traumatiseren

werkw.
Uitspraak:  [trɑumati'zerə(n)]
Afbreekpatroon:  trau·ma·ti·se·ren
Vervoegingen:  traumatiseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft getraumatiseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

psychisch ernstig schokken of een trauma (2) veroorzaken
Voorbeelden:  `De eerste schooldag kan een kleuter traumatiseren.`,
`een stalker die zijn slachtoffer traumatiseert`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van traumatiseren?
De verleden tijd van traumatiseren is 'traumatiseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getraumatiseerd'.
Wat betekent traumatiseren?
'psychisch ernstig schokken of een trauma veroorzaken'
Hoe spel je traumatiseren?
traumatiseren spel je T R A U M A T I S E R E N

Op andere websites
Zoek traumatiseren op Woordenlijst.org
Zoek traumatiseren op Google
Zoek traumatiseren op Wikipedia