38 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aan het`
- aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
- aan het andere eind van de wereld (=heel ver weg)
- aan het eind van zijn akker zijn (=het geld is op)
- aan het eind van zijn Latijn zijn (=uitgeput zijn)
- aan het klokzeel hangen (=bekend maken)
- aan het kortste eind trekken (=in de ongunstigste positie zijn / verliezen)
- aan het laatje zitten (=bij de bron zitten / geld hebben)
- aan het langste eind trekken (=in de voordeligste positie zijn)
- aan het licht brengen (=bekend maken (bijz. van ongunstige dingen))
- aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
- aan het lijf schieten (=haastig aantrekken (kleding))
- aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden / beloven, maar steeds weer uitstellen)
- aan het roer zitten/staan (=de leiding hebben)
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- aan het verstand brengen (=duidelijk maken)
- aan het vinkentouw zitten (=in spanning iets afwachten en graag door willen)
- aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
- de bal aan het rollen brengen (=de aanzet geven)
- de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
- een blok aan het been (=een last zijn voor iemand anders.)
- een draai aan het verhaal geven (=een hele eigen versie van wat er gebeurd is vertellen)
- er staat een beer aan het hek te rammelen. (=naar het toilet moeten)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- geen hemd aan het lijf hebben (=naakt of erg arm zijn)
- geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- iemand aan het lijntje hebben (=meewerken met iemand)
- iemand aan het touw hebben (=over iemand de macht hebben)
- iets aan het handje hebben (=een beetje verkering hebben)
- iets aan het licht brengen (=iets bekend maken wat verborgen is)
- iets na aan het hart hebben liggen (=er erg mee begaan zijn)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
- niet aan het juiste adres zijn (=iets aan de verkeerde persoon vragen)
- nu heb je het schaap aan het schijten (=nu komen er problemen van)
- onze lieve heer is aan het kegelen (=het onweert)
- van de wieg tot aan het graf (=van de geboorte tot aan de dood)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- wat men aan het zaad spaart verliest men aan de oogst (=verkeerde zuinigheid is niet goed)
31 betekenissen bevatten `aan het`
- lapsus memoriae (=aan het geheugen ontsnapt)
- op tui houden (=aan het lijntje houden)
- op het sleeptouw houden (=aan het lijntje houden)
- aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
- de kap maakt de monnik niet (=aan het uiterlijke kan men het innerlijke niet beoordelen)
- bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
- in het getouw (=aan het werk)
- in het gareel spannen (=aan het werk zetten)
- aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien (=bij gebrek aan het goedkope, het dure gebruiken)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- het lieve leventje gaande (=de ruzie begonnen - de poppen aan het dansen)
- olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
- de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
- vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
- de hand aan de ploeg slaan (=flink aan het werk gaan)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
- iemand in het gareel slaan (=iemand dwingen voor je te werken, iemand aan het werk zetten)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- geen ja en geen neen zeggen (=nog twijfelen aan het antwoord)
- in het geweer (=onder de wapens / aan het werk)
- je er met jantje-van-leiden afmaken (=onzorgvuldig zijn en weinig aandacht aan het werk besteden)
- alle beetjes helpen (=ook kleine dingen dragen bij aan het grote geheel)
- het eindje draagt de last. (=pas aan het eind komen de problemen tevoorschijn)
- wie het laatst lacht, lacht het best (=pas aan het einde kan je zien we gewonnen heeft)
- vroeg in de weer zijn (=vroeg aan het werk zijn)
- als katten muizen, mauwen ze niet (=wanneer je aan het eten bent, praat je niet zoveel)
50 dialectgezegden bevatten `aan het`
-
Laotj eug linkse handj neet wete det de rechse aan 't wek is! (=Laat uw linker hand niet weten dat de rechter aan het werken is.) (Kinroois)
- 'k docht bè (in) min eigen (=ik was aan het denken...) (Sint-Niklaas)
- 'k zal m'n gat maar weer onger min erreme neme (=ik zal maar weer eens aan het werk gaan) (Wierings)
- 't es an 't friezn, reeënen, snieën... (=het is nu aan het vriezen, regenen, sneeuwen...) (Waregems)
- 't es an 't zjèver'n (=het is aan het motregenen) (Wevelgems)
- 't is ne goeie speet ontoen (=het is hard aan het regenen) (Sint-Niklaas)
- 't is ont miezer'n (=het is aan het motregenen) (Oudenhoofs)
- 't is ont vurreten (=het is heter aan het worden) (Sint-Niklaas)
- 't regent neig, 't regent aa wijven (=het is hard aan het regenen) (Sint-Niklaas)
- 't swieët liuëp lans de spledde va mij gat (=ik ben heel hevig aan het zweten) (Kaprijks)
- 't venien zit em in 'e steert (=aan het einde komt nog tegenslag) (Westerkwartiers)
- 't vlieg (gelijk) nadde (=het is lichtjes aan het regenen) (Kaprijks)
- 't wark priest zien meester (=aan het resultaat herken je de vakman) (Westerkwartiers)
- ‘t is liuëluk in’t koat an ‘t goan (=het is aan het ontsteken (infecteren)) (Kaprijks)
- (je ken) aan het gas, hebbie licht gratis (=Je kunt het bekijken / zak erin / zoek het uit / val dood) (Utrechts)
- ' k zijn ier mij kluueten aun ' t afdrauen (=ik ben hier aan het zwoegen) (Lokers)
- aan het labbere end zijn (weze) (=aan het eind van je latijn zijn) (Westfries)
- adjoemela djoemela meulenèr, meej draaike en al. En ahhe dan nie vliehe wil, dan steekkik oe in oew stal. (=liedje om een meikever aan het vliegen te krijgen.) (Hulsters (NL))
- ae es nog in rodaazj(e) (=ik ben hem aan het inrijden) (Wichels)
- aenne hègk (=aan het eind van je Latijn) (Sint-joasters)
- agge over d n duvel praot traptum op z ne steert (=binnenkomend iemand over wie men net aan het praten was) (Oudenbosch)
- alle foetëlkës koeëmë aut (=de waarheid komt altijd aan het licht) (Munsterbilzen - Minsters)
- an ' t sunterklaze (=sinterklaas aan het vieren) (Westfries)
- án de wapper ziên (=aan het wandelen zijn) (Horster)
- an het labbere end. (=aan het eind van zijn latijn.) (Texels)
- Antw: Poepe ien de schoe.n (=Wat ben je aan het doen?) (Genneps)
- aoën de pin lékke (=aan het kortste eind trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- As boere nie mer knoaje en pastoers nie mer schojje is de wereld àn 't vergaon (=Als boeren niet meer mopperen en pastoors niet meer bedelen is de wereld aan het vergaan) (Wells)
- As de katn moezt dan mieauwt ze nig (=Als je lekker aan het eten bent) (Twents)
- as gê van den duvel sprikt ziede zènne stjeirt (=iemand die het huis binnenkomt als men over hem aan het praten is) (Sint-Niklaas)
- As me moeder me buk zou voele dan zou ze zegge: me kind ' êt kliertjes. (=uitspraak van iemand die uitgebreid en goed gegeten heeft en aan het uitbuiken is:) (Schevenings)
- beele (=aan het altaar verzaken aan het huwelijk) (Werviks)
- ben non televies ont loenken (=Ik ben naar tv aan het zien) (Liedekerks)
- bijem waar ut vat af (=hij was aan het eind van zijn krachten) (Oudenbosch)
- brojkë reike, kentsjë bijte ( aan het gebakken spek ruiken maar wel een goede hap brood eten !) (=het vlees is duur, eet maar wat meer brood) (Munsterbilzen - Minsters)
- daddis alwir un eul manneke geworre (=ook de jongste zoon is al weer groot aan het worden) (Oudenbosch)
- dae haet ane waaj geluchtj (=hij kwam erachter dat het hard werken was (de waaj zit aan het einde van een vissenfuik en het is zwaar werk om die op te halen = luchte); zich in de vingers snijden (fig.) kruidenierswaren uit de koloniën) (Heitsers)
- dae hèt e sjampsjot gehad (onder den oeërlog) (=die heeft (vroeger) een goede tik aan het hoofd gekregen (hij is wat gek) ) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae kaartj, hèltj gein sjäöp (=je moet opletten als je aan het kaarten bent) (Heitsers)
- dae lachtj nog neet al zaes se proem (=hij is niet snel aan het lachen te krijgen) (Heitsers)
- dae lachtj nog neet al zuut d’r ein koe in ein kersjet (=hij is niet snel aan het lachen te krijgen) (Heitsers)
- dae lachtj nog neet al zuut d’r eine stróntj taege de wenj opkroepe (=is niet snel aan het lachen te krijgen) (Heitsers)
- dan bin-n de raopen gaer (=Dan hebben wij de poppen aan het dansen) (Giethoorns)
- Dan he' j de schaop' n ant driet' n an (=Dan heb je de poppen aan het dansen) (Achterhoeks)
- dan hej 't schoap an 't driet'n (=dan heb je de poppen aan het dansen) (Bathmens)
- Dao is de bend los (=Daar heb je de poppen aan het dansen) (Gelaens (Geleens))
- daor kondoeweige altijd gelijk innut zweet gaon staon jakke (=daar moest je meteen vanaf het begin in een hoog tempo aan het werk) (Oudenbosch)
- Dau komt sleet oep (=Het is aan het verslijten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- de beer is lös!! (=de poppen zijn aan het dansen!) (Westerkwartiers)
- de blommen in de foas zin ont vurslunsen (vurslengsun) (=de bloemen in de vaas zijn aan het verwelken) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen