Spreekwoorden met `enden`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `enden`

  1. de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
  2. de lenden omgorden (=je gereedmaken)
  3. de lenden smeren (=afrossen)
  4. de steven wenden (=op een andere manier de dingen gaan aanpakken)
  5. een stok in de lenden leggen (=slaan)
  6. een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
  7. effen rekening maakt goede vrienden (=of anders: schulden maken vijanden)
  8. het koren van de molen zenden (=de klanten wegjagen - zichzelf benadelen)
  9. iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
  10. in het land der levenden (=op aarde, voor de dood)
  11. in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
  12. leven als vrienden en rekenen als vijanden (=vriendelijk met elkaar omgaan uit een soort van formaliteit maar eigenlijk helemaal niet zo op elkaar gesteld zijn)
  13. van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
  14. vrienden in nood, honderd in een lood (=wanneer er zich problemen voordoen, laten vrienden je vaak in de steek)

13 betekenissen bevatten `enden`

  1. alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
  2. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  3. op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)
  4. dat zijn ze niet die `t Wilhelmus blazen (=dat zijn onze vrienden niet)
  5. ketters wonen het dichtst bij de paus (=de beste vrienden van een machtig man zijn vaak zijn grootste vijanden)
  6. ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)
  7. iemand afschepen (=met een voorwendsel wegzenden)
  8. hoeren en dieven, met geld zijn zij mijn gelieven (=met geld krijg je vrienden)
  9. hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
  10. kwade gezelschappen bederven goede zeden. (=slechte eigenschappen overnemen van slechte vrienden)
  11. vrienden in nood, honderd in een lood (=wanneer er zich problemen voordoen, laten vrienden je vaak in de steek)
  12. in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
  13. iemand de nek toekeren (=zich minachtend van iemand afwenden)

5 dialectgezegden bevatten `enden`

  1. 't enden oasem (=buiten adem) (Gents)
  2. da stink oere énden ümtrèk (=dat stinkt enorm) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. das nie heilegans ènden hoeëk (=dat is niet heel korrekt) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Niet graoperig maar wil het middelste en de beide enden (=Zich mooier voor doen dan het feitelijk is) (Giethoorns)
  5. van enden en tutten maakt men centen en klutten (=spaarzaamheid) (Brugs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen