1018 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het`
- als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
- als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
- als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
- als het tij verloopt verzet men de bakens (=men moet zich aan de omstandigheden aanpassen)
- als het varken zat is, gooit het de bak om. (=gezegd als iemand geen dankbaarheid toont)
- als het voeten heeft (=als de omstandigheden gunstig zijn)
- als het water zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
- als niet komt tot iet dan is het allemans verdriet (=een `parvenu` heeft dikwijls kapsones)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- altijd het oude liedje (=steeds weer hetzelfde)
- altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
- baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
- beminnen als het licht van zijn ogen (=erg graag zien)
- beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
- bij het walletje langs (=op het nippertje, zuinig)
- bij iemand in het krijt staan (=aan iemand iets schuldig zijn)
- bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
- botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
- boven het hoofd groeien (=onoverkomelijk worden)
- boven het hoofd hangen (=te wachten staan)
- bulken van het geld (=geld in overvloed hebben)
- daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
- daar hangt het mes uit (=men durft daar een grote uitdaging aan te gaan)
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- dat groeit uit het raam (=dat kan men niet geheim houden)
- dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat is het geheim van de mis (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
- dat is het hele eieren eten (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets aan de zaak)
- dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
- dat kan het paard niet trekken. (=daar heb ik onvoldoende geld voor)
- dat was op het nippertje (=dat is maar net gelukt)
- dat wast al het water van de zee niet af (=iets is niet meer te veranderen/aan te passen)
- de aard van het beestje (=het karakter van iemand)
- de bal aan het rollen brengen (=de aanzet geven)
- de boel in het honderd sturen (=in de war maken/verstoren)
- de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
- de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
- de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
- de daad bij het woord voegen (=onmiddellijk doen wat men zegt te zullen doen)
- de dader ligt op het kerkhof (=de schuldige is niet te vinden)
- de dans om het gouden kalf (=de strijd om rijk te worden)
- de deugd zit in het midden. (=gezegd als iemand tussenin zit)
- de dood op het lijf jagen (=schrik aanjagen)
956 betekenissen bevatten `het`
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
- elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
- uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
- jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
- geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
- gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
- twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
- het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
- semper idem (=altijd weer hetzelfde)
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- begaan zijn met (=bedroefd zijn omdat het met iemand niet goed gaat, meeleven met)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- het tij wacht op niemand. (=benut kansen voor het te laat is)
- de toon aangeven (=bepalen welke richting het op gaat)
- beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
- aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien (=bij gebrek aan het goedkope, het dure gebruiken)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
- waar er twee ruilen moet er een huilen (=bij het ruilen is de een altijd beter af dan de ander)
- in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
- in het oog hebben (=binnen het gezichtsveld zijn)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
- daar is vlees in de kuip (=daar is het goed)
- visnamig (=daar is het goed vissen, er zit daar veel vis)
- achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
- dat snijdt geen hout (=dat heeft er niets mee te maken; het bewijst niets)
- na mij de zondvloed (=dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren)
- dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik door kan blijven gaan; daardoor houd ik het vol)
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- aan de touwtjes trekken (=de baas zijn, alles regelen, het voor het zeggen hebben)
50 dialectgezegden bevatten `het`
- 'k en rooj (=het werk vlot niet) (Veurns)
- 'k et (=Ik heb het) (Hansbeeks)
- 'k êt in den boek gezet (=het staat genoteerd) (Kaprijks)
- 'k geejve mij bot (=ik geef het op; ik vind de oplossing niet) (Eekloos)
- 'k geve mè bot (=ik geef het op) (Kaprijks)
- 'k ginge tewege... (=ik stond op het punt om...) (Waregems)
- 'k goa d'r nie veurn strij'n (=ik ben het niet 100 zeker) (Waregems)
- 'k gon is zing of dak nog ne joenge zaain (=ik ga naar het wc) (Antwerps)
- 'k gou ne ker woar da de keuning ok te voet goat (=Ik ga naar het toilet) (Lokers)
- 'k heb 't er alle vertrouw'n ien (=ik denk dat het wel goed zit) (Westerkwartiers)
- 'k heb 't wel bekeek'n (=bekijken - ik heb het wel bekeken) (Westerkwartiers)
- 'k heb 't zwaart op wit (=ik heb het bewijs op papier) (Westerkwartiers)
- 'k heb pien ien 't lief van 't lach'n (='k heb buikpijn van het lachen) (Westerkwartiers)
- 'k heb ut dr neergelegen! (=Ik heb het er neergelegd!) (Rotterdams)
- 'k Heb wal ins slechter egèten (=het smaakt lekker) (Achterhoeks)
- 'k hem kijjef (=ik heb het koud) (Loois)
- 'k heur 't wol (=ik hoor het wel) (Gronings)
- 'k Ho no wo dat de keunink te voete goat. (=Ik ga naar het toilet.) (Koekelaars (Koukeloars))
- 'k hoeve nie hen heui'n (=ik heb het niet druk) (Vechtdals)
- 'k kai ut gedocht (=ik dacht het wel) (Hulsters (NL))
- 'k keune den têjt niemieër zêën (=het is zeer lang geleden) (Kaprijks)
- 'k kreeg er de rittepetite van (=ik kreeg het op mijn heupen) (Gents)
- 'k loate voar'n ... (=ik heb het dan nog niet eens over ...) (Wevelgems)
- 'k meugent (=ik lust het) (Veurns)
- 'k misse mij (=Ik zeg het verkeerd) (Waregems)
- 'k Moe noar t vertrek goan (=IK moet naar het toilet (grote behoeften) ) (Avelgems)
- 'k moe scheiten alzun jong veule mea kooi dérm (=ik ga naar het toilet) (Schijndels)
- 'k moet zeiken as unne ruen (=Ik moet nodig nar het toilet) (Ossies)
- 'k oë malsjanse (=ik had het geluk niet aan mijn zijde) (Waregems)
- 'k peiset (=Ik denk het) (Hansbeeks)
- 'k rapent op, je rap het gie op, e rap het ie op, me rapent wieder op, je rap het gieder op, ze rapent zieder op (=het oprapen) (Veurns)
- 'k stell' het goe (=ik maak het goed) (Waregems)
- 'k un ee geeën ezelke die geld skijt (=ik bulk niet van het geld) (Waregems)
- 'k veger man polleviekes oean (=ik trek het mij niet aan) (Ninoofs)
- 'K vergezel van de kaa (=Ik heb het koud) (Liedekerks)
- 'k versteun a ni antwoord: verzit et den (verzit het dan) (='k versta u niet) (Leefdaals)
- 'k vuul naddegheid (=ik voel dat het niet goedkomt) (Westerkwartiers)
- 'k weetnie wè! (=Ik weet het niet, hoor.) (Zwevegems)
- 'k wil 't wiet'n (=ik wil het weten) (Westerkwartiers)
- 'k wit 's wonder (=ik ben benieuwd, ik vraag het mij af) (Wevelgems)
- 'k wit het waal (=ik weet het wel) (Sint-Niklaas)
- 'k wol heur met 'n tang nog niet aanpakk'n (=het is een vies vrouwtje) (Westerkwartiers)
- 'k zag 't permentelijk (=ik zag het heel goed) (Sint-Niklaas)
- 'k zal 't em wal in zijn sause duen (=Ik zal het hem wel heel voorzichtig laten weten) (Lokers)
- 'k zal er gieën'n troan om loaten (=ik zal het / hem / haar totaal niet missen) (Wichels)
- 'k zal m'n gat maar weer onger min erreme neme (=ik zal maar weer eens aan het werk gaan) (Wierings)
- 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
- 'k zat ontaïn (=ik zal het onthouden) (Brakels (gld))
- 'k Zeent (=Ik zie het) (Mechels (BE))
- 'k zeg a mo da (van het frans 'je ne te dis que ça' (=om aan te duiden dat iets heel goed of opmerkelijk is) (Hals)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen