Spreekwoorden met `Am`

Zoek


115 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Am`

  1. aan de voeten van GAmaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  2. AbrahAm gezien hebben (=50 jaar of ouder zijn)
  3. ad majorem dei gloriAm (=tot meerdere eer van God) (Latijn)
  4. alles over een kAm scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
  5. als de berg niet tot MohAmmed komt, zal MohAmmed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
  6. als de rechte AdAm komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  7. als een lAm ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  8. als er één schaap over de dAm is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  9. als hAmerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
  10. als het hek van de dAm is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  11. als het kind maar een naAm heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naam geven))
  12. als je alles van tevoren wist, dan kwAm je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  13. Ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
  14. Amerikaanse toestanden. (=overdreven grote en heftige situatues)
  15. binnenskAmers gebleven (=geheim gebleven)
  16. dat groeit uit het raAm (=dat kan men niet geheim houden)
  17. dat is de hAmvraag (=de vraag waar het om gaat)
  18. dat zijn aAmbeien met slagroom (=dat heeft niets met elkaar te maken)
  19. de appel valt niet ver van de stAm/boom (=kinderen lijken vaak op de ouders)
  20. de BenjAmin zijn (=het lievelingetje zijn)
  21. de brAmzeilen bijzetten (=alles op alles zetten)
  22. de dAmpen aandoen (=pesten)
  23. de dingen bij hun naAm noemen (=zeggen waar het op staat)
  24. de kAm opzetten (=zich verweren, zich tonen)
  25. de lAmp hangt scheef (=het geld is op)
  26. de MAmmon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
  27. de mug uitzuigen en de kAmeel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
  28. de oude adAm (=de zondige natuur (aard))
  29. de oude AdAm afleggen. (=slechte gewoonten of gedrag achterlaten om positieve veranderingen aan te brengen.)
  30. de trAmontane kwijt zijn (=het spoor bijster zijn)
  31. de wolf zal met het lAm verkeren. (=er zal vrede zijn)
  32. die molen maalt langzaAm (=dat gaat traag)
  33. door de kajuitsrAmen aan boord komen (=onmiddellijk bevelhebber worden, zonder eerste ondergeschikte te zijn geweest)
  34. dwazen en gekken schrijven hun nAmen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
  35. een boterhAm met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  36. een dood kind met een lAm handje (=iets dat totaal waardeloos is)
  37. een glazen boterhAm. (=een glas jenever of bier)
  38. een goede dAm leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
  39. een goede naAm is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
  40. een hond is stout op zijn eigen dAm. (=op bekend terrein durf je meer)
  41. een KAmpersteur (=een domme streek)
  42. een klap van een lAmme aap krijgen (=gekwetst worden)
  43. een kruisje is genoeg voor een boterhAm uit het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
  44. een ridder zonder vrees of blaAm (=een moedig mens)
  45. een schurftig paard vreest de roskAm (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
  46. een schurftig paard vreest de roskAm. (=wie wat op z`n geweten heeft, is bang voor het onderzoek)
  47. één uur van onbedachtzaAmheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
  48. een vette keuken een mager testAment (=wie veel uitgeeft tijdens het leven, laat weinig na)
  49. er mankeert iets in zijn bovenkAmer (=hij is niet goed bij zijn verstand)
  50. er op hAmeren (=iets voortdurend benadrukken)

145 betekenissen bevatten `Am`

  1. het oor strelen (=aangenaAm in de oren klinken)
  2. je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwAm)
  3. vele handen maken licht werk (=als een karwei sAmen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
  4. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaAmheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  5. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naAm verliest is die haast niet terug te winnen)
  6. de liefde kan niet van één kant komen (=als je sAmen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
  7. ratione officii (=Ambtshalve)
  8. ex officio (=Ambtshalve)
  9. de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaAmd zijn , geen oplossing meer zien)
  10. zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaAmte))
  11. door de wol geverfd zijn (=brutaal , schaAmteloos zijn)
  12. dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar sAmen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
  13. dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de VlAmingen dat over Waals. Walloniërs op hun beurt vinden VlaAms weer slecht Nederlands)
  14. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naAm voor trekpaarden))
  15. het bloed spreekt (=de fAmilieband doet zich opmerken)
  16. in diskrediet brengen (=de goede naAm aantasten)
  17. de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaAmteloos zondigen)
  18. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangenAme zaken)
  19. het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contAminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
  20. tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen sAmenwerken)
  21. moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaAm of vervelend zijn.)
  22. niet kunnen rijmen (=dingen die niet met elkaar kloppen of het sAmen niet kunnen begrijpen)
  23. op til zijn (=dingen zijn op dit moment gaande (met nAme veranderingen))
  24. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaAms te ontwijken in nog groter problemen komen)
  25. dun van leer en dik van smeer (=dunne boterhAm die dik gesmeerd is)
  26. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterhAm (zonder beleg))
  27. leven als een god in Frankrijk (=een aangenaAm en zorgeloos leven hebben)
  28. voor paal/schut staan (=een blunder begaan voor de ogen van anderen (en schAmen))
  29. een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een sAmenwerkingsverband)
  30. een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaAmd een vlinder vangen))
  31. onder het mes zitten (=een exAmen hebben, in angstige omstandigheden zitten)
  32. een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaAmheid kan tot grote schade leiden)
  33. samen onder een deken liggen (=een gezAmenlijk standpunt innemen)
  34. een goede naam is beter dan olie (=een goede naAm (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
  35. de kunst gaat om brood (=een kunstenaar verdient moeizaAm z`n brood)
  36. de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichAmelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
  37. een lijk in de kast (=een onaangenAme erfenis)
  38. rusten aan abrahams` borst (=een rustig, aangenaAm leven leiden)
  39. een lulletje rozenwater (=een weinig dynAmisch persoon)
  40. het hemd is nader dan de rok (=eigen fAmilie gaat voor)
  41. er op zitten zweten (=er moeizaAm of langdurig aan werken)
  42. er zijn meer hondjes die Fikkie heten (=er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naAm)
  43. je de ogen uit het hoofd schamen (=erg beschaAmd zijn)
  44. luisteren als een vink (=erg gehoorzaAm zijn)
  45. vorderen als een luis op een teerton (=erg moeizaAm opschieten)
  46. een harde nek hebben (=erg onbuigzaAm zijn)
  47. aan de leiband lopen (=erg volgzaAm zijn)
  48. aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaAmst)
  49. aan elkaar hangen als droog zand (=geen enkele sAmenhang vertonen)
  50. kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere fAmilieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)

7 dialectgezegden bevatten `Am`

  1. Drek Am stekken. (=Er meer van weten) (Twents)
  2. keet Am ne rekkre (=ik heb het zitten) (Kortemarks)
  3. Ken Am me reet roeste (=Kan me niet schelen) (Westlands)
  4. leck mich Am aasj (=je kunt me de pot op) (Heerlens)
  5. lek me gemaachs (Duits: lek mich Am aars) (=kus mijn gat) (Lanakens)
  6. Lék mich Am aarsj (=Je kunt mij de pot op) (Roermonds)
  7. tis nog te tielijk voe ip te stoan (=het is nog te vroeg àm op te staan) (Roeselaars)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen