trancheren

werkw.

Uitspraak:	[̃trã'ʃerə(n)]
Afbreekpatroon:	tran·che·ren
Vervoegingen:	trancheerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getrancheerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(vlees of vis) in gelijke plakken of stukken snijden ^culinair

Voorbeelden:	`een hazenrug schuin trancheren om de plakken groter te laten lijken`, `de rosbief trancheren en dan opdienen`
Synoniem:	voorsnijden

14 definities op Encyclo

Het in schuine plakken snijden van groot vlees, zoals rollade, fricandeau of een hele kip, met een scherp niet gekarteld mes
In plakken snijden
Wild of gevogelte in stukken snijden, groot vlees in plakken schuine plakken. https://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
'Trancheren' is het snijden van vlees, een moot vis of kipfilet, in gelijke delen. Vroeger, vooral in restaurants van de wat chiquere hotels, was het trancheren van vlees een tafelbereiding.
Let op: Spelling van 1858 trancher, Fr., snijden, in stukken snijden, doorsnijden; ook voorsnijden, van daar trancheermes, een voorsnijmes, en trancheur, een voorsnijder.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Waar komt de uitdrukking `Het zijn niet allen koks die lange messen dragen` vandaan? Zie Het zijn niet allen koks die lange messen dragen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van trancheren is 'trancheerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getrancheerd'.

'(vlees of vis) in gelijke plakken of stukken snijden'

trancheren spel je T R A N C H E R E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht