traceren

werkw.
Uitspraak:  [tra'serə(n)]
Afbreekpatroon:  tra·ce·ren
Vervoegingen:  traceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft getraceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

opsporen (wat zoek is) of opzoeken (wat je wilt weten)
Voorbeelden:  `maatregelen treffen om je laptop te traceren als die gestolen is`,
`een mobiel nummer traceren via internet`


Synoniemen
aftekenen   lokaliseren   nagaan   opsporen   vind   vinden   

7 definities op Encyclo
  • Opzoeken, nasporen
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afsteken, traceren``] eene lijn, eenen hoek enz., hare gedaante op het terrein aangeven door baken of paaltjes te plaatsen, deze door middel van een touw te vereenigen en langs dit touw eene kleine geul, kielspit genaamd, uit te graven
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Traceren``] Zie Bouw
  • 1) Schetsen 2) Nasporen 3) Naspeuren 4) Opzoeken 5) Opsporen 6) Nagaan 7) Uitzetten 8) Vinden 9) Achterhalen 10) Afbakenen 11) Ontwerpen 12) Aftekenen 13) Lokaliseren 14) Aangeven
  • nasporen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
traceren (nasporen)

Taaladvies
Is dit juist: het te volgen traject? Zie het te volgen traject

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van traceren?
De verleden tijd van traceren is 'traceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getraceerd'.
Wat betekent traceren?
'opsporen (wat zoek is) of opzoeken (wat je wilt weten)'
Hoe spel je traceren?
traceren spel je T R A C E R E N
Wat is een ander woord voor traceren?
Andere woorden voor traceren zijn aftekenen, lokaliseren, nagaan, opsporen, vind en vinden.

Op andere websites
Zoek traceren op Woordenlijst.org
Zoek traceren op Google
Zoek traceren op Wikipedia