Spreekwoorden met `zo`

Zoek


296 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zo`

  1. het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
  2. het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
  3. het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
  4. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  5. het is zondegeld (=het is jammer dat daar kosten voor gedaan zijn)
  6. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  7. het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
  8. het moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
  9. het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
  10. het zo druk hebben als een klein baasje (=veel kleine karweitjes moeten doen)
  11. het zo zout nog niet gegeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben)
  12. het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
  13. het zout in de pap niet waard zijn (=niets presteren)
  14. het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
  15. hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
  16. honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
  17. hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
  18. hooien als de zon schijnt (=van de gunstige gelegenheid gebruik maken)
  19. ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
  20. iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
  21. iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
  22. iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
  23. iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
  24. iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
  25. iets zo beu zijn als koude pap (=iets grondig beu zijn)
  26. ik ga horizontaal (=ik ga slapen)
  27. ik vond het niet zo bie (=ik vond het niet zo geweldig)
  28. ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
  29. in iemands kielzog varen (=het net zo doen als iemands voorganger)
  30. je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
  31. je kan geen omelet maken zonder eieren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
  32. je penaten opzoeken (=naar huis gaan)
  33. je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
  34. kijken als een snoek op zolder (=zeer verbaasd zijn)
  35. kip zonder eieren (=politieman)
  36. kort en goed valt licht en zoet. (=pak dingen snel op en doe het goed)
  37. leven uit de korf zonder zorg (=onbekommerd leven)
  38. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  39. maar zus of zo (=zo maar ongeveer, niet geweldig)
  40. meisjes die bloemen dragen, mag je kussen zonder te vragen (=een aanmoediging om meisjes met bloemen te kussen)
  41. men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
  42. men zou hem een aalmoes geven (=hij ziet er armoedig uit)
  43. mensen vertellen veel op een zomerse dag. (=verhalen kloppen niet altijd)
  44. met alle zonden van Israël beladen worden (=voor alles de schuld krijgen)
  45. met de moedermelk ingezogen hebben (=van jongs af zo geleerd hebben)
  46. met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
  47. met een lantaarn te zoeken (=heel zeldzaam , moeilijk te vinden)
  48. met zout komen als het ei op is (=te laat komen (met een oplossing))
  49. mezzo piano (=half zacht) (Latijn)
  50. mij een zorg (=wat kan mij het schelen!)

424 betekenissen bevatten `zo`

  1. er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  2. iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
  3. acte de présence geven (=ervoor zorgen dat je ergens aanwezig bent)
  4. een wig drijven tussen twee personen (=ervoor zorgen dat ze ruzie krijgen)
  5. je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
  6. dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
  7. bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
  8. wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
  9. wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
  10. eten uit de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
  11. leven als een oester (=geheel van de wereld afgezonderd leven)
  12. het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
  13. geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
  14. het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
  15. men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
  16. geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
  17. dood gaan we allemaal. (=gezegd als je iets ongezonds doet)
  18. Hollands welvaren (=gezegd van een zeer gezond uitziend persoon)
  19. in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
  20. wat goed eet, schijt goed. (=gezond eten laat het lichaam goed functioneren.)
  21. in de knoei zitten (=grote moeilijkheden of zorgen hebben)
  22. haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
  23. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  24. tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
  25. zo gezond als een vis (=heel gezond)
  26. steen en been vriezen. (=heel hard vriezen (alles wordt zo hard als steen en botten))
  27. op je dooie gemak (=heel rustig, zonder zich te haasten)
  28. geen vin verroeren (=heel stil zonder beweging zijn)
  29. er de hand voor in het vuur steken (=heel zeker weten dat iets zo is)
  30. zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
  31. het oude liedje (=het al zo vaak gebeurde of gezegde)
  32. de haring braadt hier niet (=het gaat niet zoals het zou moeten)
  33. bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
  34. een ketting is niet sterker dan de zwakste schakel (=het geheel is maar zo sterk als het zwakste onderdeel)
  35. een dronkemansgebed doen (=het geld natellen (als het zo goed als op is))
  36. het was uien (=het ging bijzonder slecht, het viel bijzonder tegen)
  37. het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
  38. laat maar zitten (=het is goed zo)
  39. zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
  40. eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
  41. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  42. het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  43. late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
  44. daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
  45. het is een hopje in een brouwketel (=het is zo goed als niets)
  46. het is zusje en broertje (=het is zo ongeveer hetzelfde)
  47. het kan verkeren (=het kan veranderen, de dingen blijven niet zoals ze zijn)
  48. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  49. in iemands kielzog varen (=het net zo doen als iemands voorganger)
  50. niet kunnen heksen (=het niet zo snel afkunnen - er meer tijd voor nodig hebben)

50 dialectgezegden bevatten `zo`

  1. alle foetelkes koëmen aut, al bringen et de kraeë noë baute (=al gaat de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. Allée veroat treuzelt zo ni, taffeleir (=Komaan, haast je een beetje) (Herentals)
  3. Allée veruet treuzelt zo ni, treuzeleir (=Komaan, haast je een beetje) (Herentals)
  4. Als ik zo rijk was ging ik Den Haag wonen. (=Als je geen geld kan bijpassen) (Rotterdams)
  5. Ammaal kreuzeneuzen en vraogestèrten (=Je moet niet zo veel vragen stellen) (Hulsters (NL))
  6. Amplojeit zou veul Franse woude ni, de Vlomse langosje es abbondant genoeg (=Gebruik zo veel Franse woorden niet, de vlaamse taal is rijk genoeg) (Brussels)
  7. Arm schrap mij de wortel ans vreet ik hem zo op! (=Hij bezit geen rode cent) (Hoogeveens)
  8. As 't niet kan zo het mot,dan mot het maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
  9. As 't niet zo het mot, dan mot 't maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
  10. As 't zo blef, doe 'k ut der veur! (=Van mij mag het altijd zo blijven) (Hoogeveens)
  11. As ' t niet kan zo et mot, dan mot et maar zo et kan (=het is niet anders) (Giethoorns)
  12. as heer op 'n hond (puur zo veul de witjes in Hougkarspel, as heer op 'n hond!) (=een grote hoeveelheid (bv. er wonen veel de Witten in Hoogkarspel) ) (Westfries)
  13. as het su mut dan mut het maar su (=als het zo moet dan moet het maar zo) (Leewarders)
  14. As het zo blef (=Als het zo blijft) (Hoogeveens)
  15. As hi'j het in de kop ef,dan ef hi'j het niet in de konte (=Hij zet wel door zo hij het wil) (Giethoorns)
  16. as ich tich wor, zoo ich mér ë tauntsje leiger zingen (=in jouw plaats zou ik maar niet zo hoog van de toren blazen) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. as ich wis dat ich zo valle, dan hoch ich mich al ieêdër daol gelaag (=wie alles van te voren weet, kan sneller handelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. as jêi zò wazze was je ôk zô (=als jij zo was was je ook zo) (Volendams)
  19. As mijne'n ond zó lillek waar, scheerde ik z'n kont kaol en leerde ik 'm achteruit lòòpe! (=Als ik zo lelijk was als u, zou ik er iets aan laten doen!) (Roosendaals)
  20. as os ma zit dat zoe es, dan est zoe! (=als moeder zegt dat het zo is, dan is het zo!) (Heusdens)
  21. as ut is dè-t is, dan fiste me. (=als het inderdaad zo is, dan feesten we.) (Tilburgs)
  22. As ut n't geet zoas ut mut, mut ut mear zo as ut geet (=Als het niet gaat zo als het moet, moet het maar zoals het gaat.) (Twents)
  23. asdaaj hërre kop oppe vêrke stond, oet niemes genen heedkeis mei (=die is zo lelijk als de nacht) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. Asof de duvel er mee speult (=Of het zo moest zijn) (Giethoorns)
  25. asset breed (lank) hübs, letset breed (lank) hange (=zo gewonnen, zo geronnen) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. asset lank hübs, lotset ooch lank hange (=zo gewonnen, zo geronnen) (Bilzers)
  27. assët nie geet, dan bok het mér (=als het niet gaat, dan is het maar zo !) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. aste èn stront gees plojere, gees te stinke (=graaf nooit te diep, je zit zo in de put) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. aste loemp bés zulste al és aater het nèt vange (=als je zo lomp bent als vis, kan je al eens bot vangen) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. Au sau (=O zo) (Amsterdams)
  31. azeu billen en no nie willen (=zo een mooi meisje, maar nog altijd vrijgezel) (Waarschoots)
  32. azeu en azeu (=zus en zo) (Ninoofs)
  33. azjiuë in azjuë moar (=zus en zo) (Kaprijks)
  34. azoan raobe ek no nie gezien (=zo een groot hoofd heb ik nog niet gezien) (Evergems)
  35. Azoe nen bataklank (=zo een lawaai) (Liedekerks)
  36. azoei nen doesj patatten (=zo een hoop aardappelen) (Aalsters)
  37. azu e lawijt (=zo een lawaai) (Oudenhoofs)
  38. Azue zee ze zij tege mij (=zo zei zij tegen mij) (Lokers)
  39. Azuën greif (of kreft ) (=zo een zaag) (Nieuwerkerks)
  40. azzuë grosj dat’z és (=zij is zo trots) (Meers)
  41. Ba 't'n doët, jott'ndoët (=Nee, dat is niet zo) (Wichels)
  42. baeter get verlieze dan ët nauts gehad hëbbe (=iets verliezen is niet zo erg als het nooit bezeten te hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. bajaat jong (=dat is wel zo) (Sint-Niklaas)
  44. Bedoot dich neet zo (=Je maakt je te druk) (Roermonds)
  45. Bedroefd! (=zo erg!) (Volendams)
  46. bénne de kotste keire bèn ich toeres (=ik kom zo vlug mogelijk binnen!) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. bèste zik, de bès zoe stil (=ben je ziek anders ben je toch niet zo stil) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. bezeek tich mér nie ! (=voel je maar niet zo snel gepakt !) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. bijt mën naos nie aof (=doe niet zo bitsig) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. bijt mich mér nie èn mën naoës (=doe maar niet zo lelijk tegen mij) (Munsterbilzen - Minsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen