Spreekwoorden met `dr`

Zoek


202 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `dr`

  1. aan de draai houden (=bezig houden)
  2. aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
  3. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele samenhang vertonen)
  4. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
  5. alle goede dingen bestaan in drieën (=gezegd van iets waarvan men er twee heeft en een derde wil krijgen)
  6. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  7. als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
  8. als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
  9. als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
  10. als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
  11. als niet komt tot iet dan is het allemans verdriet (=een `parvenu` heeft dikwijls kapsones)
  12. altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
  13. avondrood, mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt mooi weer)
  14. bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
  15. boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
  16. brave hendrik (=een persoon die op overdreven wijze de regeltjes volgt)
  17. dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
  18. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  19. de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
  20. de bui over laten drijven. (=niet reageren op een moeilijke situatie)
  21. de dag met manden uitdragen (=tijd verdoen)
  22. de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
  23. de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
  24. de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
  25. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  26. de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
  27. de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
  28. de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
  29. de drie h s meegeven (=iemand (zo mogelijk definitief) wegsturen)
  30. de drie h s op de rug hebben (=vast zitten, niet weg kunnen komen)
  31. de druiven hangen te hoog (=van iets dat men niet krijgen kan, zeggen dat men het niet wil)
  32. de druiven zijn zuur (zei de vos maar hij kon er niet bij) (=van iets dat men niet krijgen kan, zeggen dat men het niet wil)
  33. de druk is van ketel (=de grootste spanning is voorbij)
  34. de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
  35. de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt)
  36. de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
  37. de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
  38. de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
  39. de kurk waarop de zaak drijft (=de basis (steun) van het geheel)
  40. de palm wegdragen (=winnen)
  41. de rode draad (in een verhaal of betoog) (=het centrale thema, hetgeen waar steeds weer op wordt teruggegrepen)
  42. de wereld draait door (=het leven gaat gewoon door, ondanks problemen.)
  43. de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
  44. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  45. die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
  46. die wijn drinkt kweekt luizen. (=veel alcohol drinken maakt je arm)
  47. door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
  48. draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
  49. driemaal is scheepsrecht (=de derde keer zal je wel gaan lukken)
  50. droge stokvis (=een houterig iemand)

280 betekenissen bevatten `dr`

  1. aan de fep zijn (=(overmatig) drinken)
  2. de zweep erop leggen (=afdrijven, opjagen)
  3. vroeg opstaan (=alert zijn voor bedrog)
  4. de derde streng houdt de kabel. (=alle goede dingen bestaan in drieën)
  5. het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
  6. lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
  7. alles door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en drinken)
  8. vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
  9. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  10. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  11. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  12. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  13. gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  14. de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
  15. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  16. begaan zijn met (=bedroefd zijn omdat het met iemand niet goed gaat, meeleven met)
  17. dat is huilen met de pet op (=bedroevend resultaat)
  18. van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
  19. er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
  20. zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
  21. door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
  22. dan zwaait er wat (=dan dreigen zware repercussies)
  23. dat zet geen zoden aan de dijk (=dat is geen bijdrage van serieuze betekenis)
  24. aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  25. het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
  26. voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)
  27. je huiswerk maken (=de liefde bedrijven)
  28. de prins op het witte paard (=de man van je dromen)
  29. als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
  30. een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
  31. mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
  32. het vlees doden (=de zinnelijke behoeften onderdrukken)
  33. dat varkentje zullen we even wassen (=deze opdracht zullen we even uitvoeren)
  34. het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
  35. die is vis (=die is dronken)
  36. sijmen betaalt (=diegene die het minste verdient draagt de kosten)
  37. het haasje zijn (=diegene zijn die er voor opdraait, het slachtoffer)
  38. zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
  39. de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
  40. met een gouden hengel vissen (=door bedrog zijn doel halen)
  41. buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
  42. met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
  43. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  44. alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
  45. een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
  46. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  47. zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
  48. in de lucht hangen (=dreigen te gebeuren - onzeker zijn)
  49. de derde man brengt de spraak aan (=drie hebben gemakkelijker een gesprek dan twee)
  50. heet gebakerd (=driftig van aard)

50 dialectgezegden bevatten `dr`

  1. 'k heb ut dr neergelegen! (=Ik heb het er neergelegd!) (Rotterdams)
  2. 'k verstoan dr gin klootn van (=ik begrijp er niets van) (Ostêns)
  3. A'j dr bunt, mojje dr ok wean (=Als je er bent, moet je er ook wezen.) (Twents)
  4. Alna hef n eande, mear n metwors hef dr twee (=Klets maar wat) (Twents)
  5. as je dr nou nie heul gouw mee uutscheit, dan krieg je een kets (=Ik waarschuw je) (Nijmeegs)
  6. bin dr die at er nie bin me toch mossen wezen (=er zijn) (Zeeuws)
  7. da bin dr veestevee (=veel teveel) (Zeeuws)
  8. de wind dr onder (=goed in de hand hebben) (Zeeuws)
  9. di bin dr hin viere bedurven (=dat is een paar apart) (Zeeuws)
  10. Die lácht nog nie as dr 'n stuk stró.nt tege dr muur opkruupt (=Iemand zonder humor) (Genneps)
  11. dr bin dr hin viere bedurven (=een stel wat niet deugt) (Zeeuws)
  12. dr ei tn hin kis van eheten (=hij heeft er geen verstand van) (Zeeuws)
  13. dr elpt hin lievemoederen an (=er helpt niks aan) (Zeeuws)
  14. dr es geeën droad an ebrookn (=we nemen het u niet kwalijk) (Waregems)
  15. dr is hin ie-en kleinleuhentje bie (=eerlijk waar) (Zeeuws)
  16. dr kan hin veuheltje zn stert opligtn of ze bin dr bie (=erbij zijn) (Zeeuws)
  17. dr muujg af zèn (=Moe zijn) (Liessents)
  18. dr nie goewd an zèn (=Jezelf niet goed voelen) (Liessents)
  19. dr op gahn (=naar bed gaan) (Volendams)
  20. dr zender al schoënder verzoupe (=gezegde bij een niet zo'n mooie man) (Antwerps)
  21. dr zit een hoar in de boter (=Er is huiselijke ruzie) (Turnhouts)
  22. dr zit wat in dat de kat nie lust (=heet) (Klazienaveens)
  23. dr zitte drie maensen en een Oudurper (=Daar zijn weinig mensen) (Flakkees)
  24. has doe inge sjlaag mit dr wieksbustel gehat (=Heb je ze wel allemaal op een rijtje) (kerkraads)
  25. hea hat inne tiek in dr zender (=hij is niet helemaal 100) (kerkraads)
  26. Hebbie dr al gedouwt? (=Ben je al met haar geweest?) (Lopiks)
  27. hedde dr al un botje in (=kun je hem al omhoog krijgen) (Betuws)
  28. hej dr iene om heide plukn (=ben je gek) (Drents)
  29. hij dr ene om heide pluk'n (=niet meer allemaal op een rijtje) (Klazienaveens)
  30. hoe heet je van achteruh? Of: Van wie ben jij dr een? (=wat is je achternaam?) (Westlands)
  31. jassie je cente dr niet deur (=maak je niet al je geld op) (Slands)
  32. Je dr noar over moaken (=Ergens over in zitten) (Barnevelds)
  33. k e dr niks van emorken (=ik heb er niks van gemerkt) (Zeeuws)
  34. k eh dr al glad geen zin mer in (=ik heb er geen zin meer in) (Zeeuws)
  35. dr ard van get (=ik was ernstig ziek) (Geluws)
  36. ke dr niie fee vedusie in (=niet zien zitten) (Zeeuws)
  37. khi dr van deur (=kga op stappen) (Zeeuws)
  38. kijk uut vor dn bullebak of moeneker die je dr in wil trekke (=waarschuwing om kinderen bij de sloot vandaan te houden) (Alblasserdams)
  39. Kom derin dan ku'j dr oet kiek'n (=Hallo leuk dat u er bent kom binnen) (Twents)
  40. kop dr veur (=vol er tegenaan gaan) (Klazienaveens)
  41. Naait dr is un end oit! (=Ja daaag!) (Liessents)
  42. noa dissen kump dr wal wier nen frissen (=na deze komt er wel weer een nieuwe liefde) (Twents)
  43. Reusel, Reusel, koeien in dn wei, verkes in dn stal, 't stinkt dr overal. (=Rijmpje over Reusel, een dorp in Brabant) (Eersels)
  44. t is aaltied hin kermis a stin dr kriimen (=kermis) (Zeeuws)
  45. t is stille dr a t noeait waait (=t is altijd wat) (Zeeuws)
  46. t zeil leit dr over (=wanneer Herkingen gesloten is) (Flakkees)
  47. tblienkt zo je kan je musse dr we in opzetten (=glimmen) (Zeeuws)
  48. tis stille dr ad noe-ait waait (=onmin) (Zeeuws)
  49. Van wie bin ie dr eene (=Wie zijn je ouders / familie) (Steenwiekerwolds)
  50. Van wie bin je dr in (=Wie is je vader / opa) (Slands)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen