de vastgoedmakelaar

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['vɑs(t)xutmakəlar]
Afbreekpatroon:  vast·goed·ma·ke·laar
Verbuigingen:  vastgoedmakelaars (meerv.)

beroep van iemand die helpt bij het kopen of verkopen van onroerend goed
Voorbeelden:  `je vestigen als vastgoedmakelaar`,
`een erkende vastgoedmakelaar`
Synoniem:  makelaar


2 definities op Encyclo
  • 1) Beroep
  • iemand die voor zijn beroep bemiddelt tussen de koper en de verkoper van onroerend goed; makelaar in immobilia; ook: het beroep of de titel van vastgoedmakelaar
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met vastgoedmakelaar:
vastgoedmakelaarster

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de vastgoedmakelaar' of 'het vastgoedmakelaar'?
Het is 'de vastgoedmakelaar', want vastgoedmakelaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die vastgoedmakelaar'.
Wat is het meervoud van vastgoedmakelaar?
Het meervoud van vastgoedmakelaar is 'vastgoedmakelaars'. Eén vastgoedmakelaar, twee vastgoedmakelaars.
Wat betekent vastgoedmakelaar?
'beroep van iemand die helpt bij het kopen of verkopen van onroerend goed'
Hoe spel je vastgoedmakelaar?
vastgoedmakelaar spel je V A S T G O E D M A K E L A A R

Op andere websites
Zoek vastgoedmakelaar op Woordenlijst.org
Zoek vastgoedmakelaar op Google
Zoek vastgoedmakelaar op Wikipedia