Spreekwoorden met `ar`

Zoek


933 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ar`

  1. een hard hoofd in iets hebben (=er geen oplossing in zien)
  2. een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
  3. een harde huid hebben (=veel kunnen verdragen)
  4. een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
  5. een harde nek hebben (=erg onbuigzaam zijn)
  6. een harde noot kraken (=dingen bespreken die moeilijk liggen, een moeilijk karwei doen)
  7. een hardloper van luie Kees (=een treuzelaar)
  8. een hark zonder steel (=iets waardeloos)
  9. een hart van goud hebben (=zeer vriendelijk en behulpzaam zijn.)
  10. een hart van steen hebben (=geen medelijden met anderen hebben)
  11. een hartje zonder zorg (=een zorgeloos iemand)
  12. een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
  13. een kaars voor de duivel branden (=slechte daden goedpraten omdat er je er voordeel uit kan halen)
  14. een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
  15. een klein hartje hebben (=weinig durven/gauw bang zijn)
  16. een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
  17. een kolfje naar zijn hand (=iets dat hij erg graag doet)
  18. een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
  19. een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
  20. een laars aanhebben (=dronken zijn)
  21. een lange arm hebben (=iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten)
  22. een man zonder vrouw is als een paard zonder teugels. (=in het huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig)
  23. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
  24. een mens is alleen onmisbaar bij zijn begrafenis (=niemand is onmisbaar.)
  25. een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
  26. een mop met een baard (=een oude mop)
  27. eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
  28. een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
  29. een oortje gespaard is een oortje gewonnen. (=alle beetjes helpen als je spaart.)
  30. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
  31. een oud paard van stal halen. (=oude argumenten opnieuw gebruiken)
  32. een oude zwaluw weet haar nest. (=oude mensen hebben veel levenservaring.)
  33. een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
  34. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  35. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  36. een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
  37. een paard, dat voor de tweede keer de sprong niet neemt, neemt hem ook voor de derde keer niet. (=iemand die al twee keer geen beslissing durft te nemen, komt nooit tot een besluit)
  38. een paardenmiddel (=een uiterste remedie)
  39. een pak van het hart (=een grote opluchting)
  40. een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
  41. een rare schaats rijden (=zich raar aanstellen, lichtzinnig leven)
  42. een ridder van het lui paard zijn (=steeds smoesjes verzinnen en de schuld buiten jezelf leggen)
  43. een rollende steen vergaart geen mos. (=voortdurende verandering werpen vaak geen vruchten af)
  44. een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
  45. een schurftig paard vreest de roskam. (=wie wat op z`n geweten heeft, is bang voor het onderzoek)
  46. een sigaar uit eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
  47. een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
  48. een snijder heeft maar een darm. (=spotternij van boeren, die veel meer eten dan de kleermaker.)
  49. een spreekwoord is een waar woord. (=spreekwoorden bevatten vaak waarheden of nuttige lessen waar je van kunt leren)
  50. een staart om hebben (=kwaad zijn)

929 betekenissen bevatten `ar`

  1. nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
  2. de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn)
  3. het hart op de goede plaats hebben (=een oprecht en menslievend karakter hebben)
  4. een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
  5. een rots in de branding (=een persoon waarop je kunt vertrouwen en die je steunt.)
  6. een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht)
  7. iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
  8. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  9. de vierschaar spannen. (=een rechtzitting houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  10. een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
  11. het is monnikenwerk (=een saaie, harde, langdurige taak)
  12. op dood spoor zitten (=een situatie waarin er geen vooruitgang of hoop is)
  13. veel wit in de ogen hebben (=een slechte aard hebben)
  14. een hardloper van luie Kees (=een treuzelaar)
  15. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  16. het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
  17. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  18. een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
  19. een vreemde eend in de bijt (=een vreemd exemplaar in de groep. (Een bijt is een opening in het ijs))
  20. de vleespotten van Egypte (=een vroegere tijd van grote welvaart)
  21. waarheid met de slag om de arm (=een waarheid die vele facetten kent)
  22. teken aan de wand (=een waarschuwing dat er iets gaat gebeuren)
  23. een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (Martha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
  24. water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
  25. sisyfusarbeid (=een zware, onmogelijke, zinloze taak)
  26. klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
  27. eerst oompje en dan oompjes kinderen (=eerst ik, daarna de anderen)
  28. de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
  29. water en vuur zijn (=elkaar niet kunnen verdragen)
  30. hou en trouw (beloven) (=elkaar overal (zullen) helpen)
  31. elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
  32. elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
  33. ieder kwartier heeft zijn manier. (=elke streek heeft haar eigen gebruiken)
  34. onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
  35. er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
  36. eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
  37. er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
  38. alle dagen geen vetpot zijn (=er is armoede)
  39. het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
  40. de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan moet worden)
  41. er is maar een grote mast op een schip (=er is er maar één de baas)
  42. het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
  43. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  44. de muizen dansen in het spek. (=er is welvaart)
  45. er dienen geen twee masten op een schip (=er kan er maar één het bevel voeren)
  46. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  47. er niet over uit kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
  48. hem van jetje/katoen geven (=er vaart achter zetten)
  49. feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
  50. de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen