42 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en niet`
- aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
- als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
- dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de ene kraai pikt de andere de ogen niet uit (=ze benadelen elkaar niet)
- de ganzen geloven niet dat de kuikens hooi eten. (=zelfs bij domme mensen vinden ongerijmdheden geen geloof.)
- de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)
- de kleintjes vallen niet groot (=wordt gezegd als eerder kleine vruchten verkocht worden)
- de koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs. (=iedereen is anders)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dode honden bijten niet (al zien ze lelijk) (=van doden is geen gevaar te duchten)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- het eten niet meer op kunnen. (=spoedig moeten sterven.)
- het licht in de ogen niet gunnen (=niets gunnen, er niets van kunnen verdragen)
- horzels steken niet en hommels doden niet. (=mensen met een grote mond dragen het minste bij)
- iemand het licht in de ogen niet gunnen (=iemand absoluut niet kunnen verdragen)
- in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
- je moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
- je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
- je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
- katjes die muizen miauwen niet (=tijdens het eten wordt er veel minder gesproken)
- mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
- oude bomen moet men niet verplanten (=oude mensen doet men liever niet verhuizen)
- over de doden niets dan goeds (=men ziet kwaadspreken over overledenen als iets heel onbeleefd, er mag niet gespot worden met de dood)
- stoot je hielen niet (=wordt gezegd tegen een grote lomperd)
- strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
- van de dertig penningen niet gehad hebben (=niet al te slim zijn)
- van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
- van liefde rookt de schoorsteen niet (=van de liefde alleen kan je niet leven)
- van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
- van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
- vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
- wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
- wat de een niet lust, daar eet een ander zich dik aan. (=smaken verschillen.)
- we kunnen niet allen paus van Rome zijn (=niet iedereen kan de baas zijn)
65 betekenissen bevatten `en niet`
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- dat groeit uit het raam (=dat kan men niet geheim houden)
- dat zijn ze niet die `t Wilhelmus blazen (=dat zijn onze vrienden niet)
- de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
- pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
- het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
- het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
- de kaas niet van het brood laten eten (=de voordelen niet zomaar laten afpakken)
- het kind van de rekening (=degene die schade lijdt, terwijl anderen niets hebben)
- niet kunnen rijmen (=dingen die niet met elkaar kloppen of het samen niet kunnen begrijpen)
- van die boer, geen eieren (=dit is een oplossing die men niet wenst)
- reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
- de schepen achter zich verbranden (=een beslissing nemen en niet meer terug kunnen)
- eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
- belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
- de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- het kan verkeren (=het kan veranderen, de dingen blijven niet zoals ze zijn)
- grote vissen scheuren het net (=hooggeplaatste personen worden niet zo gemakkelijk gestraft)
- met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
- leven en laten leven (=iemand of iets z`n gang laten gaan en niet mee bemoeien)
- uit de school klappen (=iets vertellen wat men niet mag zeggen)
- vuil water blust ook vuur. (=in moeilijke situaties moet je creatief en niet te kieskeurig zijn)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- een lang gezicht trekken/zetten (=laten merken dat men niet tevreden is)
- wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
- op salet zitten (=mooi aangekleed zijn en niet werken)
- daar helpt geen lievemoederen/moedertje lief aan (=niets helpt, ook vriendelijke woorden niet)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- geen spek voor de bek (=ongeschikt - iets wat men niet aankan)
- van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
- tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
- een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
- ook een raspaard schijt als een karhengst. (=rangen en standen maken mensen niet meer of minder waard)
- ziende blind en horende doof zijn (=slechte dingen niet willen zien en horen)
- zachte heelmeesters maken stinkende wonden (=sommige problemen kunnen niet met zachtheid opgelost worden)
- de één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. (=sommigen mogen alles, anderen mogen niets)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- je tanden laten zien (=tonen dat men niet bang is, van zich afbijten; stevig uitvaren; streng zijn)
- je kunt niet met twee voeten in één sok (=twee onverenigbare zaken kunnen niet worden gecombineerd)
31 dialectgezegden bevatten `en niet`
- `n zo ist e en niet aorester (=en zo is het en niet anders) (Flakkees)
- 't is nie ol gin goed dat blienkt, en slicht da stienkt! (=Niet alles wat blinkt is goud, en niet alles wat stinkt is slecht.) (Veurns)
- 'Wil niet' niet lig op 't kaarkhof en 'kan niet'lig er naost (=Proberen en niet klagen) (Giethoorns)
- Alles mit maote`, zee de snieder, en sleug zien vrouwe mit de ellestok (=Niet te veel en niet te weinig) (Giethoorns)
- Das ouet de tuet van de bla patatten (=Als men iets verteld van heel lang geleden en niet meer direkt weet of het klopt) (Rotselaars)
- De pochel vol schelden (=Flink de waarheid zeggen en niet op een vriendelijke manier) (Giethoorns)
- doar is gien speld tuss'n te krieg'n (=zo is het precies, en niet anders) (Westerkwartiers)
- ei zit mè zèn uren (=hij is boos en niet aan te spreken) (Sint-Niklaas)
- En neet stik zo lauw. ( ) (=en niet zo'n beetje ook.) (Aaltens)
- ene sjèle dove (=iemand die niet goed hoort en niet goed ziet) (Riemsts)
- Hap snaps (=Te snel en niet goed afgewerkt) (Loois)
- Hij heeft een goed hart, het had alleen gekookt op z'n rug motte hange. (=iemand niet aardig en niet gemeen vinden) (Rotterdams)
- ich bèn altijd ët pieëd mèt te lange nak (=waarom ik en niet een aander) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich bén énde ziëvede hiemel, de aander zés wolle nich nie (=Wat ben ik blij dat mijn neus van voren staat en niet opzij) (Bilzers)
- iemëd loëte gewiene (=iemand bezig laten en niet storen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemes un rib oet zoepe (=drinken en niet betalen) (Mestreechs)
- In een deuk legge/ligge(n) (=Hard lachen en niet meer kunnen stoppen.) (Utrechts)
- mandagemergen klompen gehelt en nie betelt (=maandag morgen klompen gehaald en niet betaald) (Aalsters Gld)
- mèt alleen mér op te loer te ligge, vings te genen haos (=je moet handelen en niet aarzelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- nie neute, nie pleuje (=niet klagen en niet plooien (opgeven)) (Gents)
- Niet ziek en niet gezond, maar zo leep as een hond (=Wordt wel eens gezegd van een klagend persoon) (Giethoorns)
- plakploster (=iemand die overal blijft hangen en niet naar huis kan gaan) (Sint-Niklaas)
- Sa ist en net oars, want as ' t oars wie, wie t net sa (=Zo is het en niet anders, want als het anders was was het niet zo) (Fries)
- stepke vür stepke, zau kumpste oppet trepke (=zachtjes aan en niet te snel, zo komen we d'er wel) (Munsterbilzen - Minsters)
- tel toch nich wat ie mist maar wat ie hebt (=tel wat je hebt en niet wat je mist) (Twents)
- tot hier en nie wier (=tot hier en niet verder) (Wells)
- Twas vur den drol (=Iets wat je wilde doen en niet lukte) (Lokers)
- Van Zummere en nie baang! (=Van Someren en niet bang!) (Zummers)
- wah ge in oew kupke hed, hedde nie in oew kuntje (=Een idee hebben en niet kunnen wachten om het ten uitvoer te brengen.) (Bosch)
- zau smijte ze de kiëning zen haase ook (=geven en niet gooien!) (Munsterbilzen - Minsters)
- Zo is het, en niet anders, want als het anders was, was het niet zo. (=Buul da's da gevuul) (Budels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen