Spreekwoorden met `giet`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `giet`

  1. balsem in de wonde gieten (=het leed verzachten)
  2. de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
  3. de patatten afgieten. (=urineren)
  4. in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
  5. in het vat gieten (=aanleggen)
  6. olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
  7. weten hoe men dat in het vat zal gieten (=de oplossing weten)

50 dialectgezegden bevatten `giet`

  1. 'et giet weer niet deur (=Het gaat weer niet door) (Hoogeveens)
  2. 't Aol mèens zet 't ooriezer op, de zunne giet skien (=de zon gaat schijnen) (Drents)
  3. 't giet ow goed, bi'j al wa-j doet. (=Het gaat je goed, bij alles wat je doet.) (Vechtdals)
  4. 't giet zo as't giet (=fatalistisch) (Vechtdals)
  5. 't kladdert (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. 't noadeel van wark is dat ter zovölle tied in zittn giet (=het nadeel van werk is dat het veel tijd kost.) (Vechtdals)
  7. 't raengent dat het zeik (=het regent dat het giet) (Steins)
  8. 't Reegent da' 't zikt:: het giet water (='t Regent dat 't zeikt) (Klemskerks)
  9. 't reent dat giet (=het stortregent) (Kaprijks)
  10. 't regent da 't giet (=het stortregent) (Gents)
  11. 't Regent dat 't zeejkt (=Het regent dat het giet) (Ostêns)
  12. 't règent dat 't zö zekt (=het regent dat het giet) (Wells)
  13. 't reigent aa muijers (=het giet water) (Geels)
  14. 't Reigert dat git (=Het regent dat het giet) (Mechels (BE))
  15. 't rint dat 't zikt, dat de kaffiekanne likt! (=Het regent dat het giet) (Veurns)
  16. 't rint, 't giet (=het regent) (West-Vlaams)
  17. 'trint da'tzikt (=het regent dat het giet) (Iepers)
  18. ‘t reent dat’t giet (=het regent hard) (Kaprijks)
  19. ' t giet woatre / / ' t ree (g) nt goe deure (=het regent hard) (Waregems)
  20. ' t Leem giet zien gaanks. (=Het is, zoals het is.) (Sallands)
  21. ' t raegent dát ' t zekt (=het regent dat het giet) (Horster)
  22. As armoe de deur in komp, giet de liefde 't glas oet. (=Als er armoede komt, komt er ook ruzie) (Drents)
  23. dan giet 't oaver (=dan gaat het niet door / houd het op.) (Vechtdals)
  24. de hiemëlslauze stoeën oeëpe (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. de iene boer vroagt an den nare boer, wei giet het be oer pjerd me pjerd da giet nie da lupt, en wei lupt oer pjerd oh het giet (=de ene boer vraagt aan de andere boer hoe gaat met Uw paard de boer antwoord mijn paard gaat niet, dat loopt, en hoe loopt Uw paard oh het gaat) (Heusdens)
  26. de koe steet dreig (=giet nog eens vol) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. De luengne giet net as 'n kröppeln op krukkn. (=De leugen gaat als een kreupele op krukken.) (Sallands)
  28. dei does giet nie ope! (=dat blik gaat niet open!) (Heusdens)
  29. Der giet neat foar in eigen thús (=Oost west, thuis best) (Fries)
  30. die giet deur t'kreukelbos (=iemand die veel ziekte meemaakt) (Drents)
  31. die giet en leer; n (=voortgezet onderwijs volgen) (Drents)
  32. din giêt met de petatten de koêl in (=verwachting dat iemand in het najaar zal sterven) (Sevenums)
  33. Et giet deur (=Het gaat door) (Hoogeveens)
  34. ët kladdert (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. ët raengert aa wijvër (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. ët raengert te meinës (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. et reegelt aa vroulie (S*) (=het regent dat het giet) (Sintrùins)
  38. Et reigent dat giet (=Het regent pijpestelen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  39. giet in 't beun (=snel iets op moeten drinken) (Sliedrechts)
  40. giet net oan (=gaat niet door) (Fries)
  41. giet wa (='t gaat heel goed) (Drents)
  42. Hej giet er diepe deur. (=Hij is erg gelovig.) (Drents)
  43. het giet hum heun of (=het spijt hem geweldig) (drents)
  44. het regent stroent met haakjes (=het regent dat het giet) (Eernegems)
  45. het rint dat 't zikt (=het regent dat het giet) (West-Vlaams)
  46. Hi'j giet deur kreukels en bos (=Hij heeft het zwaar te verduren) (Giethoorns)
  47. Hi'j giet een vissen, hi'j giet een fietsenen (=Het woord EEN komt vaak voor woorden die een richting aan geven) (Giethoorns)
  48. hiet et me deur thootehat (=giet het maar uit) (Zeeuws)
  49. Hij giet deur gaogel en bos (=Hij laat zich niet tegenhouden) (Drents)
  50. hij giet hen hoes (=Hij gaat naar huis) (Drents)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen