versmaden

werkw.

Uitspraak:	[vərˈsmadə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·sma·den
Vervoegingen:	versmaadde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft versmaad (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met minachting afwijzen

niet te versmaden

(zeer de moeite waard)

3 definities op Encyclo

iemand of iets niet willen hebben vb: zo'n lekkere appel is niet te versmaden Synoniem: afwijzen Tegenstellingen: aannemen aanvaarden accepteren
1) Beneden zich achten 2) Weigeren 3) Minachten 4) Minachtend afwijzen 5) Niet accepteren 6) Minachtend verwerpen 7) Verachten 8) Verwerpen
afwijzen, afkeuren

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van versmaden is 'versmaadde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft versmaad'.

'met minachting afwijzen'

versmaden spel je V E R S M A D E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht