91 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Moet`
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, Moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- aan een oud dak Moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- alle mensen Moeten leven (=gun de anderen ook wat)
- als het niet gaat zoals het Moet, dan Moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- als je geschoren wordt, Moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
- barbertje Moet hangen (=ongeacht of iemand schuldig is moet die gestraft worden)
- bomen ontMoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
- daar Moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
- dan Moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- dat Moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
- de jongste ezel Moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
- de oudste Moet de wijste zijn (=van het oudste kind wordt het meeste verwacht)
- denken Moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
- denken Moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
- die snaar Moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- die wel doet, wel ontMoet. (=wie anderen goed behandelt, kan zelf goede behandeling verwachten.)
- een goeie vis Moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
- een kleine aardappel Moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- een mens Moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- een oude boom Moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- een paard met een zachte mond Moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
- een veer (Moeten) laten (=met minder genoegen moeten nemen)
- er geen tekeningetje bij Moeten maken (=het is overduidelijk)
- eraan Moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
- het harde woord Moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- het kind Moet (toch) een naam hebben (=passend of niet, je moet het kunnen noemen)
- het Moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het Moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
- het paard Moet tot de kribbe komen. (=wie belang heeft bij een zaak moet er zelf op uit gaan)
- het staat geschreven en gedrukt je Moet krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
- ieder Moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
- ieder Moet zijn eigen stoep schoonvegen (=ieder moet zijn eigen problemen oplossen - zich afvragen of hij zelf schuldig is)
- iedereen Moet zijn last dragen (=ieder heeft zijn problemen)
- in het schuitje zitten en mee Moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
- je Moet de kat niet aan de kaas laten komen. (=zorg voor niet te veel verleiding)
- je Moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
- je Moet een gegeven paard niet in de mond kijken (=je moet niet te kritisch zijn over cadeaus, of koopjes)
- je Moet een paard niet doodknuppelen, voordat je thuis bent. (=te veel haast kan wel eens vertraging opleveren)
- je Moet geen `hei` roepen voordat je de brug over bent (=vreugde over een goede afloop is pas toepasselijk als er niets meer verkeerd kan gaan)
- je Moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- je Moet om de beurt ademhalen (=gezegd als het erg druk is)
- je zult ze maar de kost Moeten geven (=het zijn er veel (mensen))
- jong bier Moet gisten (=kinderen hebben recht op plezier)
- men Moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- Moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
- Moet je heen hooien? (=heb je geen tijd?)
- Moet je nog peultjes (=wat zeg je daarvan!)
- Moeten is dwang en huilen is kindergezang (=ik wil het wel doen, maar niet als het me verplicht wordt)
- Moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus moeten maken)
198 betekenissen bevatten `Moet`
- wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag Moet men zich onderwerpen)
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, Moet je niet veel geld vragen)
- het gelag betalen (=alle kosten Moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, Moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen Moeten)
- waar meerderman komt moet minderman wijken (=als een machtig persoon iets zegt, Moet de minder machtige zwijgen)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen Moet je luisteren)
- eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft Moet die dat ook uitvoeren)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan Moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, Moet je het ook afmaken)
- wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent Moet je er mee voortdoen)
- wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, Moet je er ook geen deel van uitmaken)
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander Moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, Moet je het zeggen)
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, Moet je er de tijd voor nemen)
- belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt Moet je dat ook nakomen)
- wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, Moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
- een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan Moet je je daar ook aan houden)
- die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent Moet je sparen voor je eigen oude dag)
- veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, Moet je ook met veel delen)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder Moeten bijdragen)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan Moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone Moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontMoeten)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover Moet niet gesproken worden)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om Moet gaan)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd Moet worden)
- daar moet de schoorsteen van roken (=dat Moet de inkomsten voortbrengen. Daar Moeten we van bestaan)
- voor iets moeten bloeden (=de gevolgen Moeten dragen)
- de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste Moet de vervelende klusjes opknappen)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten Moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade Moet de situatie zelf rechtzetten.)
- denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet Moet inspannen)
- die is niet voor de poes (=die Moet als tegenstander niet onderschat worden)
- moet is een bitter kruid. (=dingen die men Moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
- de tijd vliet snel gebruik hem wel (=doe wat je Moet doen, terwijl je nog kan)
- al doende leert men (=door iets vaak te doen, leert men hoe het Moet.)
- moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus Moeten maken)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar Moet het bij blijven.)
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie Moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid Moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou Moeten worden)
- ruggespraak houden (=eerst ergens over Moeten overleggen)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst Moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan Moet worden)
- geen twee kapiteins op één schip (=er Moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
- een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevreden kijken (omdat er bijv. iets gedaan Moet worden))
- korte rekeningen maken lange vriendschappen. (=financiële geschillen Moet je direct oplossen)
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening Moeten houden met zichzelf)
- het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er Moet hard voor gewerkt worden)
50 dialectgezegden bevatten `Moet`
- 'j es zijn kluutn goan schuurn (=hij loopt weg als er Moet gewerkt worden) (Knesselaars)
- 'K ghaon deur! (=Ik Moet weg) (Hulsters (NL))
- 'k moe a loadn (=ik Moet ervandoor) (Kaprijks)
- 'k moe noar de vespers goan vandoage (=ik Moet naar de kerk deze namiddag) (Evergems)
- 'k Moe noar t vertrek goan (=IK Moet naar het toilet (grote behoeften) ) (Avelgems)
- 'k Moet me wjeiren (=ik Moet moeite (een inspanning) doen) (Sint-Niklaas)
- 'k Moet zeiken as unne ruen (=Ik Moet nodig nar het toilet) (Ossies)
- 'k zal de poempiejers ew euweren is loateh eutspooiteh (=je Moet beter luisteren) (Arendonks)
- 'n geev'm peerd moe'j niet ien 'e bek kiek'n (=een gegeven paard Moet je niet in de bek kijken) (Westerkwartiers)
- 'n mens Moet doen wat 'er leert het (=handel maar naar eigen inzicht) (Westerkwartiers)
- 'n woepstert van 'n (=nu Moet je even heel goed luisteren) (Gronings)
- 's aovends nen keerl 's maorgns nen keerl (=na flink zuipen Moet je 's morgens niet zeiken) (Achterhoeks)
- 's naachts 'n kirrel, 's mörng's 'n kirrel (=wie 's nachts feestviert, Moet 's ochtends niet zeuren) (Westerkwartiers)
- 't ael es nog nie van au gat gespoeld [hoewel dit nergens terug te vinden is Moet `ijl` hier `vruchtwater`betekenen] / ge zèe nog nie druëg achter au uëren (=je komt net kijken) (Wichels)
- 't boov'mste Moet eerst uut de zak (=waar men vol van is praat men over) (Westerkwartiers)
- 't ene moe je doen en 't aander niet loat'n (=men Moet alles goed afmaken) (Westerkwartiers)
- 't es vaer van au gat, ge Moet er nie(d) op zitten (=dat wondje / pijnlijk plekje valt best wel mee) (Wichels)
- 't es van'n trok dagge Moetj leven (=je Moet de gelegenheid te baat nemen) (Ninoofs)
- 't hoge woord Moet d'r uut (=de waarheid Moet nu worden verteld) (Westerkwartiers)
- 't is 'n wet ven Meed'n en Perz'n (=deze wet Moet altijd gehandhaafd worden) (Westerkwartiers)
- 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, Moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
- 't is buug'n of barst'n (=het Moet ten koste van alles doorgaan) (Westerkwartiers)
- 't is handje te ball'n of voetje te ball'n (=wanneer men Moet kiezen) (Westerkwartiers)
- 't is kieëzn of diëuwn (=je Moet een (moeilijke) keuze maken) (Kaprijks)
- 't is nie ol evangelie dat de paster prikt (=je Moet niet alles geloven dat ze zeggen) (Veurns)
- 't is roei'n met de riem'n die je hemm'n (=je Moet roeien met de riemen die je hebt) (Westerkwartiers)
- 't kingd Moet ne noam ein (=een vals reden opgeven voor iets) (Sint-Niklaas)
- 't kumpt niej zoe naa (=Het Moet niet heel precies zijn) (Stals)
- 't laeve ès waaj ën naoës, de moes ter alles authaole wat trèn zit (=het leven is als een neus, je Moet er alles uithalen wat er in zit) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't Lèste himme hèt geen maole (=Wie sterft Moet alles achterlaten) (Bilzers)
- 't leste schip Moet ok vracht hemm'm (=je hoeft je niet altijd te haasten) (Westerkwartiers)
- 't leste schip Moet ook vracht hemm'n (=je Moet ook wat bewaren voor laatkomers) (Westerkwartiers)
- 't moe gepast zijn (=het Moet juist (correct) zijn) (Kaprijks)
- 't moe nekiër zijn kiër èn (=dit Moet eens een beurt krijgen) (Kaprijks)
- 't moe wew mee a goeste zijn (=je Moet het écht wel willen) (Kaprijks)
- 't Moet (allemoal) geschilderd zèen (=kieskeurig zijn) (Wichels)
- 't Moet eerst minner word'n veurdat 't beder wordt (=het Moet eerst minder mooi worden voordat het fraaier wordt) (Westerkwartiers)
- 't Moet geschilderd zèen (=hij stelt hoge eisen) (Wichels)
- 't Moet nôdig zo weze (=het zal wel, ik geloof 'r niks van, ja ja...) (Westfries)
- 't oog wil ok wat! (=het Moet niet alleen goed zijn, het Moet ook mooi zijn) (Westerkwartiers)
- 't schuurtje Moet bij 't huuske bliev'm (=zo regelen dat alles blijft kloppen) (Westerkwartiers)
- 't stik(kump) nie zoe na (='t Moet niet heel juist zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't stikt zo na nie (=zo perfect Moet het nu ook wel niet zijn) (Sint-Niklaas)
- 't stoa geschréve en gedrukt, ge Moet krabbe woar ut jukt (=Het staat geschreven en gedrukt, je Moet krabben waar het jeukt) (Ossies)
- 't stoa geskreven en gedrukt daje moe skarten woar et jukt (=Waar het jeukt, Moet je krabben) (Avelgems)
- 't stoe geskreven en gedrukt, ge Moetj krabben wurdat ukt (='t staat geschreven en gedrukt, je Moet krabben waar het jeukt) (Meers)
- 't zal deurgoan, al Moet de onnerste steen ok boov'm komm'm (=het Moet hoe dan ook gebeuren) (Westerkwartiers)
- ‘k moen’tj gieëlegaus émmen (=ik Moet het helemaal hebben) (Meers)
- ‘k stoa nog in’t schuwt bê a (=ik Moet u nog een wederdienst) (Kaprijks)
- "c'est l'oeil qui faut" zèjt de woale (=je Moet er maar op komen) (Brakels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen