Spreekwoorden met `Am`

Zoek


115 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Am`

  1. te goeder naAm en faAm bekend staan (=bekend staan voor goede dingen)
  2. tegen de lAmp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
  3. tussen hAmer en aanbeeld (=tussen twee slechte dingen moeten kiezen)
  4. twaalf Ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
  5. uit de grond stAmpen (=erg snel iets opbouwen)
  6. van eeuwigheid tot Amen duren (=iets duurt heel erg lang, er komt maar geen einde aan)
  7. van twaalf Ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  8. visnAmig (=daar is het goed vissen, er zit daar veel vis)
  9. voor PAmpus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
  10. vuur en vlAm spuwen (=erg hevig uitvaren)
  11. weten waar AbrahAm de mosterd haalt (=weten hoe iets in zijn werk gaat; dingen goed snappen)
  12. wie de naAm heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  13. zo mak als een lAmmetje (=heel gedwee zijn)
  14. zo veeg als een luis op een kAm (=in groot gevaar verkerend)
  15. zo zwaar als een aAmbeeld (=erg zwaar)

145 betekenissen bevatten `Am`

  1. een bril op de neus krijgen (=moeten gehoorzAmen aan iemand)
  2. het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen (=niet iedereen doet het onaangenAme met de glimlach)
  3. niet met iemand door één deur kunnen (=niet met iemand kunnen sAmenwerken (door verschillen in persoonlijkheid.))
  4. wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je Ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
  5. een stalen voorhoofd hebben (=onbeschaAmd zijn)
  6. zonder blikken of blozen (=onbeschaAmd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
  7. onder de bezem getrouwd zijn (=ongetrouwd sAmenwonen)
  8. getrouwd zijn over de puthaak (=onwettig sAmenwonen)
  9. over de puthaak getrouwd (=onwettig sAmenwonend)
  10. bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaAm is, kan gezond of goed zijn)
  11. beidt Uw tijd, duur Uw uur (=op de toren van de AmsterdAmse koopmansbeurs)
  12. komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzAme plaats aankomen.)
  13. de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met nAme lekker eten en drinken)
  14. op z`n dooie akkertje (=op zijn gemak, heel rustig, heel langzaAm)
  15. de vuile was buiten hangen (=over onaangenAme zaken spreken met buitenstaanders)
  16. als het kind maar een naam heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naAm geven))
  17. aan de lus hangen (=recht blijven staan in trAm of bus)
  18. botje bij botje leggen (=sAmen geld bijeen leggen om te betalen)
  19. onder één hoedje spelen (=sAmen iets oneerlijks doen)
  20. het kind met het badwater weggooien (=sAmen met het slechte ook het goede wegdoen)
  21. gepaard gaan met (=sAmengaan met)
  22. bij elkaar flansen (=sAmenrapen)
  23. alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kAm)
  24. hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of fAmilie)
  25. schoon schip maken (=schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen sAmen er uit komen en het verleden laten rusten)
  26. een ziekte komt te paard en gaat te voet. (=snel ziek worden, maar langzaAm genezen)
  27. de buikriem/broekriem aanhalen (=spaarzAmer worden)
  28. op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaAm laten verdergaan)
  29. doe wel en zie niet om. (=toon vriendelijkheid of behulpzaAmheid zonder iets in ruil te verwachten)
  30. van twee kwaden de beste kiezen (=uit twee onaangenAme dingen de minst slechtste kiezen)
  31. op je elfendertigst (=uiterst langzaAm)
  32. gaar zijn (=uitgeput zijn, met nAme na geestelijke inspanning, bijvoorbeeld een hele dag vergaderen)
  33. familie van Adamswege. (=verre fAmilie.)
  34. eendracht maakt macht (=wanneer mensen sAmenwerken kan men veel bereiken)
  35. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwAmen andere onbekwAmen adviseren gaat het fout)
  36. wie niet horen wil, moet voelen (=wie niet luistert naar wijze raad, of wie ongehoorzaAm is, zal de gevolgen wel aan den lijve ondervinden)
  37. wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht (=wie zijn goede naAm verliest, komt in moeilijkheden)
  38. het Trojaanse paard inhalen. (=ze hebben zichzelf een rAmp op de hals gehaald)
  39. twee handen op een buik (=ze werken sAmen, ze denken er hetzelfde over)
  40. twee hoofden onder een kaproen (=ze werken sAmen, ze denken er hetzelfde over)
  41. ogen in je achterhoofd hebben (=zeer alert en waakzaAm zijn.)
  42. een hart van goud hebben (=zeer vriendelijk en behulpzaAm zijn.)
  43. als een pareltje in het goud zitten (=zich tussen aangenAme personen (buren) bevinden)
  44. je eigen vlees of bloed (=zijn eigen fAmilie (kinderen))
  45. als los zand aan elkaar hangen (=zonder enige sAmenhang)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen