95 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de ha`
- elkaar in de haren vliegen (=ruzie maken)
- er de hand in gehad hebben (=eraan meegewerkt hebben, met raad of daad)
- er de hand voor in het vuur steken (=heel zeker weten dat iets zo is)
- er de handen voor op elkaar krijgen (=er steun (applaus) voor krijgen)
- goederen in de dode hand (=goederen die niet vererven)
- het hieltje van de ham kluiven (=zijn laatste geld opmaken)
- het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
- iemand de hand boven het hoofd houden (=iemand in bescherming nemen)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
- iemand iets aan de hand doen (=iemand een suggestie geven)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
- iets op de hals halen (=je met een probleem laten opzadelen)
- iets van de hand doen (=iets weggeven of verkopen)
- in de hand werken (=ertoe bijdragen)
- in de hanenbalken (=zeer hoog , op zolder)
- in het zicht van de haven schipbreuk lijden (=op het laatste nippertje nog verliezen)
- je kap over de haag hangen (=uittreden uit klooster of priesterschap)
- je van de hals houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden)
- kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)
- liggen de handen dan liggen de tanden (=wie niet werkt verdient niet genoeg om te eten)
- man met de hamer tegenkomen (=totaal uitgeput geraken)
- met beide handen toegrijpen (=met graagte aanvaarden)
- met de hakken in het zand (=koppig blijven)
- met de hand op het hart (=eerlijk en gemeend)
- met de handen in het haar zitten (=geen oplossing meer weten)
- met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft)
- naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
- niet in de haak zijn (=er klopt iets niet)
- niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
- om de haverklap (=op alle mogelijke momenten, steeds weer opnieuw)
- onder de hamer komen (=op een veiling verkocht worden)
- op de hals schuiven (=opzadelen met)
- rap met de tanden, is rap met de handen. (=wie snel kan eten, kan snel werken.)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- tussen hemel en aarde hangen (=in een lastige situatie verkeren)
- van de hak op de tak springen (=steeds weer van onderwerp wisselen en geen duidelijke rode draad in een verhaal hebben)
- van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)
- van de hand slaan/wijzen (=niet aannemen)
- vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen)
- vroeger, toen kraaiden de hanen nog. Tegenwoordig gapen ze alleen nog maar, zei de dove (=veranderingen in een situatie zijn vaak niet feitelijk, maar een subjectieve beleving)
- wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
- zwaar op de hand zijn (=zeer ernstig/zwaarmoedig van karakter zijn)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen