31 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ff`
- aan Bacchus offeren (=te veel alcoholhoudende drank nuttigen)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- de pantoffel kussen (=onder de slof zitten)
- de troffel in de kalkbak gooien (=zijn beroep opgeven en van zijn rente gaan leven)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
- effen rekening maakt goede vrienden (=of anders: schulden maken vijanden)
- ex officio (=ambtshalve) (Latijn)
- geen zuivere koffie (=er is iets niet in orde)
- getroffen zijn door (=wat je bijzondere gevoelens geeft, geraakt zijn door)
- goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
- het hooi op de gaffel krijgen (=het wel gedaan krijgen)
- het op zijn pantoffels/sloffen afkunnen (=het gemakkelijk aankunnen)
- het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- iemand in de buik straffen. (=als straf geen eten geven.)
- iets op zijn sloffen aankunnen (=iets heel gemakkelijk kunnen uitvoeren)
- in de wolken verheffen (=uitbundig prijzen)
- koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel doorstaan)
- koffiedik kijken (=trachten het onbekende te kennen (de toekomst))
- onder de pantoffel zitten (=thuis niets te vertellen hebben)
- op de koffie komen (=zonder afspraak ergens heen gaan)
- op het schild verheffen (=tot leider maken)
- ratione officii (=ambtshalve) (Latijn)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- trillen als een juffershondje (=van angst trillen)
- van de gaffel in de greep (=van kwaad tot erger)
- van de ratten besnuffeld/gebeten zijn (=ben je nu helemaal gek!)
- van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
- zo helder als koffiedik (=niet helder, niet duidelijk)
43 betekenissen bevatten `ff`
- je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
- verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- op de pianist schieten (=de onschuldige (de brenger van het nieuws) straffen)
- de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
- het haasje zijn (=diegene zijn die er voor opdraait, het slachtoffer)
- lik op stuk (=direct afstraffen)
- een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
- een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
- een ridder van de droevige figuur (=een sufferd)
- er niet over uit kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- in de schaduw stellen (=het beter doen dan een ander, iemand overtreffen)
- het gaat van sassenbloed (=het gaat met grote opofferingen gepaard)
- hoofd van jut (=het slachtoffer)
- de sigaar zijn (=het slachtoffer zijn / de doodstraf krijgen (een sigaar wordt `onthoofd` voor gebruik))
- de kop van jut (=het slachtoffer, het zwarte schaap)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- iemand troef geven (=iemand afstraffen)
- het is goed sollen met een dood paard. (=iemand die geen verzet biedt, is een makkelijk slachtoffer)
- iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
- de haring braden om de hom of kuit (=iets opofferen om een kleinigheid)
- met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
- kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
- gepakt en gezakt (=klaar voor vertrek (met alle koffers ingepakt))
- in de lucht laten vliegen (=laten ontploffen)
- in gebreke stellen (=officieel stellen dat de taak niet naar behoren is uitgevoerd)
- leer om leer zijn (=op gelijke manier straffen als de maner waarop iemand in de fout gegaan is)
- met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
- lapsus calami (=schrijffout)
- boompje groot, plantertje dood (=sommige dingen hebben effecten die je niet kunt voorzien)
- snoeien doet bloeien. (=tijdelijke opofferingen zijn nodig om op de lange termijn te kunnen gedijen en bloeien)
- voor de mast gediend hebben (=van gewone matroos opgeklommen zijn tot officier)
- de hand reiken (=vergiffenis schenken)
- voor iemand door het vuur gaan/vliegen (=voor iemand alles overhebben, zich opofferen)
- we zullen ze eens een poepie laten ruiken (=we zullen iets doen dat hen zal verbluffen (vooral toegepast in situaties waar sprake is van competitie))
- wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in (=wie een ander iets wil misdoen, kan er zelf het slachtoffer van worden)
- iemand iets betaald zetten (=wraak nemen of straffen)
- iemand naar de kroon steken (=z`n best doen anderen te overtreffen)
- met de vossenstaart geselen (=zacht straffen)
- te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen)
10 dialectgezegden bevatten `ff`
- 'k ga ff de vullis (of kliko) aan de dijk zetten (=Ik ga even de vuilnis aan de weg zetten) (Lopiks)
- De blauwe wagen mot ff voor komen voor je. (=Je moet worden opgenomen in een gekkenhuis) (Utrechts)
- ff kantje pikken (=langs de haven lopen / wandelen) (IJmuidens)
- ff n peukie doen (=Even een sigaret roken) (IJmuidens)
- ff opgooien (=even langs brengen) (Benschops)
- Ga nauw gauw deur - Uitdrukking , afhankelijk van de situatie , is de intonatie en dus betekenis anders. (=dat meen je niet/Doe ff normaal/zoek het lekker uit/ kom effe/) (Utrechts)
- Heb ik jou ff Tuk / Stao jij met je bek vol tanden (=Heb ik jou ff beet / Sta jij ff met je mond vol tanden) (Utrechts)
- Ik mos ff mijn ruggegraot verlenguh. (=Ik moest ff poepe) (Utrechts)
- Ik mos me neef effe-n-'n hand geve / ik mos / moest even/effe sasse / mos ff naar de plee (=Ik moest plassen) (Utrechts)
- t'is goed met juh / moak dat je zuster wijs/ Je zuster op un houtvlot, bekijk het ff lekker zelf (=Reactie op iemand die je uitscheldt of iets wijsmaakt) (Utrechts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen