uitblinken

werkw.
Uitspraak:  ['œydblɪŋkə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·blin·ken
Vervoegingen:  blonk uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgeblonken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

veel beter zijn dan andere(n)
Voorbeelden:  `uitblinken in wiskunde`,
`Deze auto blinkt uit in betrouwbaarheid.`,
`Hij is best slim, maar hij weet dat hij op geen enkel terrein zal uitblinken.`
Synoniemen:  uitmunten, excelleren


Synoniemen
excelleren   onderscheiden   overtreffen   schitteren   uitmunten   uitsteken   voorbijstreven   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Opvallen 2) Schitteren 3) Excelleren 4) Uitmunten 5) Uitschitteren 6) Uitsteken 7) Voorbijstreven 8) Overtreffen 9) Onderscheiden
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitblinken?
De verleden tijd van uitblinken is 'blonk uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeblonken'.
Wat betekent uitblinken?
'veel beter zijn dan andere(n)'
Hoe spel je uitblinken?
uitblinken spel je U I T B L I N K E N
Wat is een ander woord voor uitblinken?
Andere woorden voor uitblinken zijn excelleren, onderscheiden, overtreffen, schitteren, uitmunten, uitsteken en voorbijstreven.

Op andere websites
Zoek uitblinken op Woordenlijst.org
Zoek uitblinken op Google
Zoek uitblinken op Wikipedia