52 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zál`
- `t Mag vloeien, `t mag ebben. Die niet waagt zal `t niet hebben (=je moet niet denken als je niets onderneemt dat ze het dan bij je thuis komen bezorgen)
- als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- dat paard zal mij niet meer slaan (=dat zal mij niet meer gebeuren)
- dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
- dat zal hem niet glad zitten (=iets zal niet meevallen en moeilijk zijn)
- dat zal je de dood niet aandoen (=iets is niet zo erg is als het lijkt)
- dat zal mij een zorg wezen (=daar trek ik me niets van aan)
- dat zal mijn klomp niet roesten (=ik maak me er niet druk om; het kan mij niet schelen)
- de darmen zalven. (=lekker eten en drinken.)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- de tijd zal het leren (=na verloop van tijd is er bekend hoe het gegaan is)
- de wolf zal met het lam verkeren. (=er zal vrede zijn)
- die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- een zalfje op de wond (=iets dat het leed verzacht)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- er zal geen haan naar kraaien (=dat zal niemand te weten komen)
- het eind zal de last dragen (=moeilijkheden en problemen komen vooral als het werk bijna af is)
- het neusje van de zalm (=het beste deel)
- het zal daar kluizen (=er zal hevige ruzie zijn)
- het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
- het zal erom houden (=het zal op het nippertje zijn)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- het zal me worstwezen (=het maakt voor mij geen enkel verschil)
- het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- iemands handen zalven (=iemand iets geven in de hoop een gunst te verkrijgen)
- ik zal je krakepitten (=ik zal je krijgen!)
- in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
- je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
- kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- uit een olievat zal men geen wijn tappen. (=verwacht geen goede dingen van slechte mensen)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- wat de mens zaait zal hij maaien (=je moet er iets voor doen, als je wat wil krijgen)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
- weten hoe men dat in het vat zal gieten (=de oplossing weten)
- wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten. (=als je ongebruikelijke dingen doet krijg je ook ongebruikelijke resultaten)
- wie niet werkt zal niet eten (=wie niet werkt verdient de kost niet)
- wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
- wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- wie wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
- zo kalm als een zalm (=een rustig persoon)
62 betekenissen bevatten `zál`
- mal moertje mal kindje (=als de moeder te veel toegeeft zal het kind niet deugen)
- dun door de broek lopen. (=als iets niet mee zal vallen)
- allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
- na mij de zondvloed (=dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat paard zal mij niet meer slaan (=dat zal mij niet meer gebeuren)
- er zal geen haan naar kraaien (=dat zal niemand te weten komen)
- daar is wel wachten maar geen vasten naar (=dat zal niet gauw gebeuren)
- daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
- daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
- driemaal is scheepsrecht (=de derde keer zal je wel gaan lukken)
- de bijl ligt al aan de wortel (=de straf zal spoedig volgen)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
- het zal daar kluizen (=er zal hevige ruzie zijn)
- de wolf zal met het lam verkeren. (=er zal vrede zijn)
- memento mori (=gedenk dat je zal sterven)
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- het zal erom houden (=het zal op het nippertje zijn)
- het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
- met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
- alle molens vangen wind. (=iedereen die meedoet zal een deel van de opbrengst opeisen)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
- wat in het vat zit, verzuurt niet (=iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet / wat beloofd is zal ook worden ingelost)
- als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- dat zal hem niet glad zitten (=iets zal niet meevallen en moeilijk zijn)
- ik zal je krakepitten (=ik zal je krijgen!)
- over mijn lijk (=ik zal mij daar met alle kracht tegen verzetten)
- je laatste hemd aan hebben (=je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- de tijd heelt alle wonden (=na lange tijd zal de pijn vanzelf over gaan)
- geen haan die er naar kraait (=niemand zal het weten)
- zelfs de beste breister laat wel eens een steekje vallen (=ook al kan iemand iets heel goed, hij of zij zal ook wel eens een fout maken; dat is vergeeflijk)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- heden ik morgen gij (=oud grafschrift: gedenk, lezer, dat jij ook zal sterven)
50 dialectgezegden bevatten `zál`
- ` 't zal d'r aan ligke wi-j 't veltj` zag de bezeuker wi-j ze 'm vrooge um te bliêve aete en hae keek nao de dröppel aan de vrouw eur naas (=niet meteen toehappen, een slag om de arm houden) (Weerts)
- `'t zal waal oetkome` zag de gek en hae zejdje zaegmael (=je kunt 't proberen, maar het zal niet helpen) (Weerts)
- `ich zal toeris goeën zègge dat Zjef heië nie thinnis ès, dan kan d'ne jóng dieëzen achtere no tous koeëme` (=`Ik zal bij u thuis gaan zeggen dat Jef vandaag niet bij hem thuis is, dan kan uw kind namiddag naar thuis komen.`) (Genker)
- 'K goa kik were den buf zyn (=Ik zal terug de zondebok zijn) (Harelbeeks)
- 'k Goa nie lange lett'n. (=Ik zal niet lang blijven.) (Wevelgems)
- 'k goa ui bij uien schabbernak pakken (=ik zal je eens bij je nekvel vastnemen) (oudenaards)
- 'K goaj olichte ne droai geev'n (=Nog 1 keer en ik zal u een slag geven) (Harelbeeks)
- 'k ken oe wa, 'k pak oe an (=ik ken jou wel, ik zal je een lesje leren) (twents)
- 'k zal 'em de oor'n es wass'n (=ik ga hem eens stevig aanpakken) (Westerkwartiers)
- 'k zal 't em wal in zijn sause duen (=Ik zal het hem wel heel voorzichtig laten weten) (Lokers)
- 'k zal a een zwing geven (=ik zal er u van langs geven) (Meers)
- 'k zal aa seffes (=waarschuwing aan kind bijv) (Leefdaals)
- 'k zal de poempiejers ew euweren is loateh eutspooiteh (=je moet beter luisteren) (Arendonks)
- 'k zal dij 'es 'n oplawiebes verkoop'm (=ik zal jou eens een beste klap geven) (Westerkwartiers)
- 'k zal dij d'r uut benzeln (=ik zal jou eruit gooien) (Westerkwartiers)
- 'k zal ekik (=ik zal) (Roeselaars)
- 'k zal er gieën'n troan om loaten (=ik zal het / hem / haar totaal niet missen) (Wichels)
- 'k zal m'n gat maar weer onger min erreme neme (=ik zal maar weer eens aan het werk gaan) (Wierings)
- 'k zal mij wel weer opovver'n (=ik zal wel weer de minste wezen) (Westerkwartiers)
- 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
- 'k zal op en bedde (=ik ga naar bed) (Urkers)
- 'k zal tèn ies e vogelke vur ô vangen (=iemand een loze belofte doen) (Sint-Niklaas)
- 'k Zal veu ou is e verken oep nen boom jagen (=Iets apart, iets wonderlijks doen) (Mechels (BE))
- 'k zat ontaïn (=ik zal het onthouden) (Brakels (gld))
- 'Kgoa myn aruus vervèss'n (=Ik zal mijn frietvet verversen) (Harelbeeks)
- 't es 'ier va 'k zal au goan 'emmen (=ze willen mij beetnemen) (Wichels)
- 't es geen avance (=Het zal niet helpen) (Hansbeeks)
- 't es wel bestèdj (=t is goed zo, hij heeft het verdiend, dat zal hem leren) (Meers)
- 't es welbestedj (=dat zal hem leren) (Meers)
- 't go mollejoengn reegn, mollejoeng braakn (=de lucht wordt zwart en het zal hevig regenen) (Ostêns)
- 't goa doar 'n wiel ofluuëpn (=het zal daar verkeerd aflopen) (Waregems)
- 't Is niks genodderd (=Het zal niet helpen) (Baasrode)
- 't kot za were te klêënne zijn (=dat zal niet in goede aarde vallen) (Kaprijks)
- 't moet nôdig zo weze (=het zal wel, ik geloof 'r niks van, ja ja...) (Westfries)
- 't sa wew (=dat zal wel) (Kaprijks)
- 'T spel es hespe (=het zal niet meer gaan) (Oudenaards)
- 't stoet op gin beter'n (=het zal niet vlug beter worden) (Meers)
- 't van de kloûten, 't is va 'k zal ô gon ein (=er komt niks van) (Sint-Niklaas)
- 't zà tog heen wâ zien zekr (=het zal toch niet waar zijn) (Terneuzens)
- 't za zè gat voeër'n (=hij zal er moeten aan wennen) (Meers)
- 't Zal 'n farme blus goun duun. (=Het zal fel gaan regenen) (Bevers)
- 't zal 'r wappere (=ze zijn nog niet jarig) (Luyksgestels)
- 't zal a'n gat voarn (=dat zal andere koek zijn) (Kaprijks)
- 't zal aan me reet roeste (=ik kan er niet mee zitten) (Rotterdams)
- 't Zal an je gatje nie snêêuwen (=Dat gaat daarom niet door) (Zeeuws)
- 't zal au [gat] voaren (=je zult moeten wennen) (Wichels)
- 't zal au / au gat voaren (=je zult er moeten aan wennen (ook: voordeel door hebben)) (Wichels)
- 't zal deurgoan, al moet de onnerste steen ok boov'm komm'm (=het moet hoe dan ook gebeuren) (Westerkwartiers)
- 't zal em een eirt kosten (='t zal hem veel kosten) (Meers)
- 't zal go speten (=er is een regenvlaag op komst) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen