Spreekwoorden met `een slechte`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `een slechte`

  1. angst is een slechte raadgever (=laat je niet leiden door angst. / Emoties zijn gevaarlijk)
  2. het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
  3. het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
  4. in een slechte huid (=ongezond - iets ongunstigs verwachtend)
  5. in een slechte reuk staan (=iemand die niet goed bekend staat)

10 betekenissen bevatten `een slechte`

  1. veel wit in de ogen hebben (=een slechte aard hebben)
  2. het verkorven hebben (=een slechte beurt gemaakt hebben bij iemand)
  3. rosse buurt (=een slechte buurt (buurt met prostitutie))
  4. een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
  5. een slecht figuur slaan (=een slechte indruk maken)
  6. er aan bekocht zijn (=een slechte koop doen)
  7. een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
  8. een morse muur is snel afgebroken (=een slechte zaak gaat niet lang mee)
  9. van de wal in de sloot belanden (=vanuit een slechte situatie terechtkomen in een situatie die nóg slechter is)
  10. je kinderen in het wild laten opgroeien (=zijn kinderen geen (of een slechte) opvoeding geven)

26 dialectgezegden bevatten `een slechte`

  1. Eine lieëlke frit is nog baeter es eine slechten aerpel! (=Een onsmakelijke friet is nog beter dan een slechte aardappel.) (Kinroois)
  2. 'n en plankierkoarter (=een slechte kaartspeler) (Deinzes)
  3. 't Is een slechte bakte (=Een zedeloze vrouw) (Zeeuws)
  4. die kirrel het ' n hondeboan (=die man heeft een slechte baan) (Westerkwartiers)
  5. e kwake vroenk (=een slechte beweging) (Veurns)
  6. een slecht joar is nog gien slechte eeuw (=na een slechte periode komt altijd weer een betere) (Westerkwartiers)
  7. Een zeper(d) (=een mislukking, een slechte aankoop, een kapot ding etc) (Utrechts)
  8. eine slechte naober kan dich mèt van alles tamptere (=een slechte buur kan je het leven zuur maken (tamptere = pesten)) (Heitsers)
  9. Ge stienkt gèèf uit oewe'n ruif! (=Wat heeft u een slechte adem!) (Roosendaals)
  10. Gèè zet nowgal ne kiejeverejer (=jij eet te traag, je bent een slechte eter) (Wommersoms)
  11. Hee hef ' n kop verkeerd stoan (=Hij is in een slechte bui) (Twents)
  12. Hij is steeg van afgoun (=Hij is een slechte betaler) (Bevers)
  13. hij kent alle toal'n, behaalve betoal'n (=over een slechte betaler :) (Westerkwartiers)
  14. jee der ze kleern an gescheurd (=hij heeft een slechte zaak gedaan) (kortemarks)
  15. jis gekend lik e slicht olf frangsje (=hij heeft een slechte reputatie) (Kortemarks)
  16. Kzen in affronte gevalle (=Ik heb een slechte beurt gemaakt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  17. loffelijke geweunte (=een slechte gewoonte) (Gents)
  18. ne gestampten boer (=een echt boers iemand (gestamp wordt gebruikt om een slechte eigenschap te benadrukken)) (Meers)
  19. ne kladpotter (=een slechte schilder) (Gents)
  20. nog ene koje daog én tès vërbij (=hij zal vlug dood zijn (nog één slechte dag)) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. tis ne dokteur van achtre de viern (=het is een slechte dokter) (Kortemarks)
  22. tis ne stielman van me voetn (=het is een slechte vakman) (Kortemarks)
  23. tis ne stielman van tseevenste knopsgat (=het is een slechte vakman) (Lichtervelds)
  24. Vendaog steedtem zene kop verkeird (=Hij is in een slechte bui vandaag) (Bilzers)
  25. wanne kojjenojjem (=hij heeft een slechte adem) (Astens)
  26. zën haan verbranne (=een slechte inschatting maken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen