wentelen

werkw.

Uitspraak:	['wɛntələ(n)]
Afbreekpatroon:	wen·te·len
Vervoegingen:	wentelde (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) laten draaien

Vervoegingen:	heeft gewenteld (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`Wentel de gehaktballen door de bloem.`, `Het varken wentelde zich in de modder.`
je wentelen in iets	(erg genieten van iets of je volledig laten beheersen door iets) `Hij wentelde zich in zelfmedelijden.` Synoniem: zwelgen in iets, je overgeven aan iets

2) draaien (om iets)

Vervoegingen:	is gewenteld (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`De aarde wentelt in 365 dagen om de zon.`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• je in het slijk wentelen (=genieten van iets dat slecht is)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo

(Amsterdams) draaien
•"(onovergankelijk)" om een as of steunpunt draaien. •"(onovergankelijk)" [wiskunde] een cirkel beschrijven in een vlak loodrecht op een lijn. •"(overgankelijk)" [formeel] draaien, in de rondte laten bewegen.
het in tegenovergestelde richting brengen vb: hij wentelde de steen zodat we de onderkant konden zien Synoniemen: keren omdraaien omkeren
1) Volveren 2) Omwentelen 3) Omkeren 4) Keren 5) Omdraaien 6) Wenden 7) Rondbewegen 8) Malen 9) Roteren 10) Draaien 11) Cirkelen 12) Kantelen 13) Ronddraaien 14) Woelen 15) Spin 16) Zwenken 17) Evolueren 18) Rond bewegen 19) Rollen
zich wenden

Deze woorden eindigen op wentelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

'laten draaien' en 'draaien (om iets)'

wentelen spel je W E N T E L E N

Andere woorden voor wentelen zijn draaien, kantelen, keren, omdraaien, omwentelen, rollen, ronddraaien, roteren, wenden en zwenken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht