trippelen
werkw.
met kleine, lichte en snelle pasjes lopen | Voorbeelden: | `Ze trippelt op haar hoge hakjes door de straat.`, `het trippelende paard van Sinterklaas` | |
| Synoniem: | tippelen (1) |
Synoniemen
dribbelen trippen 4 definities op Encyclo
- zelfde betekenis als: trebbelen, tribbelen; huppelend - Voorbeeld: In 't ijle, warme hemelblauw ging een licht klokgebengel, fijn en zacht, trippelend als zingend zilver
- 1) Met vlugge pasjes lopen 2) Kleine stapjes maken 3) Met kleine pasjes lopen 4) Trippen 5) Dribbelen
- met vlugge pasjes gaan
- met vlugge pasjes gaan Jaar van herkomst: 1562 (WNT )
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
trippelen (met vlugge pasjes lopen)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van trippelen?
De verleden tijd van trippelen is 'trippelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getrippeld'.
Wat betekent trippelen?
'met kleine, lichte en snelle pasjes lopen'
Hoe spel je trippelen?
trippelen spel je T R I P P E L E N
Wat is een ander woord voor trippelen?
Andere woorden voor trippelen zijn dribbelen en trippen.Op andere websites
Zoek
trippelen op Woordenlijst.org
Zoek
trippelen op Google
Zoek
trippelen op Wikipedia