Eén spreekwoord bevat `bieten`
- de bietenbrug opgaan (=falen, ten onder gaan, zwaar verliezen)
15 dialectgezegden bevatten `bieten`
- 'n kerre bieëten (=een kar bieten) (Overmeers)
- 'n plekke beitrauve (=een veld bieten) (Overmeers)
- bete dabbe (=aarde van bieten verwijderen met een mes) (Hoeselts)
- bieëtn zettn (=bieten op het veld uitdunnen met de hark) (Waregems)
- butraap'n dinn (=bieten uitdunnen) (Veurns)
- De betrougn vlogn over't stopberd en vieln op mijnen kop (=De bieten vlogen over het schot en vielen op mijn hoofd) (Bambrugs)
- De groëte biëte doen (=De bieten rooien) (Rillaars)
- é zoet é frang in tweeën bieten (=over iemand die spaarzaam (gierig) is) (Langemarks)
- ie zou un dubbeltje deur bieten (=zuinig) (Zeeuws)
- je zoed un klute in tweeën bieten (=hij is gierig) (Brugs)
- je zoet een frang in tweien bieten (=gierigaard) (West-Vlaams)
- krebbe bieten (=armoedig eten) (Veurns)
- ne put bieëten of beitrauven (=een put bieten) (Overmeers)
- OS je da niet mag fret bèiten (=Als je dit niet lust, eet bieten) (Gistels)
- We èten vanaaf èrepel mej kroten en vleas. (=We eten vanavond aardappels met rode bieten en vlees.) (Werkendams)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen