1018 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het`
- een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
- elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
- er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
- er de hand voor in het vuur steken (=heel zeker weten dat iets zo is)
- er het land aan hebben (=er een hekel aan hebben)
- er het mes inzetten (=er grondig op ingrijpen, in de uitgaven besnoeien)
- er het zwijgen toe doen (=er niets over zeggen)
- er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
- er is maar een f in het abc (=het juiste midden vinden, is moeilijk)
- er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
- er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
- er schuilt een addertje onder het gras (=er is een verborgen risico in het spel)
- er staat een beer aan het hek te rammelen. (=naar het toilet moeten)
- er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
- er zijn meer hondjes die Fikkie heten (=er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naam)
- eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
- eten is een goed begin: het ene beetje brengt het ander in. (=letterlijke betekenis.)
- gauw op het paard zitten. (=snel driftig worden)
- geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
- geen hemd aan het lijf hebben (=naakt of erg arm zijn)
- geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
- geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
- geld in het water gooien (=geld verspillen)
- genoeg ligt op het kerkhof. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
- getelde schapen lopen het hok uit. (=exact alles van tevoren weten)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- gooi het maar in je pet (=er komt niks van in)
- grote vissen scheuren het net (=hooggeplaatste personen worden niet zo gemakkelijk gestraft)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- het aan de stok hebben (=ruzie hebben)
- het aan zijn water voelen (=het instinctief aanvoelen)
- het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
- het achter de oren hebben (=niet zo dom zijn als men lijkt)
- het achterste van je tong (niet) laten zien (=zich (niet) meteen laten kennen; (n)iets verbergen)
- het achterste voor (=omgekeerd)
- het achtste wereldwonder (=een ongelooflijk prachtig iets)
- het al te bruin bakken (=het te erg maken)
- het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- het been stijf houden (=niet toegeven)
- het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
- het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst (=het valt hem zwaar tegen)
956 betekenissen bevatten `het`
- iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
- bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
- je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
- een vaantje strijken (=flauw vallen, sterven, het opgeven)
- de hand aan de ploeg slaan (=flink aan het werk gaan)
- leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
- de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- geen twee hanen op een erf/werf (=geen twee bazen voor hetzelfde werk)
- geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
- je ziel in lijdzaamheid bezitten (=gelaten het ongelijk verdragen)
- geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
- je koetjes op het droge hebben (=genoeg (geld) hebben voor de rest van het leven)
- met de benen buiten hangen (=gezegd als het erg druk is)
- over de koppen kunnen lopen (=gezegd als het erg druk is)
- je kan er je kont niet keren (=gezegd als het erg druk is)
- je moet om de beurt ademhalen (=gezegd als het erg druk is)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
- het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitdrinkt)
- wat goed eet, schijt goed. (=gezond eten laat het lichaam goed functioneren.)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- een goede dam leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
- een gladde tong hebben (=goed kunnen praten, het goed kunnen uitleggen)
- buig de boom als hij jong is (=goede gewoonten kunnen het beste al jong worden aangeleerd)
- het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
- zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
- tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
- je laten kennen (=het (al te vroeg) opgeven)
- je laten kisten (=het (al te vroeg) opgeven)
- de neuzen tellen (=het aantal aanwezigen tellen)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- het oude liedje (=het al zo vaak gebeurde of gezegde)
- twee handen op één buik zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
- twee hoofden onder een kaproen zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
- uit een ander vaatje tappen (=het anders aanpakken)
- het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- de alfa en omega (=het begin en het einde)
- in Rome geweest zijn, maar de Paus gemist hebben (=het belangrijkste laten schieten)
- de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
- het neusje van de zalm (=het beste deel)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- het beste paard van stal halen (=het beste wat men heeft bovenhalen)
50 dialectgezegden bevatten `het`
- 't ê-ënt ... (te lochtijnk) (=op het einde van ... (de tuin)) (Kaprijks)
- 't é'n reut'eut 't eus en ae 't rehent, 't rehent bin'n (=Er is een ruit uit het huis en als 't regent regent het daar binnen) (Zwevegems)
- 't e(s) roar om zeggn (=het is delicaat om het te benoemen) (Waregems)
- 't Ee gien eirde aun den dijk gebrocht. (=het heeft niks uitgehaald.) (Bevers)
- 't ee oltijd azooë eweest (=het is altijd zo geweest) (Waregems)
- 't ee voedn gekreeën (=het is spoorloos verdwenen) (Kaprijks)
- 't ee'ter ow de schijn van da ... (=het lijkt er wel op dat ...) (Kaprijks)
- 't eeëste gewin is kattegespin (=het eerste gewin is makkelijk verdiend) (Veurns)
- 't eetn vol frieë in de smoake, 'k soe mij ov'reetn moar 'k maage nie, 'k zoe d'r min lipp'n an oflekk'n (=het eten is zeer lekker) (Waregems)
- 't em geevn (=het aan hem geven) (Hansbeeks)
- 't en affeseert hier nie (=het schiet hier niet op) (Waregems)
- 't en e (s) niemer nooëdi (g) (=het hoeft niet meer) (Waregems)
- 'T en eet 'r ginne lap an (=het is niet te vergelijk) (Harelbeeks)
- 't en es van geeën keure (=achteraf gezien liep het zo af) (Waregems)
- 't en messant nie (=het geeft niet) (Hansbeeks)
- 't enne is ien zicht (=het einde is in zicht) (Westerkwartiers)
- 't es 'em in 't verkeeërde keelgat uskootn (=het heeft hem zwaar gestoord) (Waregems)
- 't es 'n bloaze (=het is een leeghoofd) (Waregems)
- 'T es 'n gezond' affeire (=het is een goede zaak) (Harelbeeks)
- 'T es 'n iëwig dingne (=het is ellendig) (Harelbeeks)
- 'T es 'n roar' affeire (=het is een geheimzinnige zaak) (Harelbeeks)
- 't es 'n ure goans (=het is een uur stappen) (Waregems)
- 't es 't ophave wet ('t (het kind) is het ophouden waard) (=proficiat bij geboorte) (Leefdaals)
- 't es (ooëtj 't) zoogemeel (=het is geen echt goud) (Ninoofs)
- 't es an 't friezn, reeënen, snieën... (=het is nu aan het vriezen, regenen, sneeuwen...) (Waregems)
- 't es an 't zjèver'n (=het is aan het motregenen) (Wevelgems)
- 't es au geroan (=het is je geraden) (Wichels)
- 't Ès autgesnië z'ne paa!
't Es gekots en geschieëte ze vojer (=het is precies zijn vader) (Bilzers)
- 't es avaer gelèek (=het is ongeveer hetzelfde) (Wichels)
- 't es Bamus (=het waait hard) (Hulsters (NL))
- 't es beter van de keirk as van de kapelle (=het is beter dat de rijke de rekening betaalt) (Meers)
- 'T es blang vul (=het is boorde vol) (Harelbeeks)
- 't ès daudzin (=het is doodzonde) (Bilzers)
- 't es de steukke vanien (=het is helemaal kapot) (Walshoutems)
- 't es doar de grooëte luxe (=het gaat er luxueus aan toe) (Waregems)
- 't ès dor gin wilje (=ze hebben het niet te breed) (Meers)
- 't Es duvelkeskermis (=Als de zon schijnt en het regent) (Hulsters (NL))
- 't es e fluitjen va ne seng (=het is gemakkelijk) (Meers)
- 't es e flötjen van ne ceng (=het kost geen moeite) (Wichels)
- 't es echt dat 't woar es (=het is zeker de waarheid) (Waregems)
- 't es ee ne nechte oeljefrot (=het is hier rommelig) (Hals)
- 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
- 't es en betjn oan 't slabakken (=het gaat niet goed vooruit zoals gewenst) (Ninoofs)
- 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
- 't ès flok weer (=het weer is veranderlijk, niet droog) (Meers)
- 't es geen avance (=het zal niet helpen) (Hansbeeks)
- 't es gènk (=het spel zit op de wagen) (Brakels)
- 't es gieën'n avans, t'es niet(s) genadderd, 't bring nie op (=het helpt niks, het haalt niets uit) (Wichels)
- 'T es giële dagen bytt'n en bass'n (=Ganse dagen is het gesnauw en gebeten) (Harelbeeks)
- 't es gien avans (=het helpt niets) (Herns (Herne, VL-B))
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen