Spreekwoorden met `vo`

Zoek


457 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vo`

  1. aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
  2. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  3. aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  4. aan de voorhand zijn/zitten (=voorrang hebben)
  5. aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
  6. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  7. aan een klein vogeltje past geen grote bek. (=kinderen moeten gehoorzamen)
  8. aan handen en voeten gebonden zijn (=geen kant op kunnen)
  9. aan iemands voeten liggen (=iemand vereren, een absolute fan van iemand zijn)
  10. aan zijn eerste leugen niet gebarsten en voor zijn tweede niet opgehangen zijn (=een grote leugenaar zijn)
  11. achter de vodden zitten (=opjagen)
  12. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  13. advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
  14. al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegemaakt hebben)
  15. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  16. als de dood zijn voor iets (=heel erg bang zijn voor iets)
  17. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  18. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  19. als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen (=een huichelaar is niet te vertrouwen)
  20. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  21. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
  22. als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
  23. als het voeten heeft (=als de omstandigheden gunstig zijn)
  24. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  25. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  26. als jut voor de haakmand staan (=beteuterd, triest)
  27. als sneeuw voor de zon verdwijnen (=ergens niets van over blijven)
  28. appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
  29. appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
  30. arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
  31. avondrood, mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt mooi weer)
  32. bang voor zijn hachje zijn (=weinig durven en bang zijn om gevaar te lopen)
  33. bang zijn voor zijn eigen schaduw (=overdreven bang zijn)
  34. beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. (=kiezen voor zekerheid.)
  35. beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
  36. bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
  37. dat is algabra voor hem. (=daar snapt hij niets van.)
  38. dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
  39. dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
  40. dat is kaviaar voor hen (=dat is onbereikbaar voor hen)
  41. dat is Latijn voor mij (=dat begrijp ik niet)
  42. dat is nog van voor de zondvloed (=dat is al heel oud)
  43. dat was Grieks voor hem (=dat begreep hij niet)
  44. de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
  45. de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
  46. de boventoon voeren (=het hoogste woord hebben)
  47. de daad bij het woord voegen (=onmiddellijk doen wat men zegt te zullen doen)
  48. de druiven zijn zuur (zei de vos maar hij kon er niet bij) (=van iets dat men niet krijgen kan, zeggen dat men het niet wil)
  49. de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
  50. de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)

798 betekenissen bevatten `vo`

  1. in de ijskast zetten (=(tijdelijk) niet uitvoeren)
  2. het licht zien (=1: begrijpen wat men daarvoor nog niet begreep 2: geboren worden, ontstaan)
  3. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  4. bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
  5. op de grote trom slaan (=aandacht proberen te krijgen voor diens zaak)
  6. iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
  7. de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
  8. het lood al in de bil hebben (=al gestraft zijn voor iets. (geschoten zijn met een loden kogel))
  9. op je hoede zijn (=alert en voorzichtig zijn.)
  10. vroeg opstaan (=alert zijn voor bedrog)
  11. in de lucht zitten (=algemeen voorkomen)
  12. voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
  13. de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
  14. om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
  15. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  16. je uitkleden voor men naar bed gaat (=alles weggeven voor men sterft)
  17. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  18. waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
  19. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  20. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  21. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  22. een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
  23. wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
  24. gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
  25. wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
  26. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  27. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  28. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  29. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  30. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  31. die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
  32. een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
  33. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  34. wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
  35. wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
  36. men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
  37. het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
  38. onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
  39. in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
  40. april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
  41. te goeder naam en faam bekend staan (=bekend staan voor goede dingen)
  42. de deksel van de pot aflichten. (=bekendmaken wat voorheen verborgen was)
  43. het tij wacht op niemand. (=benut kansen voor het te laat is)
  44. maak je borst maar nat (=bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand))
  45. er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
  46. goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
  47. bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
  48. iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
  49. verbi gratia (=bijvoorbeeld)
  50. verbi causa (=bijvoorbeeld)

25 dialectgezegden bevatten `vo`

  1. ‘t is vo jen ogen ut te blèt’n (=Dat is heel triest) (Iepers)
  2. blad vo je neuze blad vo je gat (=deur voor je neus toegooien) (Brugs)
  3. da 's gin spek vo joen bek (=Dat is niets voor jou) (Veurns)
  4. die ageen spuigweter vo een ander over (=die heeft niets voor een ander over) (Zeeuws)
  5. è blek vo è lek (=kortstondige zonneschijn tussen 2 regenbuien door) (Iepers)
  6. E moe schart'n vo rond te kom'n (=Hij heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen) (Iepers)
  7. en'net gin noagel vo a zen gat te klown (=hij bezit niks) (Iepers)
  8. énen vo piet snot zetten (=iemand een loer draaien) (Brugs)
  9. Ge Kund em vo Gjin Oar Betrouwen (=eerlijk zijn) (Kortrijks)
  10. ge zoet er de koede kwak van krieg' n, tis vo mieretetjes va te kriegn, Je kriegt d' r ennebubbels van (=je krijgt er kippevel van) (West-Vlaams)
  11. Ik zen geboren in de Zelm, de de vo en moe van os pa, die van os ma die weunde op de Hoef (=Ik ben geboren in de Zelm, bij de moeder en de vader van mijn vader.Mij moeder haar ouders woonde in Achterbos) (Mols)
  12. is mo juuste noëdig vo (=is enkel nodig om) (Veurns)
  13. je gen nogel vo in zin ol te scharten (=heel arm zijn, niks hebben) (Brugs)
  14. jè géne naogel vo an zin gat te skarten (=hij heeft niets) (Kortrijks)
  15. je nee et ginne tid vo een scheete te loatn. (=hij heeft het zeer druk) (Harelbeeks)
  16. Jè Rippe vo 't Gesticht (=het is een raar persoon) (Kortrijks)
  17. je zoe geld geevn vo joen te zieën (=wat zie ik je zelden) (Veurns)
  18. neem een aepje vo mun mee (zierikzee) (=vakantiegroet) (Zeeuws)
  19. te dom vo ooi teten (=niet bijster intellegent) (Brugs)
  20. Te Dom vo Wui Tèètn (=niet zo slim) (Kortrijks)
  21. Tè Jin vo Bèèrnem (=het is een raar persoon) (Kortrijks)
  22. te leeëk zien vo t' èèpn dundern (=heel lelijk zijn) (Veurns)
  23. ter stoat vele volk vo de staosje (=een vrouw met een flinke boezem) (Ostêns)
  24. vo de noene (=in de voormiddag) (Brugs)
  25. vo wie zennen illigen (=voor wie in godsnaam) (west-vlaams)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen