vervoegen

werkw.

Uitspraak:	[vər'vuxə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·voe·gen
Vervoegingen:	vervoegde (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft vervoegd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(de vormen van een werkwoord) opnoemen

Voorbeeld:

`Hoe vervoeg je 'zijn'?`

Zie ook:

Werkwoorden vervoegen

aflopen   declineren   koers zetten naar   verbuigen   zich begeven naar   

• zich bij iemand vervoegen, naar iemand toe gaan (VD) - Voorbeeld: Treze deed teken naar Veva dat ze mee vooruit moest komen, dat moeder haar wel vervoegen zou
• • [taalkunde] , "(overgankelijk)" omvormen van een werkwoord om wijze, tijd en persoon uit te drukken. •zich ergens naar begeven. •zich ergens bijvoegen, zich ergens bij aansluiten.
• 1) Aanmelden 2) Aanpassen van werkwoorden 3) Flecteren 4) Omvormen 5) Declineren 6) Verbuigen 7) Taalkundig omvormen 8) Aflopen 9) Zich begeven naar 10) Wenden tot 11) Taalkundige term 12) Conjugeren
• gaan, zich bewegen naar

Toon uitgebreidere definities

• vervoegen bij

Is iemand vervoegen correct? Zie Vervoegen / zich vervoegen bij

Wat is de verleden tijd van vervoegen?

De verleden tijd van vervoegen is 'vervoegde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vervoegd'.

Wat betekent vervoegen?

'(de vormen van een werkwoord) opnoemen'

Hoe spel je vervoegen?

vervoegen spel je V E R V O E G E N

Wat is een ander woord voor vervoegen?

Andere woorden voor vervoegen zijn aflopen, declineren, koers zetten naar, verbuigen en zich begeven naar.

Zoek vervoegen op Woordenlijst.org
Zoek vervoegen op Google
Zoek vervoegen op Wikipedia