1018 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het`
- het hoofd loopt me om (=niet meer weten wat te doen (bv bij drukte))
- het hoofd opsteken (=zich weer doen opmerken)
- het hoofd stoten (=ergens onprettig tegen aan lopen)
- het hoofd verliezen (=niet meer weten wat te doen)
- het hoogste lied zingen (=de baas zijn)
- het hoogste woord hebben (=baas zijn (of willen zijn))
- het hooi is op en de koe is dood. (=het is een hopeloze zaak)
- het hooi op de gaffel krijgen (=het wel gedaan krijgen)
- het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
- het huilen staat hem nader dan het lachen (=hij ziet er vooral de trieste kant van)
- het huishouden van Jan Steen (=een slordige boel)
- het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uitgaven doen)
- het iemand warm maken (=iemand in moeilijkheden brengen)
- het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vriendelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
- het ijzer smeden als het heet is (=je moet op het juiste moment de kansen grijpen en dingen doen)
- het in de gort jagen (=in het honderd sturen)
- het in de ramen hebben (=het in de gaten hebben)
- het in Keulen horen donderen (=met stomheid geslagen zijn)
- het in tienen geven (=wedden dat de aangesprokene het niet kan)
- het in zijn broek doen (=in de broek plassen van schrik of van het lachen)
- het interesseert me geen drol (=het interesseert me niets)
- het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
- het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
- het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
- het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
- het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
- het is bar en boos (=het is heel erg; het is heel slecht)
- het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
- het is beter een andermans hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)
- het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
- het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
- het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
- het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
- het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
- het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
- het is de toon die de muziek maakt (=het gaat om de manier waarop iets gezegd wordt)
- het is dief en diefjesmaat (=het is allemaal even erg)
- het is dun gezaaid (=het is zeldzaam)
- het is een dubbeltje op zijn kant (=het is nipt, erg onzeker)
- het is een hopje in een brouwketel (=het is zo goed als niets)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
- het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
- het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
- het is een Spaans bordeel. (=het is een chaotische wanorde)
- het is een wijze man, die maat ramen kan. (=wijsheid komt van het vermogen om situaties te begrijpen en hoe daar op te reageren)
- het is er als dood katoen. (=het is er doodsaai)
- het is er de dood in de pot. (=er is niemand.)
- het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
956 betekenissen bevatten `het`
- het loopt storm. (=het is heel druk)
- dat is een eitje (=het is heel eenvoudig)
- het is bar en boos (=het is heel erg; het is heel slecht)
- het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
- het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
- zo gaan er geen twaalf in een dozijn (=het is iets buitengewoons)
- het is zondegeld (=het is jammer dat daar kosten voor gedaan zijn)
- het is naar de maan (=het is kapot)
- vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
- wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
- het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
- vis noch vlees (=het is niet bruikbaar, omdat het niet duidelijk is)
- vlees noch vis (=het is niet bruikbaar, omdat het niet duidelijk is)
- het is niet je dat (=het is niet geweldig)
- kraak nog smaak hebben (=het is niet heel smakelijk)
- er zit een luchtje aan (=het is niet juist, het klopt niet helemaal)
- late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
- er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- er is niets van aan (=het is niet waar)
- daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
- het is een dubbeltje op zijn kant (=het is nipt, erg onzeker)
- het is nog ver van zingen (=het is nog lang niet in orde)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- het mag geen naam hebben (=het is onbetekenend (bijvoorbeeld een verwonding))
- de een scheert schapen, de ander varkens (=het is ongelijk verdeeld in de wereld)
- slot nog zin hebben (=het is onlogisch)
- iets staat op losse schroeven (=het is onzeker, er valt niet op te bouwen)
- het kainsmerk aan zijn voorhoofd dragen (=het is op zijn gezicht te lezen dat hij een schurk is)
- de kou is uit de lucht. (=het is opgelost)
- niet meer van vandaag (=het is ouderwets of niet meer acceptabel)
- het ligt er duimdik bovenop (=het is overduidelijk)
- er geen tekeningetje bij moeten maken (=het is overduidelijk)
- de mussen vallen (dood) van de daken (=het is snikheet)
- het loopt de spuigaten uit. (=het is te veel geworden)
- hora est (=het is tijd)
- het is knudde met een rietje (=het is triestig / het lijkt nergens op)
- het is knudde met de pet op (=het is triestig / het lijkt nergens op)
- er zit muziek in (=het is veelbelovend)
- het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
- vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
- daar lusten de honden geen brood van. (=het is volstrekt onacceptabel)
- wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
- er is reuk noch smaak aan (=het is weinig waard, het is niet interessant)
- het is dun gezaaid (=het is zeldzaam)
50 dialectgezegden bevatten `het`
- 't goa niet deure (=het gaat niet door / afgelast) (Waregems)
- 't goa noog in ne reedn (=het is (het lijkt) aanvaardbaar) (Waregems)
- 't goa veuruit gelaak buuneknupe (=het gaat traag vooruit) (Gents)
- 't goad-êm af (=het staat hem) (Kaprijks)
- 't goar'n zit ien tuus (=het garen zit in de war) (Westerkwartiers)
- 't goë agank zoomre wird'n zijn (=het wordt straks zomer) (Waregems)
- 't got over zèn out (=het gaat te ver) (Meers)
- 't graas aafdoon (=het gras maaien) (Steins)
- 't gras afrijn (afdoen) (=het gras maaien) (Sint-Niklaas)
- 't groeën stoet al in d'oeër'n (=de aren van het graan zijn reeds geschoten) (Meers)
- 't gros is van mien (=het meeste is van mij) (Veurns)
- 't grummelt (=het sneeuwt heel zachtjes) (Twents)
- 't gurravot van de kinderen (=het geluid van spelende kinderen) (Sint-Niklaas)
- 't haamtj zich neet (=als het samenwerken niet goed verloopt) (Weerts)
- 't haddelt (=het gaat zo zo) (Zichers)
- 'T hang dikke myn klwutt'n eut (=Ik ben het grondig beu) (Harelbeeks)
- 'T hang mijn bott'n eut (=Ik ben het beu) (Harelbeeks)
- 'T hangt ie vierkant men kloeëtn oëit (=Nu is het genoeg) (Liedekerks)
- 'T hef nog nooit zo duuster west of 't wer wa wier licht (=het komt wel goed) (Twents)
- 't het niks om 't lief (=het stelt helemaal niets voor) (Westerkwartiers)
- 't het niks omme hakk'n (=het stelt niets voor) (Westerkwartiers)
- 't heule kakje viel onnersteboov'm (=het hele zoodje viel om) (Westerkwartiers)
- 't hing an 'n zied'n droadje (=het was kantjeboord) (Westerkwartiers)
- 't hor groeit deur ze klakke (=hij heeft het erg moeilijk) (Veurns)
- 't hor ofschoeperen (=het haar afbranden) (Veurns)
- 't huus is netjes an kaant (=het huis is netjes op orde) (Westerkwartiers)
- 't Huus is van mi-j, mar 't wief hef de slöttel. (=het huis is van mij, maar mijn vrouw heeft de sleutel.) (Sallands)
- 't ien of 't aer (=het ene of het andere (kiezen) ) (Noordwijks)
- 't ies is brook'n (=breken - het ijs is gebroken) (Westerkwartiers)
- 't iezer smeed'n as 't hiet is (=het juiste moment kiezen) (Westerkwartiers)
- 't in zèen sterre krèegen (=het idee krijgen) (Wichels)
- 't innige goeie dah uit Rijen komt, is de bus naor Gils (=het enige goed dat uit rijen komt, is de bus naar Gilze) (Gils)
- 't innigste goeie dah uit Rotterdam komt, is d'n trein naor Eindhoven (=het enige goede dat uit Rotterdam komt, is de trein naar Eindhoven) (Brabants)
- 't is ' nen annewuiten (=het is een dommerik, dwaze snul) (Sint-Niklaas)
- 't is 'em gebraukt en gespoogn (=het is een kopie van hem) (Maldegems)
- 't is 'n drup op 'n gloei'nde ploat (=het helpt heel weinig) (Westerkwartiers)
- 't is 'n zunege miegerd (=het is een gierigaard) (Westerkwartiers)
- 't is 'nen hillen treej (=het is een heel eind lopen) (Luyksgestels)
- 't is 't er één van d'een nieuwmarkt (=het is een handelaar) (Roeselaars)
- 't is 't ieën en 't ander (=het is me wat) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't is 't ien en 't ander (=het is me wat) (Antwerps)
- 't is 't rad van oav'mtuur (=het is allemaal geluk) (Westerkwartiers)
- 't is 't ziens wjeiërd (=het is leuk om zien) (Kaprijks)
- 't is 't zulfde goar'n, moar 't zit op 'n aaner klöske (=het is precies hetzelfde, maar toch lijkt het anders) (Westerkwartiers)
- 't is aalmoal veur de bakker (=het is allemaal dik voorelkaar) (Westerkwartiers)
- 't is aans as aans (=het is niet normaal) (Westerkwartiers)
- 't is achter 't gat (=het is voorbij) (Kaprijks)
- 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
- 't is allemaol toetmem (=het is allemaal hetzelfde) (Weerts)
- 't is àllemòòl gieën oorsnèèn op ene klètskop (S*) (=het is allemaal niet zo makkelijk) (Sintrùins)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen