versplinteren

werkw.

Uitspraak:	[vər'splɪntərə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·splin·te·ren
Vervoegingen:	versplinterde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft, is versplinterd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in splinters of kleine stukjes uiteenvallen of uiteen doen vallen

Voorbeelden:

`De glazen zijn in de vaatwasser versplinterd.`, `Een eigenschap van asbest is dat de vezels versplinteren in steeds kleinere vezels.`, `Die ijzeren staaf heeft het bot in mijn voet versplinterd.`

2) in onderdelen uiteenvallen of doen uiteenvallen

Voorbeelden:

`Het verdeelde land kan nog verder versplinteren.`, `Persoonlijke ambities versplinteren de politieke partij.`

verbrijzelen   

• 1) In kleine stukken verdelen 2) Verbrijzelen 3) Atomiseren

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van versplinteren?

De verleden tijd van versplinteren is 'versplinterde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is versplinterd'.

Wat betekent versplinteren?

'in splinters of kleine stukjes uiteenvallen of uiteen doen vallen' en 'in onderdelen uiteenvallen of doen uiteenvallen'

Hoe spel je versplinteren?

versplinteren spel je V E R S P L I N T E R E N

Wat is een ander woord voor versplinteren?

Een ander woord versplinteren is verbrijzelen.

Zoek versplinteren op Woordenlijst.org
Zoek versplinteren op Google
Zoek versplinteren op Wikipedia