de zoutzak

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  zoutzakken
Verbuigingen:  zoutzakje

1) een vormeloze zak met zout

2) een futloos persoon zonder wilskracht


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
slome   treuzelaar   zak   

Intensiveringen
Hoe kun je met zoutzak een ander begrip versterken?
in elkaar zakken als een zoutzak;

3 definities op Encyclo
  • 1) Verpakking 2) Futloos persoon 3) Slappeling
  • Spreekwoorden: (1914) Zoutzak, een sukkel, iemand zonder energie, aartsdomkop; eig. iemand die als een zak zout in elkander zakt, niet flink is. De benaming dagteekent uit de 16<sup>de<-sup> eeuw; vgl. Kil.: Soutsack, homo tetricus, et tristis; Winschooten, 272: Een soutsak beteekend, een sak, daa...
  • zak om zout in te doen; zak gevuld met zout iemand met weinig fut en wilskracht; ongeïnteresseerd en karakterloos mens; gemakzuchtig, slap persoon
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zoutzak

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de zoutzak' of 'het zoutzak'?
Het is 'de zoutzak', want zoutzak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zoutzak'.
Wat betekent zoutzak?
'een vormeloze zak met zout' en 'een futloos persoon zonder wilskracht'
Hoe spel je zoutzak?
zoutzak spel je Z O U T Z A K
Wat is een ander woord voor zoutzak?
Andere woorden voor zoutzak zijn slome, treuzelaar en zak.

Op andere websites
Zoek zoutzak op Woordenlijst.org
Zoek zoutzak op Google
Zoek zoutzak op Wikipedia