Spreekwoorden met `open`

Zoek


130 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `open`

  1. iets bij de roes kopen (=iets kopen in de staat zoals het is)
  2. iets bij de roes verkopen (=iets verkopen in de staat zoals het is)
  3. iets in het oor knopen (=iets goed onthouden)
  4. iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
  5. iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
  6. in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
  7. in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
  8. in de kijker lopen (=opvallen)
  9. in de oren knopen (=goed onthouden)
  10. in de papieren lopen (=duur uitkomen, veel geld kosten)
  11. in de soep lopen (=volledig mislukken (van een plan))
  12. in de tredmolen lopen (=de dagelijkse sleur volgen - zich onderwerpen)
  13. in de val lopen (=betrapt worden)
  14. in geen twee sloten tegelijk lopen (=voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen)
  15. in het gareel lopen (ook: in de pas lopen) (=precies zo doen als de anderen)
  16. in het gareel lopen. (=precies doen wat er gevraagd wordt)
  17. in het honderd sturen/lopen (=de boel met opzet mis laten lopen, in de war laten lopen)
  18. in het lijntje lopen (=dienstbaar zijn)
  19. in het oog lopen (=opvallen)
  20. in het wild lopen (=ongeregeld verlopen)
  21. in iemands gareel lopen (=zonder enige tegenwerping doen wat iemand je opdraagt)
  22. in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
  23. je huid duur verkopen (=het niet gemakkelijk opgeven)
  24. je kan geen kei het vel afstropen (=bij de arme valt niets te rapen)
  25. je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)
  26. je pen in alsem dopen (=erg negatief of kwetsend schrijven)
  27. je pen in gal en alsem dopen (=erg negatief of kwetsend schrijven)
  28. je rolletje laten aflopen (=volop genieten)
  29. je sluis openzetten (=een grote mond zetten)
  30. je uit de naad lopen (=veel lopen , zijn uiterste best doen)
  31. je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
  32. je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
  33. kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)
  34. kleine potjes lopen gauw over. (=kleingeestige mensen zijn snel kwaad.)
  35. krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
  36. kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
  37. lopen als een kievit (=erg gemakkelijk en vlug lopen)
  38. lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
  39. lopen als een muis in een meelton (=onrustig heen en weer lopen)
  40. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  41. met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
  42. met een sisser aflopen (=uiteindelijk viel het mee)
  43. met het hoofd tegen de muur lopen (=het onmogelijke proberen)
  44. met hoorntjes lopen (=zijn vrouw bedriegt hem, heeft een minnaar)
  45. met molentjes lopen (=in de war zijn, niet goed bij het verstand zijn)
  46. met open armen ontvangen (=erg hartelijk ontvangen worden)
  47. met open vizier (=met eerlijke middelen)
  48. met zijn ziel onder de arm lopen (=zich vervelen)
  49. naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
  50. naar de pomp lopen (=ga weg!)

82 betekenissen bevatten `open`

  1. die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
  2. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  3. een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
  4. zo gesloten zijn als een oester (=je mond niet opendoen en een geheim bewaren)
  5. de balans opmaken (=kijken hoe iets verlopen is; nagaan of je ergens voordeel of nadeel van hebt gehad)
  6. een plaat voor je hoofd hebben (=kortzichtig zijn, niet open staan voor de omgeving)
  7. op een apostelpaard rijden. (=lopen)
  8. gapen als een oester (=met de mond wijd open geeuwen)
  9. gapen als een oester die in de warmte komt (=met de wond wijd open geeuwen)
  10. een bord voor de kop hebben (=niet voor andere zienswijzen openstaan)
  11. geen zitvlees hebben (=ongedurig zijn - steeds weer opstaan en rondlopen)
  12. in het wild lopen (=ongeregeld verlopen)
  13. lopen als een muis in een meelton (=onrustig heen en weer lopen)
  14. lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
  15. uit zijn nek praten (kletsen) (=onzin verkopen)
  16. je slag slaan (=op het goede moment de kansen benutten, bijv. dingen kopen)
  17. iets boven de tafel fietsen (=open kaart spelen met bedoelingen)
  18. goed voordoen doet verkopen. (=presentatie is belangrijk als je iets wil verkopen)
  19. als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
  20. je uit de naad lopen (=veel lopen , zijn uiterste best doen)
  21. aan de man brengen/helpen (=verkopen)
  22. met een zilveren hengel vissen (=vis kopen in plaats van vangen. Ook: doel bereiken met bedrog)
  23. iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
  24. op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
  25. voor een prikje kopen (=voor een zeer lage prijs kopen)
  26. een open oog voor iets hebben (=voor iets open staan)
  27. wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
  28. met andermans veren pronken (=weglopen met de ideeën van een ander, met iets van een ander zelf gaan pronken)
  29. bang voor zijn hachje zijn (=weinig durven en bang zijn om gevaar te lopen)
  30. geen bokkensprongen kunnen maken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
  31. als warme broodjes over de toonbank gaan (=zeer goed verkopen)
  32. op de lat kopen (=zonder te betalen iets kopen en daarmee schulden maken)

50 dialectgezegden bevatten `open`

  1. hélaba, zen diër steet nog oëpe, verwaachste nog bezik (=opgepast, je broek staat nog open) (Bilzers)
  2. hër tabernaokel stond wijd oëpe (=haar bloesje stond wat ver open) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. hest dien schuurdeur'n nog oop'm (=je hebt je gulp nog open staan) (Westerkwartiers)
  4. hest schuurdeure nog open stoan (=je gulp staat open) (Gronings)
  5. het lucht open zetten (=de ramen open doen) (WESTLANDS)
  6. het tocht hier (=Je gulp staat open) (Gronings)
  7. hij het de gulp los (=zijn gulp staat open) (Wagenings)
  8. ich zien kristes op ze kreis hange (=ze heeft nogal een open kleedje aan) (Bilzers)
  9. iemed aut ze kot lokke (=iemand open kaart doen spelen) (Bilzers)
  10. IJ is in de kärke geboren (=Hij laat altijd de deur open staan) (Zwols)
  11. Ik stook nie voor ut hele Wesland (=Deur open laten staan) (Westlands)
  12. j'eet u lippe gelik u koeistalschippe (=met open mond staan kijken) (Brugs)
  13. je bin noh lite open (=laat een windje vliegen) (Zeeuws)
  14. je knoine loupe los. Je kippe loupe d'r uit! (=je gulp staat open) (Westfries)
  15. Je konijnenhok staat open (=Je gulp staat open) (Rotterdams)
  16. je moe maokn datn wegvliegt (=je broek staat open) (kortemarks)
  17. je slipt mie je n oohen open (=suffig) (Zeeuws)
  18. klare sluis (=sluis open) (IJmuidens)
  19. knien'n om asfalt mi open te raun (=dikke knieën hebben) (Meers)
  20. Komde van Loeutnhulle, meschien? (=Uw broeksluiting vooraan is open) (Aalters)
  21. Lucht zet vrucht (=Ramen open betere groei van de tomaat) (Westlands)
  22. mene kop sloat open en toe (=een kater hebben) (roeselaars)
  23. Mijn vader had ook zo'n broek, maar die kon dicht (=Je gulp staat open) (Rotterdams)
  24. mijne kop sloa open en toe (=ik heb hoofdpijn) (Kalkens)
  25. minne kop sloag 'd open en toe (=ik heb geweldige hoofdpijn) (Sint-Niklaas)
  26. moet zën hoj nog dreige (=je gulp staat nog open) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. moet zen hoj nog dreige? (=je broek staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. moettet hoj nog dreige (=je gulp staat nog open) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. Mot ik die soms met me pik open make? (=Flesje bier geven zonder opener) (Rotterdams)
  30. ô spriet sto 'd open (=uw gulp staat open) (Sint-Niklaas)
  31. oape en bloat (=open en bloot, onbeschermd) (Berg en Terblijts)
  32. oew fluit staot ope (=je broek staat open) (Oudenbosch)
  33. Omgekeerd met benen open op schoot zitten (=Scharlewieps) (Stekens)
  34. onder de blaute hiemel sloëpe (=in open lucht slapen) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. open pietsen (=open krabben (wonde) ) (Sint-Niklaas)
  36. oppe vlake (=in het open veld) (Heitsers)
  37. radio open draaien (=radio luider zetten) (West-vlaams)
  38. seffes geet ze viëgelke vliege (=je gulp staat open) (Bilzers)
  39. seffes geet ze viëgelke vliege (=je gulp staat nog open) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. tegen unne oven kunde nie gapen (=zo ver kun je je mond niet open krijgen) (Dunges)
  41. tocht hier ook wat (=je gulp staat open) (Hogelandsters)
  42. trekt oa blaffeture ope (=doe u ogen open) (Waarschoots)
  43. uh valle stoat oop'n (=je broek staat open) (Eekloos)
  44. Ut tocht hier (=Je gulp staat open) (Rotterdams)
  45. va veuren open en vanachter nie toe (=zwoel kleedje) (Moes)
  46. verwaachs te nog bëzik (=je gulp staat nog open) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. verwaachste nog bezik, dat zen broek oëpe steed (=je gulp staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. verwachtjdje 'n ker hoeëj (=gezegd als iemands gulp open staat) (Weerts)
  49. waste snaachs vénds, bringste smörges al trég (=hou je ogen goed open als het om vrouwen gaat) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. We stoken niet voor Marken! Of “je bent niet in de kerk geboren!” (=Als je de deur open laat staan) (Monnickendams)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen