de tros

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [trɔs]
Verbuigingen:  trossen (meerv.)

1) stel bloemen of vruchten die met kleine steeltjes aan één grote steel groeien
Voorbeelden:  `een tros druiven`,
`een tros bananen`

2) kabel waarmee je een schip aan de kade vastlegt
Voorbeeld:  `de trossen losgooien`


Synoniemen
cluster   kabel   meertouw   touw   

20 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Tros``] Zie Trein
  • [I] bundel druiven [II] kabeltouw
  • • [biologie] bloeiwijze. •de bundel vruchten die uit een dergelijke bloeiwijze voortkomen.
  • stel bloemen of vruchten die met kleine steeltjes aan een hoofdsteel vast zitten vb: ik heb een heerlijke tros druiven gekocht dik gevlochten touw vb: als het schip vertrekt, gooien ze de trossen los
  • Let op: Spelling van 1858 een zoon van Erichthonius, vader van Ganymedes en koning van Troje, dat van hem zijnen naam ontleende
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met tros:
trosbestrostomaattrosvormig

Deze woorden eindigen op tros:
albatroslegertroskoningsalbatrosdruiventrosankertrosaalbessentros

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. tros (bundel vruchten)
  2. tros (legertros)
  3. tros (meertouw)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de tros' of 'het tros'?
Het is 'de tros', want tros is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die tros'.
Wat is het meervoud van tros?
Het meervoud van tros is 'trossen'. Eén tros, twee trossen.
Wat betekent tros?
'stel bloemen of vruchten die met kleine steeltjes aan één grote steel groeien' en 'kabel waarmee je een schip aan de kade vastlegt'
Hoe spel je tros?
tros spel je T R O S
Wat is een ander woord voor tros?
Andere woorden voor tros zijn cluster, kabel, meertouw en touw.

Op andere websites
Zoek tros op Woordenlijst.org
Zoek tros op Google
Zoek tros op Wikipedia