Spreekwoorden met `at`

Zoek


702 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `at`

  1. `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
  2. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  3. aan het eind van zijn Latijn zijn (=uitgeput zijn)
  4. aan het laatje zitten (=bij de bron zitten / geld hebben)
  5. aap wat heb je mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
  6. aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
  7. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  8. advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
  9. al vaak met dat bijltje gehakt hebben (=het werk al vaker gedaan hebben en weten hoe het moet)
  10. al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkheden uitproberen)
  11. alle baat helpt zei de schipper, en hij blies in het zeil (=alle beetjes helpen)
  12. alle dingen hebben twee handvatten. (=er zijn vaak meerdere manieren zijn om een situatie aan te pakken)
  13. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  14. alles door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en drinken)
  15. alles wat los en vast is (=echt alles)
  16. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  17. als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
  18. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  19. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  20. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  21. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
  22. als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
  23. als het hemd scheurt dan heeft het een gat (=wees niet vooraf al nodeloos bezorgd)
  24. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
  25. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  26. als het varken zat is, gooit het de bak om. (=gezegd als iemand geen dankbaarheid toont)
  27. als het water zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
  28. als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
  29. als katten muizen, mauwen ze niet (=wanneer je aan het eten bent, praat je niet zoveel)
  30. april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
  31. baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
  32. bang zijn zich aan koud water te branden (=erg voorzichtig zijn)
  33. ben je belatafeld (=ben je gek)
  34. beter laat dan nooit (=het is beter dat iets een beetje te laat komt, dan dat het nooit gebeurt)
  35. bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
  36. blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
  37. bloot slaat dood (=iemand voor het blok zetten: iemand dwingen een keuze te maken)
  38. boontjes uit water eten. (=een eenvoudige maaltijd.)
  39. botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  40. boven water komen / boven water halen (=tevoorschijn komen / tevoorschijn halen, verschijnen, opduiken)
  41. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  42. boven zijn theewater (=dronken)
  43. contra rationem (=strijdig met de rede) (Latijn)
  44. daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
  45. daar is geen woord Frans/Latijn/Chinees bij (=iedereen kan dat begrijpen)
  46. daar is wat aan te kluiven (=daar is werk aan)
  47. daar komt de zwarte kat in (=daar komt ruzie van)
  48. daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
  49. daar zitten graten in (=daar klopt iets niet)
  50. daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)

1044 betekenissen bevatten `at`

  1. distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  2. distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  3. distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  4. naar iemands pijpen dansen (=(onderdanig) alles doen wat iemand vraagt)
  5. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  6. aan de fep zijn (=(overmatig) drinken)
  7. het licht zien (=1: begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep 2: geboren worden, ontstaan)
  8. aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden /  beloven, maar steeds weer uitstellen)
  9. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  10. bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
  11. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  12. ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
  13. in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
  14. de tongen losmaken (=aanleiding geven tot gepraat)
  15. het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
  16. het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
  17. de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
  18. het doel heiligt de middelen (=alle middelen zijn toegelaten, zolang het doel maar bereikt wordt)
  19. kromme sprongen maken (=alle moeite doen om zich uit een situatie te redden)
  20. om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
  21. de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
  22. het loopt op rolletjes (=alles gaat als vanzelf)
  23. botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
  24. ogen van achteren en van voren hebben (=alles goed in de gaten houden)
  25. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  26. iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
  27. alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
  28. je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
  29. have en goed (verliezen) (=alles wat je hebt (verliezen))
  30. het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
  31. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
  32. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  33. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  34. liggende maan, staande matrozen. (=als de maan op zijn kant staat komt er storm op zee)
  35. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  36. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  37. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  38. komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
  39. waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
  40. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  41. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  42. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  43. mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
  44. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  45. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  46. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  47. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  48. buiten de kerf gaan (=als iets te ver gaat)
  49. eén kwade dag maakt de winter niet. (=als iets verkeerd gaat, hoeft nog niet alles verkeerd te gaan.)
  50. lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)

50 dialectgezegden bevatten `at`

  1. 't is green at (=er zit een haar in de boter) (Booms)
  2. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. (=at 't niet kin soa't 't mot, dan mot 't maar soa't 't kin.) (Bildts)
  3. As men tentjen wielekes at tein was een tantwieleken. (=Je moet niet zeuren over wat niet is. 1) (Teralfens)
  4. at 't op sjoëpsjaere aonkimp (=als het erop aan komt) (Bilzers)
  5. at 't op sjoëpsjaere aonkoêm (=als het erop aan kwam) (Bilzers)
  6. at Aspei ze lêmpke autgeet, zit Aspei èn den doenkele (=Als de hemel valt, hebben we allemaal een blauwe muts) (Bilzers)
  7. at de klok van Raume slig, blifste zau! (=Trek geen grimassen!) (Bilzers)
  8. at de vêrke zaot zin, zin de roëpe zoêr (=als de muis zat is, wordt het meel bitter) (Bilzers)
  9. at fernien vliegt, kriegen me onweer (=venijn) (Zeeuws)
  10. at hi-j nog langzamer lup, luppe achteruut (=Hij loopt langzaam) (Achterhoeks)
  11. at hij tusse mijne paraa (prei) sukkelt vinnen z'em noot ne meer (=Over een dwerg zegt men soms ...) (Bevers)
  12. at ich èn zaajn plak weir (=als ik jou was) (Bilzers)
  13. at ich mich moet versjangeniëre, bèste nog nie goed aof (=als ik kwaad word, is het je hoogste tijd) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. at ich zau ën graute maul hoch, waaj dich, dan loet ich mich doë ën dikke kont van maoke (=je hebt een grote mond, nog groter dan een dikke kont) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. at kalf verdroenkn nis dempt men den put (=als het kalf verdronken is dempt men de pu) (Zeeuws)
  16. at n hemmel vaalt brekt alle boonnstökke (=als iemand zich onnodig zorgen maakt) (Twents)
  17. at nie te veul dol is (=als het niet te veel moeite is) (Oudenbosch)
  18. at s'maons vrog de hane uut dinxper in aalten kraei'jt , dan heft s'nachts unmöndig e'waei'jt . (=Humoristich overdrijven) (Achterhoeks)
  19. at tich doeë mér niks aonkump (=als dat maar gaat lukken) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. at waor is zienge ze in de kerk (=het is maar de vraag of dat waar is) (Oudenbosch)
  21. at ze breidsje gebakken ès, moessët doëviër nog nie hals iëver kop opaete (=geniet rustig van de rijkelijk leventje) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. at ze stilvilt ès ze zik (=vrouwen kauwen voortdurend zonder iets in hun mond te hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. at zowijtis kunde gij niks meeneme (=een doodshemd heeft geen zakken) (Oudenbosch)
  24. bin dr die at er nie bin me toch mossen wezen (=er zijn) (Zeeuws)
  25. Blief van mien af , I-j mag mien wel an de boks kommen, moar alleen at e an den draod hink (=Blijf van me af) (Achterhoeks)
  26. da azuu ne kop op en virken stond, 'k en at vanzeleve gien uuflakke mier (=van een lelijkaard zegt men) (Gents)
  27. daaj zauk alles at hërren dikken tein (=die vindt zomaar van alles uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. Dat staat er op as haor op een hond (=at staat heel dicht, b.v. gras) (Giethoorns)
  29. de man oet nog nen heiring waaj ter daud wos (=de man at nog een haring toen hij dood was) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. de rute is trut en at rint rint trin (=de ruit is er uit en als het regent regent het er in) (Izegems)
  31. ei viel en at twee boebels op zènne kop (=hij viel en had twee builen op zijn hoofd) (Sint-Niklaas)
  32. ën vroo konste pas smieë at ze heet ès (=je moet altijd het goede ogenblik kunnen afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. Et da lam oai? Joat da lam et oai. Da lam et oai at da lam oai et (=Heeft dat lam hooi? Ja, dat lam heeft hooi. Dat lam heeft hooi als dat lam hooi heeft) (West-Vlaams)
  34. ët kump nie trop aoën wëlke kleiër oos poeske hèt, at ze mér maajs vink (=in politiek telt geen partijkleur, als je maar geld vangt !) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. I-j mag mien wel an de boks kommen, maor alleen at e an den draod hink (=Je moet niet aan me zitten) (Achterhoeks)
  36. ie is zo slecht at n sleept (=slecht) (Zeeuws)
  37. Ik at hem vaste aan 't ges (=Hij houdt stand) (Gavers)
  38. ik har nog leewer at mie nun beer grip (=ik werd nog liever gegrepen door een beer) (Twents)
  39. in zn vel at n nie estropt is (=waar is jan) (Zeeuws)
  40. jat e vessche schelle van de schutle (=hij at een plak vers spek) (Kortemarks)
  41. je sloeg olles ien sien dorre (=hij at alles op) (Roeselaars)
  42. kheloof at vlie-es beter is as de bie-enen (=geloven) (Zeeuws)
  43. Kwok ham ha, dan aat ik aaier mee ham ak aaier ha (=Ik zou willen dat ik ham had, dan at ik eieren met ham, als ik tenminste eieren zou hebben) (Tilburgs)
  44. Kwok un aai ha, dan aat ik aaier mee ham, ak ham ha. (=ik zou willen dat ik een ei had, dan at ik eieren met ham, als ik ham had.) (Tilburgs)
  45. laajighéts ès kotbij at den iever wijd voert ès (=ik wou vandaag nog wel eens koken, maar de blikopener was zoek!) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. Les carottes sont bonnes, zei de Fransman en hij at al zijn vlees op (=Het één zeggen en het ander doen) (Kortrijks)
  47. Marie zet t'vainster oapen da ze rieken da we kiek éiten (=Wanneer men kip at op t'Vestje) (Dendermonds)
  48. nieuwe petaten en zoute vis - eten de boeren at kerremis is (=nieuwe aardapplelen) (Zeeuws)
  49. nieuwe petaten en zoute vis eten de boeren at kerremis is (=kerremis) (Zeeuws)
  50. onder twoeëtr zat ne poeëtr mi zèn tieënen boven twoeëtr. Oeveel tieënen at dieë poeëtr... (=aftelrijmpje) (Meers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen