104 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kan`
- wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
- wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
- zo doof als een kanon (=stokdoof)
- zo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan (=zo zie je maar hoe het kan gaan)
219 betekenissen bevatten `kan`
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
- iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
- iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
- iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
- iemand in de tang nemen (=iemand zo vasthouden dat hij of zij niet kan ontsnappen. / Iemand in zijn macht hebben)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
- baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
- elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
- onbekend maakt onbemind (=iets wat nog onbekend is, kan ook niet geapprecieerd worden)
- het zwaard van Damocles (=iets wat snel of ieder moment kan gebeuren)
- doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
- mijn hoofd staat er niet naar (=ik kan me er niet op concentreren)
- dat zal mijn klomp niet roesten (=ik maak me er niet druk om; het kan mij niet schelen)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
- je maag wel aan de kapstok kunnen hangen. (=in moeilijke financiële omstandigheden verkeren waardoor men weinig eten kan kopen.)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het gelaat is de spiegel der ziel. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
- vreemde zorgen doden de ezel. (=je kan dingen het beste zelf doen)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- de liefde van een man gaat door de maag. (=je kan een man veroveren met goede kookkunst en lekker eten.)
- er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
- kallen is mallen maar doen is een ding (=je kan het beter doen dan er altijd maar over blijven praten)
- men kan zijn kinders wel minnen maar niet zinnen (=je kan je kinderen graag zien, maar ze hebben een eigen aard)
- leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
- je kan wel dansen al is het niet met de bruid (=je kan ook wel tevreden zijn met iets minder dan het beste)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- het ijzer smeden als het heet is (=je moet op het juiste moment de kansen grijpen en dingen doen)
- achter de schermen kijken (=kijken waar men normaal niet kan of mag kijken)
- het oog is groter dan de maag (=meer op het bord scheppen dan er opgegeten kan worden)
- hoger willen vliegen dan men kan (=meer willen doen dan men kan)
50 dialectgezegden bevatten `kan`
- Als ik zo rijk was ging ik Den Haag wonen. (=Als je geen geld kan bijpassen) (Rotterdams)
- als it net kin sa als 't mut, dan mut it maar sa als 't kin (=als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan) (Leewarders)
- altied 'n boas boov'm boas (=er is altijd wel weer iemand die het nóg beter kan) (Westerkwartiers)
- an ze toenge gaot nie liggn (=hij kan het goed uitleggen) (Kortemarks)
- angs en naud doen zelfs een aad pieëd nog lope (=als het echt moet kan iedereen nog wat meer) (Munsterbilzen - Minsters)
- As `t net kin sa`t it moat, dan moat it mar sa`t it kin. (=Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.) (Fries)
- as 'm kan vogel'n, kan 'm ujek vliegen (=een pas getrouwde die uit het raam wordt gekieperd: als hij kan vrijen, kan hij ook vliegen) (Meers)
- As 't niet kan zo het mot,dan mot het maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
- As 't niet zo het mot, dan mot 't maar zo het kan (=Het is niet anders) (Giethoorns)
- as 't wat beleev'm wilst, moest trouw'n goan (=in een huwelijk kan het nog wel eens donderen) (Westerkwartiers)
- as ‘t moeëde is, gaon de kuuj nao de kèrk (=als het in de mode is, dan kan opeens alles) (Heitsers)
- As ' t niet kan zo et mot, dan mot et maar zo et kan (=het is niet anders) (Giethoorns)
- as aete fraete, en vraaje poeppe wieëd èsset geloof wijd noeë de K. (=je kan het ook doen, met heelwat fatsoen) (Munsterbilzen - Minsters)
- as den oeil stoet zakt 't verstand in de kluute (=als een man opgewonden is kan hij niet helder meer denken) (Brussels)
- As ge goit, kriedum vaneiges terug in ou gezeecht (=Wie de bal kaatst, kan de bal terug verwachten) (brabants)
- as ich ne voeëgel wor dan vloeëg ich wijd van haus....mér ich kan nie vlieëge en doeëmèt voeëgel ich mér taus (=je moet het leven nemen zoals het is) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich ter mene vinger nie kan ènstaeke (=ik geloof je niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich tich en mën twei haan nie hoch, dan zoech ich gene stiek (=gelukkig kan ik terugvallen op mezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ich wis dat ich zo valle, dan hoch ich mich al ieêdër daol gelaag (=wie alles van te voren weet, kan sneller handelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- As it net sile wol, moat men lavearje. (=Als men niet kan zeilen moet men laveren) (Fries)
- as ne boer nich kan zwemmen, ligt 't an 't water (=het ligt altijd aan iets anders) (Twents)
- as ons kat eu koei was kongde ze melke onder de stoof (=als telt niet ; met als kan alles) (Antwerps)
- as Poeësen en Pinkstëre op dezelfden daog valle (=dat kan helemaal niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- As-t nie kan zo-as 't mut dan mu't-ma zo-as 't kan (=We moeten roeien met de riemen die we hebben) (Epers)
- aske gou da kuntj doen (=als jij dat kan doen) (Meers)
- asset lank hübs, lètset lank hange (=hij kan wel wat missen!) (Munsterbilzen - Minsters)
- assët smok dan èssët bedforve (=als je sterke smaak proeft in je eten, kan het wel eens bedorven zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- asset taus nie kons keire, zulset nërges leire (=als je thuis al niet je draai kan vinden, vind je die nergens) (Bilzers)
- asset toerës nie kons keire, moessët nie op een aandër gon leire (=als jet het thuis niet kan uithouden moet je anderen niet gaan vervelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- assich ter mene vinger nie kan ènstaeke, geleef ichet nie (=ik geloof je niet, tenzij...) (Munsterbilzen - Minsters)
- assie et lèkker vènt, kannie zenèège vaast eete. (=als hij het lekker vindt, kan hij zich klem eten.) (Tilburgs)
- Ast met kanneke ni go muttet lierreke mor pakke (=Antwoord op dat kan ik niet) (Antwerps)
- aste kèndër sjiks, kraajgste kènder taus (=je kan niet méér terugkrijgen dan je wil geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste kènnër sjiks, kraajgste kènnërv trèg (=van gewone mensen kan je niet veel verwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste loemp bés zulste al és aater het nèt vange (=als je zo lomp bent als vis, kan je al eens bot vangen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste nau en dan ès trëg kieks op ze laeve, laefste twei kër (=wie van herinneringen kan genieten, leef meerdere keren) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste nie baute rooke kons, gank dan mér baute rooke (=als je niet kan stoppen met roken, ga je maar buiten roken) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste niks baetër wiës te vërtëlle, zwigste baetër (=je kan beter zwijgen dan onzin uit te kramen) (Munsterbilzen - Minsters)
- astë wils dat ët miëlëke blif draeë, moeste zërge dattër genoeg wènd ès (=als je wil dat je goed kan leven, moet je zorgen voor inkomsten) (Munsterbilzen - Minsters)
- aster van zen liëges moes boste, loeper allang rond mét zen dêrm én zen haag (=liegen kan zware gevolgen hebben) (Bilzers)
- attër ët èn zën krolle kraajg, bèste nog nie goed aof (=als hij het echt in zijn hoofd haalt, kan je nog veel last met hem krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- azichter mene vinger nie kan ènstaeke, geleef ichet nie (=eerst zien en dan geloven!) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau ne wil és, ésne waeg (=een vrouw kan je moeiteloos zover krijgen, dat ze ook doet wat ze zelf allang wilde) (Bilzers)
- beder misgund as bekloagd (=men kan beter jaloers op je zijn dan dat je beklaagd wordt) (Westerkwartiers)
- Ben in staat waor...... (dat ik . etc) (=Ik kan m wel wat aandoen.) (Utrechts)
- Bende nou helemoal van de pot gerukt (=Iets wat echt niet kan) (Bosch)
- Blaos doe mich oppe rök (=Je kan me m'n rug op) (Sittards)
- Blaos mich op miene rögk. (=Je kan me de rug op.) (Gelaens (Geleens))
- bloas mène zak op (=je kan me de pot op) (Wichels)
- bommen: ' t Kèi mij ni bommen / ' t kèi mij ni schill' n (=Het kan mij niet schelen) (Lebbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen