lontje - snel geïrriteerd) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae haet ‘ne fiemel (=hij heeft een eigenaardige gewoonte) (Heitsers)
- dae haet ein dieke höd (=hij heeft een dikke kop) (Heitsers)
- dae haet ein gezicht wie eine sjóttelsplak (=hij heeft een onfris gezicht) (Heitsers)
- dae haet ein hel hoed (=hij kan veel hebben, hij heeft een dikke huid) (Heitsers)
- dae haet ein moel wie ein sjöp (of: ein sjeurport) (=hij heeft een grote mond) (Heitsers)
- dae haet eine kop wie ein vaatsmanj (=hij heeft een grote mond (de ‘vaatsmanj’ was de grootste maat mand die er te krijgen was)) (Heitsers)
- dae haet get lang inne aove gezaete (=hij heeft een rode kop) (Heitsers)
- dae haet ouch ein gek paerd geraeje (=hij heeft een stommiteit uitgehaald) (Heitsers)
- dae heirt de klokke van Rome loje (=hij heeft een klop van de hamer gekregen) (Bilzers)
- dae hèt et van gene vrëmde (=hij heeft een aardje naar zijn vaartje) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt nogès ne sjietkroeëm (=hij heeft een slecht gebit) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen