de ziel

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[zil]
Verbuigingen:	zielen (meerv.)

1) onzichtbaar en onsterfelijk deel van de mens dat volgens gelovigen maakt dat je leeft

Voorbeeld:	`Volgens de pastoor en de imam verwaarlozen moderne mensen hun ziel.`
je ziel blootleggen	(erg openhartig zijn over wat je denkt en voelt)
iemand op zijn of haar ziel trappen	(iemand ernstig kwetsen of beledigen)

2) mens

Voorbeeld:	`De arme ziel kan niet in haar eigen huis blijven wonen; ze moet naar een verzorgingshuis.`
twee zielen, één gedachte	(<dit zeg je als blijkt dat twee mensen toevallig tegelijk hetzelfde gaan doen of zeggen>)

geest   individu   kern   

• met zijn ziel onder de arm lopen (=zich vervelen)
• met hart en ziel (=met plezier en passie)
• met een goed geloof en een kurken ziel drijft men de zee over (=met vertrouwen en optimisme kan men alles aan)
• je ziel in lijdzaamheid bezitten (=gelaten het ongelijk verdragen)
• je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
Toon alle 9 spreekwoorden die ziel bevatten

Hoe kun je met ziel een ander begrip versterken?
zielsblij; zielsgelukkig; zielsgraag; zielstevreden; zielsveel; met hart en ziel;

• Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 1) ijzeren of houten beslag van 'n topsieraad; 2) blaasbalgklep.
• de geestelijke, niet-lichamelijke kant van bijvoorbeeld mensen en dieren.
• uitdr.: Voorbeeld: mijn ziele, mijn zielken: bij mijn ziel, mijn eeuwig heil (Te, VD I 1) - Voorbeeld: Hij heeft, mijn ziele, heel zijn stalleke mee, de valschaard! Dat is om de burgemeester plezier te doen - Voorbeeld: 'k En mag hem (= overleden vriend), mijn zielken, hier bij de verhangenen ...
• 'Ziel' in zijn algemeenheid een synoniem voor 'het binnenste'.
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Ziel``] Zie As, Geschut

Toon uitgebreidere definities

• zielenadel• zielenbrood• zielengrootheid• zielenheil• zielenherder• zielenknijper• zielenleed• zielenleven• zielenlijden• zielenmis• zielennood• zielenpiet• zielenpijn• zielenpoot• zielenroersel• zielenrust• zielensmart• zielenstrijd• zielental• zielenvreugde
• Toon alle woorden die beginnen met ziel

• volksziel• moederziel• kinderziel• braziel
• Toon alle woorden die eindigen op ziel

ziel (geest; persoon; spil )

Is het 'de ziel' of 'het ziel'?

Het is 'de ziel', want ziel is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die ziel'.

Wat is het meervoud van ziel?

Het meervoud van ziel is 'zielen'. Eén ziel, twee zielen.

Wat betekent ziel?

'onzichtbaar en onsterfelijk deel van de mens dat volgens gelovigen maakt dat je leeft' en 'mens'

Hoe spel je ziel?

ziel spel je Z I E L

Wat is een ander woord voor ziel?

Andere woorden voor ziel zijn geest, individu en kern.

Zoek ziel op Woordenlijst.org
Zoek ziel op Google
Zoek ziel op Wikipedia