8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de zak`
- advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
- de centen dansen hem in de zak. (=hij kan niets sparen)
- de zak krijgen (=ontslagen worden)
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- het geld brandt hem in de zak (=hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit)
- iemand de zak geven (=iemand ontslaan)
- liever brood in de zak, dan een pluim op de hoed (=van eer kan men niet leven)
- mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
9 betekenissen bevatten `de zak`
- in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- je schaapjes op het droge hebben (=de zaken op orde hebben of voldoende hebben om niet meer te hoeven werken)
- oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
- nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
- er de mond vol van hebben (=praten over de zaken die iemand bezighouden)
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
35 dialectgezegden bevatten `de zak`
- 't boov'mste moet eerst uut de zak (=waar men vol van is praat men over) (Westerkwartiers)
- 't is een scheed in de zak (=het is een maat voor niets) (Kaprijks)
- ' kmoest de leste man de zak oepgeve (=ik ben te laat) (Antwerps)
- Da's een leutertuugje (=Kat in de zak gekocht) (Flakkees)
- de leste man de zak gheven (=als laatste weggaan) (Hulsters (NL))
- de zak kraige (=Ontslagen worden) (Rotterdams)
- de zak krijge (=afgedankt worden) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zak ophaoje (=als laatste blijven) (Heitsers)
- dweîs in de zak zittn (=tegendraads zijn) (kortemarks)
- Dwis in de zak (=Hij ligt dwars) (Zelzaats)
- Eemes mòt de lèste man de zak ophaaje. (=Iemand moet de laatste zijn.) (Roermonds)
- één de zak geev'm (=iemand ontslaan) (Westerkwartiers)
- Ge 'oef nie de leste man de zak op te geven! (=Je hoeft niet per se de laatste te zijn!) (Roosendaals)
- ge ligt twis in de zak (=je bent tegendraads, een dwarsligger) (Waregems)
- ie ès swissn in de zak / i ës swees in de zaak (=hij is tegendraads) (oudenaards)
- iemand de zak geve (=iemand wegsturen) (Oudenbosch)
- iene mit de kop in de zak laoten zitten (=iemand in het ongewisse laten / Iemand in eigen sop gaar laten koken) (Giethoorns)
- ik ee moe'n de loatste man de zak ipgeev'n (=ik ben gebleven tot de laatste) (Waregems)
- It sil my de sek net jokje (=de zak zal mij er niet van jeuken) (Fries)
- J'es altijt twis in de zak (=Het is een dwarskop, koppigaard) (Hansbeeks)
- Jis akkent tweis in de zak (=Hij ligt altijd dwars) (Maldegems)
- ne smoek maoke (=de zak toebinden) (Tongers)
- tot de lèsteman de zak opgeve (=tot het einde blijven) (Oudenbosch)
- twis in de zak (=dwars liggen, dwarsligger) (Maldegems)
- tzwèes in de zak (=dwarsliggend, zich verzettend) (Wichels)
- Van twis in de zak zitt' n. (=Tegendraads zijn.) (Zwevegems)
- väöl klein aerpel vulle de zak (=veel kleintjes maken één grote) (Heitsers)
- wat 't eerste ien de zak gijt, komt d'r as leste weer uut (=vele eersten zullen de laatsten zijn) (Westerkwartiers)
- zaaje mee wattur in de zak zit (=het doen metr wat er is) (Oudenbosch)
- zoaën noar de zak (=tering naar de nering zetten) (Kaprijks)
- zoajen nar de zak (=uitgeven naar wat je verdient) (Kortrijks)
- zoajen nor de zak (=niet meer uitgeven dan men heeft) (Giesbaargs)
- Zoajn noar de zak (=We verdelen naargelang beschikbaarheid) (Bambrugs)
- zoan nor de zak (=gepast geld uitgeven) (Moes)
- zojen no de zak (=niet meer uitgeven dan je hebt) (Veurns)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen