uitgesproken

bijv.naamw.

Uitspraak:	['œytxəsprokə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·ge·spro·ken

als je (het genoemde) heel sterk of duidelijk hebt of bent

Voorbeelden:	`een uitgesproken mening over iets hebben`, `een uitgesproken afkeer van vlees hebben`, `uitgesproken idealisten die de wereld willen verbeteren`, `een uitgesproken lelijke man`
Synoniem:	onmiskenbaar

Zie ook:

uitspreken

apert   bepaald   duidelijk   evident   gearticuleerd   geprononceerd   gewoonweg   groot   kennelijk   klaarblijkelijk   markant   ondubbelzinnig   onmiskenbaar   

Hoe kun je met uitgesproken een ander begrip versterken?
uitgesproken lelijk; uitgesproken voorkeur; uitgesproken;

• 'Uitgesproken' was een actualiteitenprogramma van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). 'Uitgesproken' werd uitgezonden op maandag tot en met vrijdag om 20.30 uur op Nederland 2.
• zonder beperkingen, helemaal vb: ze was uitgesproken vriendelijk Synoniem: schoon [2] Tegenstelling: betrekkelijk
• 1) Verklaard 2) Bepaald 3) Evident 4) Beslist 5) Apert 6) Stellig 7) Duidelijk 8) Groot 9) Gearticuleerd 10) Flagrant 11) Gewoonweg 12) Geprononceerd 13) Onmiskenbaar 14) Klaarblijkelijk 15) Ondubbelzinnig 16) Kennelijk 17) Onbetwistbaar 18) Positief 19) Markant

Toon uitgebreidere definities

• onuitgesproken

Wat betekent uitgesproken?

'als je (het genoemde) heel sterk of duidelijk hebt of bent'

Hoe spel je uitgesproken?

uitgesproken spel je U I T G E S P R O K E N

Wat is een ander woord voor uitgesproken?

Andere woorden voor uitgesproken zijn apert, bepaald, duidelijk, evident, gearticuleerd, geprononceerd, gewoonweg, groot, kennelijk, klaarblijkelijk, markant, ondubbelzinnig en onmiskenbaar.

Zoek uitgesproken op Woordenlijst.org
Zoek uitgesproken op Google
Zoek uitgesproken op Wikipedia